Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Clerx, Hendrikus Hubertus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Veldwachter Clerx in 1924

Hendrikus Hubertus Clerx was van 1904 tot 1925 veldwachter in Beek. Hij werd op 28 april 1870 geboren in Swalmen, Limburg, als zoon van Gerardus Hubertus Clerx en Elisabeth Helena Hubertina Thissen.

Zijn leven lang is hij graag op jacht gegaan, waarbij hij als jongeman acht keer is betrapt op overtredingen. Het strafblad dat hij hieraan overhield heeft hem bijna zijn loopbaan als veldwachter gekost. Zo adviseerde de commissaris der koningin in Noord-Brabant hem niet aan te stellen bij politie in Breda. Zijn commandant uit zijn militaire diensttijd heeft echter een goed woordje voor hem gedaan, zodat hij die baan toch heeft gekregen.

Zijn dienstplicht heeft Clerx van 8 mei 1890 tot 11 september 1891 vervuld bij het 2e Regiment Infanterie. Vervolgens nam hij op 7 maart 1898 vrijwillig nog een keer dienst bij het 3e Regiment Veldartillerie. Hij deed dit als remplaçant ofwel plaatsvervanger voor ene Hubertus Verstegen. Tot 1898 konden dienstplichtigen iemand anders tegen betaling hun dienst laten overnemen. Clerx' functie bij de artillerie was die van stukrijder ofwel ruiter van een van de paarden die een kanon trokken. Op 30 juni 1900 zat zijn dienst erop. Er volgde alleen nog een herhalingsoefening van 20 juli tot 8 augustus 1903.

Al tijdens zijn diensttijd hij heeft Clerx gesolliciteerd naar de functie van politieagent in Breda. Hij werd daar per 1 juli 1900, de dag nadat hij bij de artillerie afzwaaide, aangesteld als agent van politie 3e klas en als onbezoldigd rijksveldwachter (wat hem bevoegdheid buiten de gemeentegrenzen van Breda gaf). In verband met zijn vroegere jachtovertredingen was, zoals hierboven al vermeld, voor zijn aanstelling een positieve referentie van zijn commandant nodig.

In Breda maakte Clerx kennis met Johanna Maria Sonderen, die daar als dienstmeid in betrekking was. Zij was op 19 mei 1870 geboren in de buurtschap Lintvelde bij Eibergen als dochter van Antoon Sonderen en Engela ten Bulte. Op 25 juni 1902 trouwde hij met haar voor de wet in Eibergen en in daarna in de r.-k. kerk in Beltrum.

Clerx kreeg vijf kinderen, van wie het oudste in Breda werd geboren en de overige in Beek.

In april 1904 solliciteerde Clerx naar de functie van gemeenteveldwachter in de gemeente Bergh met standplaats Beek. Daar werd hij per 1 juni 1904 aangesteld als opvolger van veldwachter Verkleij, die naar Den Haag was overgeplaatst. Op 24 juni 1904 werd hij tevens benoemd tot onbezoldigd rijksveldwachter, zodat hij ook buiten de gemeentegrenzen van Bergh bevoegdheid had.

Op 2 september 1909 kregen Clerx en zijn vrouw een bouwvergunning voor een huis met schuur aan de Sint Jansgildestraat 1 in Loerbeek. Dit pand staat er nog steeds.

Uit De Graafschapbode van 10 oktober 1922

Op 19 februari 1912 was Clerx een van degenen die het lichaam van Maria Hartjes vonden. Het meisje was de dag ervoor de vermoord. Op 23 maart arresteerde hij de verdachte H.E. Bosch toen deze van zijn werk in Krefeld terugkeerde naar Beek.

Clerx ging op 28 juni 1925 met pensioen. Hij kon zich toen weer helemaal storten op zijn grootste hobby, de jacht. Hij trok er vaak op uit met zijn vriend Peter Meisters.

Hij overleed op 12 november 1936 in het Sint Servatiusgesticht in Venray, 66 jaar oud. Dit was een psychiatrisch ziekenhuis voor mannen. Buurman Wim Lambooij had hem drie dagen eerder met zijn taxi naar dit gesticht gebracht, omdat hij sinds een tia eerder dat jaar steeds vaker gedragsproblemen had. De opname mocht echter niet meer baten, want hij overleed al na drie dagen. Hij werd begraven op het kerkhof in Beek. Zijn vrouw overleed op 12 december 1954 in Wehl, 84 jaar oud.

Bronnen