Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Kruidendestilleerderij Beek: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(geen verschil)

Huidige versie van 27 feb 2021 om 08:52

De kruidendestilleerderij was ondergebracht in de schuur
van Huis Hulzenberg
Vijf van de zes destilleerketels

Aan de Boterweg in Beek is van 1929 tot 1930 een kruidendestilleerderij in bedrijf geweest. Het fabriekje was gevestigd in de schuur van Huis Hulzenberg.

De aanzet tot de kruidendestilleerderij werd waarschijnlijk gegeven door de Nederlandsche Vereeniging voor Geneeskruidentuinen, die onder leiding van apotheker W.C. de Graaff, buitengewoon hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht, lezingen en bezoeken aan kruidentuinen organiseerde. Het vermoeden is dat dit de aandacht heeft getrokken van meester Harrie Vermeulen, hoofdonderwijzer in Beek, en zijn goede vriend Peter Meisters, rentmeester van De Byvanck.

Met steun van Maximiliaan Lochner von Hüttenbach ofwel baron Max, destijds eigenaar van De Byvanck, en diens zoon Theodor, gingen Vermeulen en Meisters op professionele wijze geneeskrachtige kruiden telen. Ook boeren uit Beek en Loerbeek leverden kruiden. Het zaad werd geleverd door diverse telers in Overijssel, terwijl H.J. Hofstede, die in Amerongen een bekende geneeskruidentuin had, deskundig advies gaf.

Aanvankelijk werden de kruiden alleen maar gedroogd en daarna verkocht aan de Chemische Fabriek Naarden (CFN). Hiervoor werden voor gezamenlijke rekening een droogschuur gebouwd en een pers aangeschaft. In 1928 werden geteeld:

  • Absintalsem (absint, Artemisia absinthium)
  • Angelica (grote engelwortel, Angelica archangelica)
  • Gezegende distel (Carduus benedictus of Cnicus benedictus)
  • Marjoraan (Origanum marjorana)
  • Pepermunt (Mentha piperita)
  • Valeriaan (Valeriana officinalis)

Toen pastoor Van Sonsbeeck van Stokkum eind 1928 de Hulzenberg kocht van baron Max, namen de activiteiten een nieuwe wending. Bij de koop was het Huis Hulzenberg inbegrepen. De omliggende heide werd ontgonnen en op een deel daarvan een geneeskruidentuin aangelegd.

Met medewerking van de pastoor werd in de schuur van het huis een kruidendestilleerderij ingericht. De installatie bestond uit een semipermanente stoomketel (een zogenaamde Locomobiel) en zes destilleerketels. Hierin werden met stoom uit de gedroogde kruiden etherische oliën vrijgemaakt. Bij het afkoelen scheidden de oliën zich van het water en konden dan afgeschonken worden. Op die manier werden verkregen:

  • Absintolie
  • Angelica-olie
  • Lavendelolie
  • Pepermuntolie
  • Valeriaanolie

Gezegende distel en Canadese geelwortel (Hydrastis canadensis) werden niet gedroogd, maar uitgeperst. Melisse (Melissa officinalis) werd alleen gedroogd.

De kruidendestilleerderij heeft in zijn korte bestaan bezoeken gehad van de al genoemde Utrechtse professor De Graaff en de heer Hofstede uit Amerongen. Ook dr. Van Dorp, directeur van de CFN, en andere hoogwaardigheidsbekleders zijn op bezoek geweest.

Helaas betekende het onverwachte overlijden van pastoor Van Sonsbeeck op 3 juli 1930 het einde van de destilleerderij. Na overleg tussen de familie van de pastoor enerzijds en de producenten Lochner, Vermeulen en Meisters en de afnemers, waaronder de CFN, anderzijds, werd besloten het bedrijf op te heffen en de Hulzenberg te verkopen. Jan van Heek van Huis Bergh kocht de Hulzenberg voor f 40,520. Het koopcontract van 15 april 1931 bepaalde dat de kruidenvoorraad moest worden ingekuild en de destilleerderij worden ontmanteld voor 1 september, de dag waarop Van Heek zijn nieuwe bezit kon aanvaarden.

Uit De Graafschapbode van
2 augustus 1929
Uit De Graafschapbode van
17 april 1931

Bronnen