Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Loo
Het huis 't Loo wordt meestal Oploo genoemd, ook wel Brumptshuis. Het viel onder de buurtschap Kilder, maar in het archief der gemeente Bergh ook wel eens onder Braamt. In de 18e eeuw bezat het een sierlijk zeskantig torentje, het behoorde toen aan Conradi uit Emmerik. Voordien was het in handen van de burgemeestersfamilies Rademaker en Bruins uit dezelfde stad. Uit het kohier van de grondbelasting van 1650 blijkt, dat erbij behoorden 8 morgen bouwland en 6 1/2 morgen weiland. Een reproduktie ervan - uit het jaar 1743 - bevindt zich op de secretarie. De vorm herinnert sterk aan die van het Berghse gemeentehuis. Een ophaalbrug gaf toegang tot het gebouw. Aan de weg van Zeddam naar kilder vinden we thans nog de Loolaan, de vroegere oprijlaan naar het kasteel. In 1809 wordt het precies omschreven als het huis de Kemnade, een oud kasteel met toren en grachten. In de 19e eeuw is het gesloopt.; het benedenstuk van het torentje met wenteltrap is begin van de 20e eeuw verdwenen. In 1920 werd 't Loo door Huis Bergh aangekocht van de erven michiels van Kessenich. Het kasteeltje werd oa bewoond door de families bruins Rademaker, Conradi en Van Marle.
Rest volgt: pakt geen accenten en guldentekens.
Het 'adelyck getimmer' 't Loo of Oploo werd omstreeks 1640 gebouwd. Hieronder staan enkele artikelen uit Old Ni-js over Het Loo (ook wel Oploo genaamd) (Braamt-Kilder). Qua volgorde is rekening gehouden met de tijd waarin het speelde en niet met de datum van publicatie.
KASTEEL HET LOO EN HET BEGIN VAN HET EINDE (1835)
Wie van de Braamtse heuvels in de richting van de Oude IJssel kijkt, zal ongetwijfeld willen erkennen dat daar, tussen vele fraaie huizen verspreid in een ruimte van landelijkheid, nog best een plaatsje is waar een kasteel niet zou misstaan. Maar helaas is er van het mooie kasteeltje dat er ooit heeft gestaan, niet meer overgebleven dan enkele welvingen in het landschap: littekens die verwijzen naar de plaats op het Loo waar ooit de sloopoperaties hebben plaatsgehad. In het boek Bergh; Heren, Land en Volk <1> wordt verhaald dat de sloop in etappes is uitgevoerd: in 1856 zou het huis zijn gesloopt en de toren pas een jaar of vijftig later. Dat klopt niet helemaal, want ik ben zelf gestuit op een notariele akte uit 1835 <2>, waarin verslag wordt gedaan van een verkoping 'ten huize van Jan Willemsen, bouwman op het Loo onder Kilder, waar werd overgegaan tot de publieke verkoop van eenigen afbraak en staande boomen en akkermaal'. wie de kopers waren, welke maatschappelijke rol zij vervulden en waar zij woonden, blijkt uit onderstaand enigszins ingekort verslag van de verkoping.
-Vier kelderribben, een kapgebinte en twee stijlen. Kooper Engelbert varwijk, timmerman te Zeddam fl. 8,00
-Drie balken. Kooper Jan Berendsen, eigenwerk doende te Speelberg op het Pruisische woonachtig fl. 17,50
-Twee balken, vijftien ribben en dertien glasvensters. Kooper Bernardus Welling, Jagtopziener te Wehl woonachtig fl. 18,25
-Twee stijlen. Kooper Willem Harmsen, eigenwerk doende te Beek woonachtig fl. 2,75