Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Militairen tijdens de Belgische Revolutie
Inhoud
De Belgische afscheiding
Militairen tijdens de Belgische Opstand zijn tussen 1830 en 1839 ingezet om de Belgische afscheiding van het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden ongedaan te maken.
Nadat Napoleon was verslagen, besloten de geallieerden (Groot-Brittannië, Oostenrijk, Pruisen en Rusland) op het Congres van Wenen in 1815 dat de Zuidelijke Nederlanden en de voormalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden samengevoegd moesten worden tot het Verenigde Konkinkrijk der Nederlanden. In alledaags spraakgebruik zou men zeggen: Nederland en België werden in 1815 één land onder koning Willem I van Oranje-Nassau.
De verschillen tussen de twee landsdelen bleken echter te groot. In augustus 1830 kwamen de Belgen in opstand en verdreven de regeringstroepen uit heel België, inclusief de gehele, toen nog ongedeelde provincie Limburg. Op 4 oktober 1830 werd de onafhankelijkheid van België uitgeroepen. Vanaf die dag viel ook het huidige Nederlands Limburg onder Belgisch bestuur.
De Tiendaagse Veldtocht
In een poging de Belgische onafhankelijkheid ongedaan te maken, begon koning Willem I op 2 augustus 1831 een veldtocht tegen de opstandige Belgen, die bekend zou komen te staan als de Tiendaagse Veldtocht. Hij verliep succesvol, maar nadat Frankrijk zich in de strijd dreigde te mengen, eindigde hij op 12 augustus met een afgedwongen wapenstilstand. Op 20 augustus hadden de laatste Nederlandse militairen België verlaten. Er bleven alleen Nederlandse garnizoenen in Antwerpen en Maastricht. Het garnizoen in Antwerpen werd in 1832 door Franse troepen gedwongen zich over te geven. In de vestingstad Maastricht hield generaal Dibbets met zijn garnizoen van soldaten uit de noordelijke provinicies stand tegen de Belgen.
Pas in 1839 erkende Nederland de onafhankelijkheid van België. De tekst van het verdrag, dat mede ondertekend werd door Groot-Brittannië, Frankrijk, Oostenrijk en Pruisen, was al in 1832 klaar, maar koning Willem I weigerde het toen te ondertekenen. Het verdag betekende het einde van het Vereningd Koninkrijk der Nederlanden. Sindsdien heet het kortweg Koninkrijk der Nederlanden. Eén van de bepalingen van het Verdrag was dat de provicie Limburg gespiltst werd in een Belgisch en een Nederlands deel. De Maas werd hierbij grensrivier. De westelijke helft van Maastricht, hoewel gelegen op de Belgische oever, bleef echter Nederlands. Daar heeft de onverzettelijke generaal Dibbets voor gezorgd.
Berghse militairen
Uit Bergh werden 23 schutters opgeroepen om aan de veldtocht tegen de Belgen deel te nemen. Elf van hen lieten een gezin achter. Deze gezinnen kregen van de Maatschappij van Weldadigheid per 25 december 1830 een ondersteuning van twintig gulden per week uitgekeerd. Er is geen lijst van deze 23 schutters overgeleverd, maar van de navolgende Berghse personen is bekend dat zij tegen de Belgen hebben gevochten. Van degenen onder hen die in 1830 in Bergh woonachtig waren, mag worden aangenomen dat zij tot de groep van 23 behoord hebben.
- Nicolaas Cornelis de Galliéris, Ridder der Militaire Willemsorde derde klasse
- Franciscus Carolus Heijster
- Jacobus Kinnaer
- Joannes Oostendorp, Ridder der Militaire Willemsorde vierde klasse
- Josephus Adrianus Somers
- Jan Steenkamp
Zie ook
Bronnen
- het archief van Jaap Hunting
- Old Ni-js 67, blz. 62-69