Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Lindhorst, de
De Lindhorst is de benaming van een boerderij, in vroegere eeuwen een kasteeltje, aan de Duitse kant van de Wetering bij Stokkum. De naam heeft ook betrekking op de straat waar de Lindhorst aan ligt, de Lindhorsterstraat. Deze officiële benaming wordt echter door de Stokkummers slechts sporadisch gebruikt. Men spreekt meestal kortweg over "de Lindhorst".
De Lindhorst is altijd een ietwat geheimzinnige plaats geweest. Oude Stokkumers vertelden vroeger dat er een schat verborgen zou liggen en ook zou er een onderaardse gang lopen van het kasteeltje naar Huis Bergh in 's-Heerenberg. Gezien de natte ondergrond mag aan de waarschijnlijkheid van dat laatste worden getwijfeld, maar het geeft wél aan dat er een nauwe relatie van de Lindhorst met Huis Bergh bestond.
Over de ouderdom van de Lindhorst als kasteel lopen de meningen uiteen. In het jaar 996 wordt de hof "Linthusen" geschonken aan het klooster op de Eltenberg. Maar of het hier werkelijk de Linthorst betreft is niet zeker. In 1129 wordt hetzelfde bezit als "Lynchusen" aangeduid, maar ook daaruit is geen zekerheid te verkrijgen. Wél zeker is de vermelding uit het jaar 1354 van de "Glindhorst". Vóór 1417 is ene Gisebert van Camphusen ermee beleend door de graaf van den Bergh. Tot 1602 is die familie Van Camphuysen bezitter van de Linthorst geweest. Aardig is dat de tegenwoordige Lindhorsterstraat, op Duits grondgebied voortgezet als Lindhorststraße, al in 1465 wordt vermeld. De naam wordt in oude stukken steeds als "Glindhorst" gespeld; "Glind" betekent omheining en horst duidt op een hoger gelegen stuk grond. Overigens is de naam erg algemeen. Ook bij het Overijsselse Dalfsen ligt een huis Te Linthorst. In het Duitse Bottrop bestaat een Lindhorststraße en bij Barneveld is een buurtschap De Glind of Glindhorst. Zelfs in Engeland blijkt de naam voor te komen. In de graafschap Nottinghamshire ligt een buurtje "Lindhurst"; in 1287 heette het Lyndehirst. Hier zit de boomnaam "linde" in besloten, net als in de naam Lintelo van de buurtschap bij Aalten.
Hoe de Lindhorst eruitzag is niet precies meer bekend. Er is alleen een kaart van omstreeks 1550 waarop een hoog stenen huis met een ernaast staande toren met een spits dak. Met enkele bijgebouwen staat dit kasteel helemaal binnen muren. Misschien moeten we ons een bouwwerk voorstellen in de geest van het oude Stadhuis in 's-Heerenberg. In 1602 wordt Conradt van Rees beleend met de Lindhorst. Waren de Van Camphuysens afkomstig van het kasteel Camphuizen bij Babberich, de familie Van Rees stamde uit de plaats Rees in Duitsland en behoorde tot de Kleefse adel. Waarschijnlijk bestaat er een relatie van de eerste bezitters van de Lindhorst met de boerderij het Camphuysengoed, aan het begin van de Lange Heg te Stokkum. Hiernaar is weer de Camphuysenweg genoemd. Na de familie Van Rees is mr. J.N. Hoevel, raad van de Vorstin, in 1787 eigenaar. Maar het kasteel zelf is inmiddels allang verdwenen. Hoevel zal alleen dus de gronden hebben bezeten. Op een kaart uit het jaar 1727 zien we alleen de omgrachte kasteelplaats nog liggen, maar zonder het kasteel.
Aan de voorgevel van het huidige oude huis zijn heel vaag nog de letters te lezen die herinneren aan de vroegere herberg: "Restauration". Deze herberg heette 't Beumke. Voor 1944, toen er nog een bruggetje lag en velen hun werk in Emmerik en omgeving hadden, stak men er 's avonds na het werk graag even aan. Na het bombardement van Emmerik op 7 oktober 1944 hadden nog maar weinige Nederlandse grensgangers werk in Emmerik. In die tijd woonde de familie Rijers op de Lindhorst. Bij mooi weer zetten de Stokkumse arbeiders, die vanuit Emmerik te voet op weg naar huis waren, zich ter verpozing vaak even op de omgevallen boom die buiten voor het huis lag. Zo ontstond de naam 't Beumke. Op schemeravonden moet men er menige spookgeschiedenis hebben uitgewisseld.
Vroeger waren in de mestvaalt van de boerderij van Schlüter nog resten van oud muurwerk zichtbaar van het voormalige kasteel. Maar door allerlei werkzaamheden zijn deze inmiddels verdwenen. Toch is er nog iets, behalve de naam, dat aan het verdwenen kasteel herinnert. In de boomgaard ten noorden van het huis is duidelijk de oude grachtbedding nog zichtbaar als verlaging. De Wildt, tegenwoordig vooral Wetering genaamd, voorzag deze gracht van water. De Schlüters wonen op oud-Stokkums grondgebied. In 1816 werd de Wildt, vanaf toen het grenskanaal, de officiële staatsgrens. dit alles gebeurde wegens afspraken tussen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en Pruisen op het Congres van Wenen. Voorheen liep de grenslijn veel verder zuidelijk, kort langs de verdedigingsmuren van de stad Emmerik. De Lindhorst lag toen dus royaal op Berghs gebied. De Wildt stroomde er oorspronkelijk achterheen. Een restant van de oude loop is nog altijd zichtbaar vanaf het viaduct over de A3. Maar doordat de "Alde" Wetering steeds verder dichtslibde, werd vóór het jaar 1700 de tegenwoordige loop gegraven, de "Ni-je Wetering". Eeuwenlang lag er een brug over deze nieuwe loop, maar in de laatste oorlogsdagen, dus eind maart 1945, is deze opgeblazen door de zich naar het noorden terugtrekkende Duitse troepen, zodat boerderij de Linthorst geïsoleerd raakte van Stokkum. Deze brug is inmiddels hersteld in het kader van het Euregio Rijn-Waal-project "Met je paard de grens over". Hij werd op 20 mei 2014 officieel in gebruik genomen.
Landbouwer Franz Schlüter is de huidige eigenaar van de boerderij. Hoewel de familie Schlüter vroeger tot de buurt van de Lindhorsterstraat behoorde, samen met de naburige familie Weyers, moesten enkele kilometers worden afgelegd via 's-Heerenberg om bij elkaar op bezoek te kunnen komen of burenhulp te verrichten.