Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Sollingius, Casparus

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 7 jul 2016 om 16:48 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Casparus Sollingius''', die op z'n Nederlands mogelijk Cas van Zalingen heette, was een rooms-katholieke geestelijke die zich bij de Reformatie aansloot. In [[1597…')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Casparus Sollingius, die op z'n Nederlands mogelijk Cas van Zalingen heette, was een rooms-katholieke geestelijke die zich bij de Reformatie aansloot.

In 1597 was hij de opvolger van de Johannes Venator, de eerste predikant van 's-Heerenberg. Een jaar later werd hij ook benoemd in Zeddam, waar hij tot 1602 de eerste dominee van deze protestantse gemeente was. Zij opvolger daar was Hieronymus Gerropagus.

De pastoors die in de jaren na de Reformatie overstapten naar de nieuwe geloofsleer, deden dat niet allemaal met evenveel overtuiging, laat staan dat ze meteen wisten hoe ze een protestante dienst moesten leiden. Zo liet Sollingius kerkgewaden en altaarzilver dat vanwege oorlogshandelingen naar Emmerik in veiligheid was gebracht, weer ophalen. Later bleek hij een overtuigd calvinist en vervulde diverse functies in de leiding van de protestante Kerk.

Voor zijn benoeming in Zeddam tekende gravin Maria van Nassau, de weduwe van Willem IV van den Bergh, op 16 juli 1598 zijn collatiebrief. Zij deed dit op grond van het collatierecht dat de graven van Bergh bezaten, dat wil zeggen het recht pastoors voor te dragen voor benoeming. Met de komst van de Reformatie aan het eind van de zestiende eeuw maakten zij van hun collatierecht ook gebruik om dominees voor te dragen.

Als dominee van 's-Heerenberg heeft Sollingius in 1605 een kleine rol gespeeld in het proces tegen Mechteld ten Ham, die van hekserij werd beschuldigd. Hij moest haar, voor zij definitief tot de brandstapel werd veroordeeld, nog een laatste maal ondervragen. Bleef zij bij haar bekentenis? Die was haar door marteling afgedwongen, maar ze was daardoor zo gebroken dat ze die tegenover Sollingius niet wilde intrekken. Zou ze dat wel doen, dan zou ze immers opnieuw gemarteld worden. Sollingius heeft haar dus niet kunnen redden.

Sollingius was getrouwd met Fijken Haecks, met wie hij ten minste twee zonen kreeg, Hendrik en Florentz. Hij bleef tot zijn dood in 1617 predikant in 's-Heerenberg. Zijn opvolger daar was Casparus Keitwerd.

Bron

  • Hervormde Kerken Zeddam 400 jaar, blz. 17-19, 47
  • Sagen en sproken van het oude Gelre, J.A. Slempkes en Alb. Oltmans, uitgeverij W.J. Thieme & Cie., Zutphen (1932), tweede deel, blz. 56
  • Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, verzameld en uitgegeven door Mr. Is. An. Nijhoff, Arnhem (1859), eerste deel, blz. 206-207