Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Levenswerk Smeenk.C Deel 5
Verhalen en reacties van patiënten en oud-collega's aan dokter Smeenk
Inhoud
Cato Smeenk
Toen ik mij in 1954 in Doetinchem als huisarts vrij vestigde, kreeg ik de tip van een collega om contact te zoeken met Cato Smeenk, de kinderarts. Zij had bij mijn eerste bezoek aan haar bij wijze van spreken al een programma voor me klaar.
Naast haar eigen praktijk was zij ook districtskinderarts voor de Achterhoek en voor de Liemers. In dat kader was het haar taak consultatiebureaus voor zuigelingen en kleuters te stichten in samenwerking met de groene, oranje-groene en wit-gele kruisverenigingen in de diverse gemeenten.
Belangrijk daarbij was vooral de voeding van al die peuters, naast een algemeen onderzoek van hun lichamelijke en geestelijke conditie. Daartoe moest ik bij belangstelling enkele consultatiebureaus met haar bezoeken en kennis nemen van haar ideeën over babyvoeding, naast de twee die ik al tijdens de theoretische en praktische studie in het Westen had opgedaan.
Op weg erheen en terug vertelde zij veel uit haar praktijk, waarmee zij als kinderarts in deze streek was begonnen. Vlak voor en in de oorlog waren de winters gewoonlijk heel streng en geleidelijk aan verslechterden alle hulpmiddelen, waaronder ook de fietsen, waarvoor ten slotte geen rubberbanden meer te krijgen waren. Houten banden waren nog de enige en beste oplossing, inclusief het schokkende rijden erop.
Toch lukte het haar om daarmee uit Winterswijk naar Doetinchem te fietsen op de vaak flink besneeuwde straten - altijd nog een afstand van een dikke 30 km. Een zieke baby heeft zij op die wijze achterop naar haar ziekenhuis in Doetinchem kunnen meenemen. Zij improviseerde daartoe een soort schoenendoos met halve deksel lekker warm ingepakt met een hete kruik. Op halve afstand moest die weer opgewarmd worden. Ze stopte daarvoor bij een boerderij, alwaar zij de volste medewerking kreeg van de bewoners. De baby kon na genezing in Doetinchem weer goed en wel door de ouders opgehaald worden. Sindsdien had mejuffrouw Smeenk vrije toegang op die boerderij met haar noodgevallen.
Mijn kennismaking met haar was in een tijd waarin de jaren oude Cevitam concurrentie begon te krijgen van andere vitamine C preparaten. Maar Smeek stelde de originele ten zeerste op prijs - en dat is bij ons thuis ook zo gebleven.
Collega Smeenk - zo spraken de collega's elkaar in die tijden aan - vond dat baby's bij hun moeders hoorden, vooral ook vanwege de borstvoeding. Haar ziekenhuisopnames waren dan ook zo kort mogelijk met voedingsbezoeken van hun moeder, al dan niet in natura of afgekolfd. Controles geschiedden dan ook poliklinisch tot welzijn van "haar" kinderen.
Een hekel had zij alleen aan ouders die haar adviezen niet stipt opvolgden. Menige moeder is huilend bij haar vertrokken, maar keerde vanwege de goede resultaten later toch weer terug.
Op de bureaus troostte zij de ongelukkige moeders die een baby met afwijkingen hadden, zoals een hazenlip of geestelijke achterstand, die niet dominant erfelijk waren. Ze zei dan dat ze gerust een tweede kind konden krijgen omdat ze recht hadden op een gezond kind - en beval dit zelfs aan.
In de vijf jaren waarin ik haar werk van Winterswijk tot Didam op diverse bureaus deed, heeft zij ook ervoor gezorgd dat de huisartsen in de verschillende stadjes en dorpen de baby's en kleuters uit hun eigen praktijk aldaar zelf "deden".
Gaarne geef ik u in overweging ook uw postadres bekend te maken omdat vele ouderen geen pc-routiniees zijn.
Met vriendelijke groet,
R. Bloch
Zondagse rok
Met veel plezier heb ik het artikel over dokter Smeenk gelezen.
Ook ik ben als kind door haar "gezien" op het consultatiebureau in Doetinchem (wie niet?). Het toeval wilde dat mijn man haar jarenlang als buurvrouw heeft gehad.
Legendarisch zijn de verhalen van mijn schoonvader over hoe hij 's nacht uit bed werd gebeld, omdat zij met haar volkswagentje weer eens achter de regenpijp bleef haken!
Het verhaal over "vaders" klopt ook helemaal.
Mijn schoonouders hadden in de jaren vijftig geen douche, dokter Smeenk wel en mijn schoonmoeder, mijn man en zijn zus mochten van haar douche gebruik maken (hygiëne voor moeder en kind!). Schoonvader moest maar zien wat hij deed... Dat ze leefde voor haar beroep was wel duidelijk.
Om kleding gaf ze niet en als mijn schoonmoeder een rok had die ze niet meer droeg, werd die rok door haar gedragen als een "zondagse rok".
Haar liefde voor dieren is bekend. Jarenlang heeft ze een vos in de tuin gehad, die wij, als we bij mijn schoonouders buiten zaten, konden ruiken. Alle vogels met een lamme vleugel werden door haar liefdevol verzorgd. Zo heb ik meegemaakt dat ze een zwaluw met een pipetje heeft groot gebracht om hem in de herfst op een boot naar Afrika mee te gegeven, zodat de vogel in het voorjaar weer terug kon vliegen!
Mijn schoonmoeder komt, samen met een andere buurvrouw, nog steeds op haar verjaardag.
Met vriendelijke groeten,
Mw. Henny Roosenburg-Gerritsen
Ik heb om een plas gevraagd en geen hoop
Wat leuk om het stukje in de krant te lezen over mejuffrouw Smeenk, toch voor mij nog steeds dokter Smeenk.
Wat fijn dat het weer goed met haar gaat, 97 jaar is niet niks en ik wist niet eens dat ze nog leefde.
In 1956, ik was zes jaar, kreeg ik acuut reuma met hartaandoening. Thuis hadden we zeven kinderen. Ondanks dat ging mijn moeder trouw met de bus ('n uitje!) met me mee. Als je jong bent en je krijgt spuiten en onderzoeken, dan daar groei je mee op, dat was gewoon zo. Mijn broers en zusters en vrienden wisten van niets, terwijl ik tot mijn 18e jaar elke maand een spuit (brrr) moest halen Daar mocht ik nooit iets over zeggen, want dat was beter, omdat de mensen zouden denken dat het besmettelijk was! Zelfs mijn schoonzusje vroeg laatst nog, waarom ik als enige thuis niet aan sport deed. Thuis waren ze te voorzichtig, maar dat was de tijd. Ik moest het altijd rustig aan doen, volgens pa en ma.
Ik was 'n jaar of negen toen ik bij dokter Smeenk een plas op het potje moest doen. Na even zitten kwam de plas met een hele grote hoop! Oh, oh! Ik krijg het er nog warm van, en ja hoor, boos zei ze: "Ik heb om een plas gevraagd en geen hoop! Ga daar maar aan de kant zitten op het potje tot er weer `n plas komt!" Nou dat was lang wachten voor er weer een kwam. De laatste keer, ik was net twaal jaar geworden, en juist die morgen voor het eerst ongesteld geworden. Schoon broekje, nog een, nog een enz., maar ik durfde het mijn moeder niet te vertellen.
Ik dacht wel dadelijk ziet dokter Smeenk mijn vieze onderbroek, hoe moet dat nou?! Met lood in de schoenen ben ik meegegaan. Eindelijk waren we aan de beurt. Toen ze zag dat ik twaalf jaar was geworden, zei ze dat we niet meer bij haar moesten zijn maar dat we naar de vrouwenarts moesten! Ik was nog maar een kind en toch al een beetje groot.
Ik heb wel vaak aan haar gedacht, maar er geen trauma's aan overgehouden, dus ze zal beslist iets heel speciaals gehad hebben. Ik heb nog steeds geen angst voor dokters.
Jammer dat mijn moeder niet meer leeft, zij had vast nog meer dingen te vertellen.
Wens mejuffrouw Smeenk het allerbeste en jij heel veel succes, ik hoop dat er veel mensen reageren.
Het is niet echt veel geworden maar alleen de gedachte om even terug te gaan in de tijd, is het al weer waard geweest. Ik was van 1956 tot 1963 patiënt van mejuffrouw Smeenk. Al doe je er niks mee, het is een klein stukje uit mijn jeugd. Veel succes,
Vriendelijke groeten,
Miep Freriks
Televisie
Het was voor ons heel mooi in de Gelderlander van 29 januari jl. te lezen over dokter Smeenk.
Onze herinneringen aan dokter Smeenk zijn uit 1969. Midden februari in de (strenge) winter van 1969 werd onze middelste dochter geboren. Volkomen onverwacht, want ze zou begin mei geboren worden, Toen de huisarts arriveerde (die praktisch bij ons om de hoek woonde), was ze al geboren. Ze woog 1500 gram. De huisarts belde met het St. Jozefziekenhuis dat er een premature baby zou worden gebracht. Mijn zus en ik hebben haar toen 's morgens om een uur of zes naar Doetinchem gebracht.
We werden verwacht. De zusters namen haar van ons over een brachten haar naar een warm kamertje. Op dat moment kwam dokter Smeenk binnen, ze had een ouderwetse boodschappentas in haar hand. Ze liep ons voorbij naar het kamertje. Een paar minuutjes later kwam ze weer naar buiten en stevende recht op mij af. "Bent u de vader?", vroeg ze streng. "Ja dokter", zei ik. "Dat kind is veel te vroeg geboren, hoe komt dat?". "Dat weet ik niet dokter", antwoordde ik. "Ik zal het kind onderzoeken en u wacht hier". Ze ging terug naar het kamertje. Na enige tijd kwam ze terug en zei: "Het valt me niet tegen, het kind blijft hier, u mag komen wanneer u wilt en u moet de moedermelk brengen".
De eerste tijd ging het helemaal niet goed met onze dochter. Ze lag op een bedje met een warme lamp erboven. Wanneer we aan een zuster vroegen hoe het met haar ging, dan keek ze alleen maar heel bezorgd: "Wacht nog maar even met het versturen van de geboortekaartjes." Dokter Smeenk was heel druk met haar. Toen het heel slecht met haar ging heeft de nachtzuster haar gedoopt.
Geleidelijk aan ging het toch beter met haar en na drie weken in het ziekenhuis had ze haar geboortegewicht weer terug. Dokter Smeenk zei: "Ze moet naar huis, een kind hoort bij de moeder, een ziekenhuis is een slechte plaats voor een kind. Thuis geen bezoek, alleen de vader en de moeder mogen op haar kamertje komen".
Een paar weken later werden we op het spreekuur in haar praktijk verwacht. De wachtkamer was sober ingericht, er stonden een paar groen geverfde banken. Onder de banken lagen zakken met voer voor de kippen, eenden, honden, enz. Toen we aan de beurt waren, droeg ik de bak van de kinderwagen met daarin onze dochter en misschien wel vier kruiken de spreekkamer binnen. We oogstten met deze wijze van transport succes bij dokter Smeenk. De andere ouders hadden hun kind in een deken gewikkeld op de arm. Onze dochter was gegroeid dankzij de overvloedige moedermelk; iedereen tevreden.
We zijn daarna nog verschillende keren bij haar terug geweest. Bij een van de bezoeken werden we binnengeroepen terwijl een ander ouderpaar nog met hun kind aan het aankleden was. Het jongetje riep een keer: "Ajax!" "Ajax?", vroeg dokter Smeenk. "Ja", zei de vader trots, "dat is een voetbalclub uit Amsterdam, dat heeft hij gezien op televisie." Dokter Smeenk ontstak in woede: "Televisie! Dat kind kijkt toch niet naar de televisie, dat is heel slecht voor een kind, televisie vergiftigt de geest van de mensen, als ik een televisie had dan gooide ik die naar buiten en dan zou ik hem in elkaar trappen. Hebben jullie televisie?", vroeg ze aan ons. "Nee dokter, we hebben nog geen televisie." Dat was nog waar ook. "Zie je wel, geen televisie en met hun dochter gaat het goed."
We hadden medelijden met die ouders waar ze zo tegen te keer ging. Geen televisie en wel moedermelk dat was voor dokter Smeenk een succesformule. We konden bij haar geen kwaad meer doen.
Toen onze dochter een jaar was, zijn we voor het laatst bij dokter Smeenk geweest. Ze was ook zichtbaar blij dat het na het eerste begin zo goed was gegaan. Ze was volgens dokter Smeenk in het begin "heel vervelend geweest". Daarna is het ook heel goed met haar gegaan, op de basisschool had ze even moeite met de tafels, maar daarna ging ze naar de Mavo, Meao, Heao en tenslotte ging ze naar de universiteit en deed in 1995 haar doctoraal examen.
Ze is nu zelf moeder van drie kinderen. Iedere keer bij haar verjaardagen en bij alle andere bijzondere momenten in haar leven, denken wij weer aan dat moeizame begin en met dankbaarheid aan dokter Smeenk, die voor haar letterlijk van levensbelang is geweest.
We wensen u succes met het bundelen van de verhalen uit die tijd.
Jan en Nolda Boland
U mag God heel erg danken
Mijn moeder is mevr. Elly Bouwmeister- Koops en was getrouwd met mijn vader Theo Bouwmeister uit Gaanderen, die helaas in 1995 op 64-jarige leeftijd is overleden aan kanker na een kort ziekbed. Graag wil ik je vertellen wat mijn moeder vertelde over dr. Smeenk toen ze hoorde dat er dit artikel in de krant stond.
Mijn moeder heeft op 2 februari 1956 een dochtertje gekregen dat op tweeënhalf-jarige leeftijd is overleden aan een hersentumor. Dr. Smeenk heeft haar toen ze ziek werd, behandeld en ontdekt dat het kindje iets mankeerde. Mijn ouders werden doorgestuurd naar Utrecht. Op 21 april 1958 is ze overleden.
Ik zelf ben geboren op 12 september 1957. De huisarts heeft mij een keertje van de tafel laten vallen, en mijn moeder mocht op eigen verzoek naar dr. Smeenk. Ik werd een paar dagen opgenomen en mijn moeder mocht mij na drie dagen weer ophalen. Dokter Smeenk stelde haar heel erg gerust; ik was kerngezond.
Mijn moeder zei wel dat ze eerst in het begin bang voor haar was, want ze was streng, maar door haar eigen ervaring met haar begon ze haar heel lief te vinden. En m'n moeder was ook vaak aan de praktijk aan huis geweest. Ze zegt : "Ik kan me goed herinneren waar dat was."
Op 6 november 1961 werd er een dochtertje Silia geboren, en die is op 22 november 1961 overleden aan de gevolgen van een open ruggetje.
Op 40-jarige leeftijd kreeg mijn moeder nog onverwachts een zoon. Die werd geboren op 29 oktober 1974 in het ziekenhuis in Doetinchem. Dokter Smeenk kwam bij haar en keek haar aan. Ze zei tegen mijn moeder: "Ik ken u, niets zeggen, morgen kom ik terug bij u en dan weet ik het." En inderdaad de volgende ochtend kwam ze terug en wist wie mijn moeder was. Zei tegen haar: "U mag God heel erg danken dat u een en mooie en gezonde zoon heeft gekregen, na alles wat u heeft meegemaakt in uw leven, mag u God daarvoor danken."
Mijn moeder sprak heel lief over haar. Ik kan me daarom niet voorstellen dat het een strenge dokter is geweest. Mijn ouders hebben enorme steun van haar en aan haar gehad.
Ik heb mijn ouders thuis veel over dr. Smeenk horen praten, maar ik heb nooit gehoord dat ze vervelend was. Ik ben blij dat ik dit artikel heb gelezen en dat ik deze anekdotes kan opschrijven.
Ik hoop dat het een leuke bundel wordt voor mejuffrouw Smeenk. Ik zal er van mijn ouders wat foto's bij doen van toentertijd en van de tijd net voor mijn vader is overleden.
Ik schrijf dit namens mijn moeder die door ziekte (spierdystrofie en hartklachten ) 24 uur aan bed is gekluisterd. Maar haar handen en haar verstand, die zijn gelukkig nog prima in orde.
Ik hoop dat als mejuffrouw Smeenk dit leest, ze zich mijn ouders kan herinneren.
Daarom wil ik dan ook graag namens mijn moeder en ook namens mij de hartelijke groeten aan haar overbrengen. Misschien hoor ik wel een reactie,
Vriendelijke groeten van Maria Ketelaar-Bouwmeister.
Dochter van Elly Bouwmeister- Koops
Bedankt Elzebet
Bij dezen wil ik Elzebet Veenendaal bedanken dat ze me toestemming gaf dit unieke werk op Berghapedia te publiceren.
Uit de verhalen blijkt dat mej. C. Smeenk een Aardige, Strenge, Recht door Zee, Wijze en Kundige dokter was.
Maar ook hard en streng voor zich zelf .
Persoonlijk vind ik het jammer haar zo kort gekend te hebben.
Maar de Berghenaren zullen haar zeker niet vergeten.
Bedankt, Benny Schuurman
Zie ook
- Smeenk, dokter C (kinderarts)
- Levenswerk Smeenk.C Deel 1
- Levenswerk Smeenk.C Deel 2
- Levenswerk Smeenk.C Deel 3
- Levenswerk Smeenk.C Deel 4
Bronnen
- Elzebet Veenendaal
- Archief Benny Schuurman