Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Escape-groep Azewijn
HET ILLEGALE WERK VAN DE ESCAPE-GROEP UIT AZEWIJN
Azewijn is een klein dorpje in de Achterhoek. Op 10 mei 1940, om tien over vier, waren de eerste Duitsers er al. Al spoedig werd de boerderij van Joep en zijn zuster Aagje een opvangcentrum voor vervolgden. Er vormde zich in Azewijn snel een kleine verzetsgroep, die bestond uit Leo Kempers (overleden), Berend Geerling, Te Dorsthorst (politieman in Azewijn), Joep Garben (onlangs overleden), Teun Hettelaar en Hein Reijers. Terwijl Aagje voor het levensonderhoud zorgde, hielden de mannen zich voornamelijk bezig met de aan- en afvoer van geallieerde piloten en onderduikers. Het dorp lag in de aanvliegroute van de Geallieerde vliegtuigen naar de industrieën van het Ruhrgebied en er vonden boven het dorpje heel wat luchtgevechten plaats. De neergeschoten piloten werden opgespoord en verzorgd door Teun, Berend, Leo, Joep en Hein, terwijl te Dorsthorst als uitkijkpost fungeerde. Op deze manier werd een groot aantal piloten, ondanks de scherpe controle van de Duitsers, veilig onderdak gebracht op de boerderij van Joep en Ag.
Op een Paasdag sprongen twee piloten uit een brandend vliegtuig en men vermoedde dat ze in Rafelder bij Azewijn waren neergekomen. Berend, Teun, Leo en Hein wisten dat ter plaatse een klein schuurtje stond en ze redeneerden dat, wanneer deze twee piloten goed waren neergekomen, ze zich zeker schuil zouden houden in dat schuurtje.
Ze slopen door de akkers en weilanden naar het schuurtje toe en jawel, ze vonden er de twee piloten. Met gebaren en tekens gaven ze hen te verstaan hen te volgen en als vossen slopen ze terug naar de boerderij van Ag en Joep. Maar op ongeveer 800 m. afstand zagen ze, dat ook een Duitse patrouille aan het zoeken was en die naderde het houten schuurtje dat zij net verlaten hadden. Al kijkende zagen ze, dat deze patrouille, alvorens het schuurtje binnen te gaan, er eerst een paar salvo's doorheen joeg. Het werd de hoogste tijd om de boerderij te bereiken, maar er bleef nog één grote hinderpaal te overwinnen: ze moesten namelijk de hoofdweg oversteken, maar gelukkig stond de politieman Te Dorsthorst hier die het sein "veilig" gaf. Ongedeerd bereikte men de boerderij en men was er zich sterk van bewust dat er weer twee mensenlevens waren gered, want de piloten zouden nooit de speurtocht van de Duitsers en het beschieten van het schuurtje hebben overleefd. Bij aankomst op de boerderij was het commentaar van Joep: "Zo, zijn jullie er weer? Ik zal ze vlug onder het hout stoppen!"
Toch hebben we Joep wel eens zien schrikken. Wat was er toen namelijk gebeurd? Berend, Teun en Hein hadden twee dagen lang een Amerikaanse piloot in een sloot moeten verstoppen voor de kust veilig was. Deze Amerikaan was een boom van een kerel. Toen ze hem naar Joeps boerderij konden brengen, werden ze opgevangen door Ag, die hen naar de stal doorstuurde, waar Joep de koeien zat te melken. Toen Joep gestommel hoorde en plotseling die grote kerel voor zich zag staan, schrok hij en riep: "Een inbreker. Roep de politie!"
Op een gegeven ogenblik zat er een internationaal gezelschap op de boerderij: een Rus, een Duitser, een Italiaan, een Fransman en een aantal Geallieerde piloten. De Italiaan overleed op de boerderij en Joep timmerde van een kalverenbak een doodskist. De Italiaan werd in het weiland tegenover de boerderij begraven.
Een paar dagen later stond Joep echter wel even raar te kijken, want een paar meter van het graf verwijderd waren de Duitsers bezig schuttersputten te graven.... Joep riep Aagje en zei: "Kijk eens, de Italiaan heeft een Duitse erewacht gekregen".
Later waren op de boerderij ook Joden ondergedoken. Joep en Ag kregen daar de Yad Vashem-medaille voor, maar toen die zou worden uitgereikt, was Joep inmiddels net overleden.
Harry Smit
Bronnen
- Maandorgaan van de Documentatiegroep '40-'45 (juli/augustus 1980 (nr 182)) blz. 290-291
- Lied Deurvorst (foto)