Hongersnood

Nederland, en daarmee ook Bergh, heeft in de jaren 1845–1847 te lijden gehad van (dreigende) hongersnood.

In augustus 1845 stak de nieuwe aardappelziekte phytophthora de kop op in Nederland. De oogst bedroeg dat jaar minder dan een derde van de normale opbrengst, maar doordat er voldoende erwten en bonen voorradig waren, kon een hongersnood worden afgewend.

In 1846 sloeg niet alleen de aardappelziekte opnieuw toe, maar mislukten ook de rogge- en de tarweoogst gedeeltelijk. Alternatieven waren er nu niet, wat een hongersnood tot gevolg had.

Door de aardappelziekte en de zeer hoge graanprijzen kwamen in 1847 mensen met beperkte middelen van bestaan in de problemen. De overheid riep 2 mei uit tot algemene biddag, maar liet de leniging van de nood over aan de gemeenten. Die waren daar na de moeilijkheden van de twee voorgaande jaren niet voldoende toe in staat, zodat op verschillende plaatsen onrust onder de bevolking uitbrak.

Bron

• Rampen en plagen in Nederland, - C.van der Heijden , Kempen Uitgevers Zaltbommel, 2004