Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Schutterij Sint Jansgilde Beek

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 24 jan 2023 om 06:39 (foto toegevoegd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

De Schutterij Sint Jansgilde in Beek is opgericht in 1896 en voortgekomen uit het Sint Jansgilde van 1496? of 1436?.

Aanvankelijk noemde de Schutterij zich De Eendracht en bestond als aparte vereniging naast het Gilde. Een tijd lang was er hevige concurrentie tussen de Schutterij en het Gilde, met elk eigen feesten. In de 70er en 80er jaren zijn de beide verenigingen uiteindelijk gefuseerd.

Het Gilde (met de Schutterij) organiseert nu de jaarlijkse kermis en schuttersfeesten in Beek en kiest dan een nieuwe Schutterij-koning. Verder heeft het gilde ook een Oranjecomité en organiseerd carnavalsavonden. Het gildehuis staat aan de Sint Jansgildestraat 31, tussen Beek en Loerbeek.

De schutterij nog met de naam De Eendracht op het vaandel
De Schutterij omstreeks 1900.
Klik op de foto's voor een vergroting.
Het standaardvaandel met vaandeldrager Hent Wools. De linker slippendrager is Willem Neijenhuis, de rechter is Joep Hendricksen (timmerman).

Historie

Op de website van het gilde is de volgende geschiedenis te lezen:


"Waarom deze mannen een eigen schutterij oprichten, weet ik niet, maar het is niet moeilijk dit te raden. Ik denk dat de schutterijkoorts die alom is te bespeuren, in 1896 ook in Beek toeslaat. Niet bij het bestuur van het Sint-Jansgilde, maar wel bij een aantal gildebroeders. Want de genoemde bestuursleden van 1908 vindt u alle in de lijst van gildebroeders terug. Maar er is meer:

Wie lid wil worden van het gilde, moet zich inkopen. En wie niet in de “gildefamilie” van Beek hoort (zoon, kleinzoon, schoonzoon, stiefzoon, man van Beekse), moet daar een bedrag voor betalen dat in de loop van de tijd steeds hoger wordt. Rond 1700 is dat 8 daalder en dat is de hele 18de en 19de eeuw zo gebleven. In 1897 is dat “inleggeld voor vreemden” echter al f. 25,00 en het groeit steeds verder. Op 1-6-1964 wordt het verhoogd tot f. 250,00; op 26-3-1966 tot f. 750,00, “hetgeen dan in overeenstemming wordt met de aandeelwaarde”. Die aandeelwaarde per lid wordt vastgesteld door de totale waarde van de bezittingen te delen door het aantal leden. Bij de onrustbarende prijsstijgingen met name van de grond stijgt de inkoopsom van het gilde mee. Op 4-4-1977 wordt die ver­hoogd naar f. 2000,00. Je wordt bij wijze van spreken “aandeelhouder” van het gilde. -Voor de schutterij betaal je jaarlijks een matige contributie.

Bovendien kun je alleen maar gilde lid worden, als je in het kerspel Beek (Beek of Loerbeek) woont. Beekse jongens die hun geboortedorp verlaten, horen er niet meer bij en anderen die op een of andere manier binding hebben met Beek of Loerbeek, kunnen geen lid worden van het gilde. De schutterij beperkt zich niet tot inwoners van het ker­spel Beek. Als het gildebestuur niet wil (of kan?) “moderniseren”, nemen de vier gebroeders Putman het voortouw en zij richten met een stel gelijkgestemde geesten een zelfstandige schutterij op. Het zijn jonge kerels; hun gemiddelde leeftijd ligt beneden de 34 jaar. Binnen de kort­ste keren groeit het aantal schutters zó sterk dat de belangstelling voor het schuttersfeest met schietwedstrijden in oktober veel groter wordt dan die voor het gildebier met koning schieten rond Sint Jan. Er wordt verhaald dat gilde en schutterij jarenlang als kemphanen tegenover elkaar staan.

De schutterij timmert aan de weg. In hun uniform met witte broek en met hun houten geweer exerceren de manschappen en luisteren zij allerlei feestelijke gebeurtenissen op. Talloze foto’s leggen van hun activiteiten getuigenis af.

Om niet helemaal naar de achtergrond verdrongen te worden, is er voor het gilde maar één oplossing: de strijdbijl begraven en streven naar een vreedzaam voortbestaan naast de schutterij.

Hoe de verhoudingen in 1953 liggen, blijkt uit twee lijsten die in dat jaar bij de gemeente Bergh worden ingediend om vergunning te krijgen voor de festiviteiten: de “Ledenlijst van de Broederschap Sint-Jansgilde Beek” draagt het stempel “29 mei 1953” en telt 377 leden; de “Ledenlijst Schutterij ‘Eendracht’ Sint-Jansgilde Beek” draagt het stempel “19 okt 1953” en telt 298 leden.

Veel schutters zijn tevens lid van het gilde. Verhouding Gilde en Schutterij Ofschoon Gilde en Schutterij duidelijk twee totaal verschillende organisaties zijn, worden zij in de praktijk op één hoop geveegd en luisterrijk door elkaar gehaspeld. Zelfs door auteurs als Van Dalen en Jolles; ik heb dat al opgemerkt. En natuurlijk ook door de mensen van Beek zelf. Op 1-6-1936 wordt het 500 jarig bestaan gevierd. Niet van het “Sint Jansgilde (dat werkelijk stamt uit de middeleeuwen), maar van “Schutterij en Gilde Sint Jan”, terwijl toch die schutterij dan pas 50 jaar bestaat!!!

Op de standaard die de schutterij ook al op foto’s van het 500-jarig bestaan in 1936 voert, prijkt de tekst: “R.K. Schutterij St. Jansgilde Beek Opgericht 1436”.

En als je bij Frans Raben gildedia’s bekijkt of bladert in het album van wijlen voorzitter Tonnie Hermsen, dan zijn op negen van de tien foto’s alleen maar leden van de schutte­rij te zien. De nog jeugdige schutterij overspoelt het eeuwenoude Sint-Jansgilde. Er zijn natuurlijk veel raakpunten. Wie in 1896 de schutterij oprichten, weet ik niet, maar de mannen van 1908 zijn stuk voor stuk lid van het gilde (ofschoon in het hierboven afge­drukte reglement behalve in de naam met geen woord over het Sint-Jansgilde wordt gerept). Op een later tijdstip wordt zelfs bepaald dat alleen gildeleden in het bestuur van de schutterij gekozen kunnen worden.

Voorts maakt de schutterij gebruik van het gildegebouw, kunnen schutters tegen een gereduceerd tarief deelnemen aan het Pinksterbier en in 1968 wordt bepaald dat gildeleden in het vervolg vrije toegang hebben op de maandag van het schuttersfeest in oktober. Het zit erin dat gilde en schutterij samensmelten, zeker naar buiten: voor het oog van Neerlands volk. Maar onderscheid blijft er. Op 17-4-1967 stelt Tonnie Hermsen zich kandidaat voor het bestuurslidmaatschap, maar “op bepaalde voorwaarden”, namelijk: hij wil wel met het Pinksterbier aan de bestuurstafel zitten, maar niet met de kermis en het schuttersfeest, want die vallen buiten het gilde. Hij is wel lid van het gilde, maar niet van de schutterij en dat zal hij ook nooit worden! Op 9-10-1968 wordt hij bij acclamatie gekozen tot gildemeester en op 17-4-1970 tot voorzitter van het Sint-Jansgilde.

Om discriminatie van schuttersleden het hoofd te bieden wordt op 8-7-1971 bepaald:

  • Alle officieren moeten in Beek wonen
  • Hoofdbestuur, officierscommissie en commandant moeten gildeleden zijn
  • De officieren van de schutterij hebben dezelfde rechten als de gilde-officieren [=gildemeesters], behalve met stemming.

De historische ontwikkelingen krijgen op 27-11-1978 hun beslag, als voor notaris Mr Johannes Petrus Nicolaas Werdmöller te Uidam de nieuwe statuten van “Het Gild of Broeder­schap van Sint Jan”, bij afkorting genaamd “Het Sint-Jansgilde” in een akte worden vast­gelegd, die bij besluit van de algemene vergadering van 28-9-1978 zijn vastgesteld. Onder artikel 2 lezen wij;

De vereniging heeft ten doel:

  • Het in stand houden der goederen, rechten en gebruiken van de vereniging.
  • Het in stand houden van de schutterij.

Zij tracht dit doel te bereiken door:

  • het houden van het Gildefeest “Pinksterbier”;
  • het organiseren van de kermissen en schuttersfeesten;
  • het exploiteren van het Gildehuis en de overige onroerende goederen; … “

In hechte verbondenheid gaan gilde en schutterij verder. Schutters en vendeliers krijgen nieuwe uniformen en er wordt een kogelvanger aangeschaft (1981). Het gilde gaat een eigen carnavalsavond organiseren (1982), schuttersfeest wordt gelijktijdig met het pinksterbier gevierd (1985), het schutterscorps wordt uitgebreid met damesschutters (1992) en in de lijst van gildeleden wordt als eerste vrouw Elly Duis opgenomen."


Links