Jongerius, Bastianus

Bastianus Jongerius was van augustus 1914 tot 1918 kapelaan in de parochie Zeddam. Hij werd op 27 oktober 1879 geboren in Utrecht als zoon van Hermanus Jongerius en Mechtelina van Zijl.

Kapelaan Jongerius diende in Zeddam onder pastoor De Graaff. Voordien was hij kapelaan in Winterswijk. In Zeddam was hij de opvolger van kapelaan Overmeer. Bij zijn vertrek werd hij opgevolgd door kapelaan Büter.

Na het overlijden van pastoor De Graaff op 6 maart 1921 was Jongerius executeur van diens nalatenschap. In het boek Parochie Zeddam 1150-1975 staat dat Jongerius op genoemde datum overleed, maar hij wordt verward met De Graaff.

Na zijn vertrek uit Zeddam was Jongerius nog kapelaan in de stad Groningen. In 1924 werd hij pastoor in Klazienaveen. Hij was daar ook lid van de Commissie tot Opbouw van Drenthe.

Bij koninklijk besluit nr. 34 van 26 juli 1927 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Van 1935 tot zijn overlijden, 81 jaar oud, op 14 september 1961 was hij pastoor in Blaricum.

Bronnen

• Bevolkingsregister Bergh
• Dekens en pastoors van het voormalige Dekenaat Hilversum (1922-2007)
• Delpher
• Nationaal Archief, Kanselarij der Nederlandse Orden, index gedecoreerden (pdf)
• Online-Familieberichten
• Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 59
• WieWasWie