Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Roller, Anton de: verschil tussen versies
k |
k (Aanvulling uit Parochie Zeddam 1150-1975) |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | '''Anton de Roller''' was in [[1693]] enige tijd pastoor van de [[Sint Oswalduskerk|parochie Zeddam]] als opvolger van [[Greef, Joannes de|Joannes de Greef]]. | + | '''Anton de Roller''', een franciscaan van het Observantenklooster in [[Elten]], was in [[1693]] enige tijd pastoor van de [[Sint Oswalduskerk|parochie Zeddam]] als opvolger van [[Greef, Joannes de|Joannes de Greef]]. |
Reeds tijdens de langdurige ziekte voor zijn voorganger was De Roller als assistent in Zeddam werkzaam geweest, en trad na diens overlijden in augustus 1693 op als opvolger. Aangezien in de [[Hollandse Missie]] de gewoonte was ontstaan een waarnemer na het overlijden van de pastoor die hij verving, als diens opvolger te benoemen, gingen de parochianen en De Roller zelf ervan uit, dat dit ook nu ging gebeuren. | Reeds tijdens de langdurige ziekte voor zijn voorganger was De Roller als assistent in Zeddam werkzaam geweest, en trad na diens overlijden in augustus 1693 op als opvolger. Aangezien in de [[Hollandse Missie]] de gewoonte was ontstaan een waarnemer na het overlijden van de pastoor die hij verving, als diens opvolger te benoemen, gingen de parochianen en De Roller zelf ervan uit, dat dit ook nu ging gebeuren. | ||
| − | Maar [[Hollandse Missie#Het ontstaan|apostolisch vicaris]] Petrus Codde wilde geen kloosterling als pastoor, zodat de benoeming uitbleef. Aldus is De Roller waarschijnlijk al in december 1693 | + | Maar [[Hollandse Missie#Het ontstaan|apostolisch vicaris]] Petrus Codde wilde geen kloosterling als pastoor, zodat de benoeming uitbleef. Aldus is De Roller waarschijnlijk al in december 1693 naar zijn klooster in Elten teruggekeerd. Hij stierf daar in [[1722]] als gardiaan (overste) van het klooster. |
In april [[1694]] klaagden de parochianen van Zeddam dat ze al een tijdlang zonder geestelijke herder waren. Hierop benoemde de apostolisch vicaris na enig geharrewar [[Wanners, Godefridus Franciscus|Godefridus Franciscus Wanners]] tot pastoor van Zeddam. [[Oswald III van den Bergh|Graaf Oswald III]], die volgens het patronaatsrecht een pastoorskandidaat mocht voordragen, had liever een kloosterling, maar hij kon zich toch vinden in de jeugdige Wanners. | In april [[1694]] klaagden de parochianen van Zeddam dat ze al een tijdlang zonder geestelijke herder waren. Hierop benoemde de apostolisch vicaris na enig geharrewar [[Wanners, Godefridus Franciscus|Godefridus Franciscus Wanners]] tot pastoor van Zeddam. [[Oswald III van den Bergh|Graaf Oswald III]], die volgens het patronaatsrecht een pastoorskandidaat mocht voordragen, had liever een kloosterling, maar hij kon zich toch vinden in de jeugdige Wanners. | ||
| Regel 10: | Regel 10: | ||
*''Het boek Hofman'' in [[Azem van 't Hof tot heden]], blz. 478 | *''Het boek Hofman'' in [[Azem van 't Hof tot heden]], blz. 478 | ||
*[[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 241-242 | *[[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 241-242 | ||
| + | *[[Parochie Zeddam 1150-1975]], blz. 32 | ||
{{Onderwerp|Personen|Pastoors en Kapelaans|Zeddam}} | {{Onderwerp|Personen|Pastoors en Kapelaans|Zeddam}} | ||
Versie van 15 nov 2010 om 15:27
Anton de Roller, een franciscaan van het Observantenklooster in Elten, was in 1693 enige tijd pastoor van de parochie Zeddam als opvolger van Joannes de Greef.
Reeds tijdens de langdurige ziekte voor zijn voorganger was De Roller als assistent in Zeddam werkzaam geweest, en trad na diens overlijden in augustus 1693 op als opvolger. Aangezien in de Hollandse Missie de gewoonte was ontstaan een waarnemer na het overlijden van de pastoor die hij verving, als diens opvolger te benoemen, gingen de parochianen en De Roller zelf ervan uit, dat dit ook nu ging gebeuren.
Maar apostolisch vicaris Petrus Codde wilde geen kloosterling als pastoor, zodat de benoeming uitbleef. Aldus is De Roller waarschijnlijk al in december 1693 naar zijn klooster in Elten teruggekeerd. Hij stierf daar in 1722 als gardiaan (overste) van het klooster.
In april 1694 klaagden de parochianen van Zeddam dat ze al een tijdlang zonder geestelijke herder waren. Hierop benoemde de apostolisch vicaris na enig geharrewar Godefridus Franciscus Wanners tot pastoor van Zeddam. Graaf Oswald III, die volgens het patronaatsrecht een pastoorskandidaat mocht voordragen, had liever een kloosterling, maar hij kon zich toch vinden in de jeugdige Wanners.
Bronnen
- Het boek Hofman in Azem van 't Hof tot heden, blz. 478
- Bergh; Heren, Land en Volk, blz. 241-242
- Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 32
