Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Kasteel Schuilenburg Silvolde
Een grensvesting
Kasteel Schuilenburg, gelegen tussen Terborg en Silvolde aan de Stoerstrang, een kleine zijstroom van de rivier de Oude IJssel, is zo vaak verwoest en herbouwd dat er sprake is van vier kastelen op deze plaats met de naam Schuilenburg. Begrijpelijkerwijs is er van het eerste kasteel uit het midden van de veertiende eeuw niets meer over gebleven. Waarschijnlijk werd het in 1394 voor de eerste keer verwoest door Dirk III van Wisch.
Het kasteel was bedoeld als een grensvesting, want het gebied werd betwist door de graven van Gelre en de bisschoppen van Münster. De oorspronkelijke zeggenschap over dit gebied berustte bij de graven van Lohn. De vele verwoestingen van het kasteel zijn dus te wijten aan de strategische ligging.
In 1467 werd het kasteel doorverkocht aan de hertog van Kleef.
De Kleefse periode
Door de overgang naar Kleef bleef het allesbehalve rustig rond het kasteel. In de Bourgondische periode (1348–1482) koos Kleef de kant van Maximilian I. Schuilenburg werd zo een ‘vijandig’ kasteel, omgeven door Gelders en (neutraal) Berghs gebied. Het kasteel werd regelmatig het middelpunt van krijgshaftige acties. Vele Gelderse heren zagen in de Schuilenburg een ideaal middel om Gelre (en zichzelf) te verrijken.
Van Schuilenburg naar Schuylenburch
Na de jaren van exploitatie met een positieve balans werd in 1797 besloten het kasteel openbaar te verkopen. De Staat had geld nodig. Het exorbitant rijke paar mr. Francois Pierre Guillaume van Schuylenburch, heer van Bommenede, en Johanna Philippina, barones van Herzeele, kochten het kasteel voor slechts 7.145 gulden. De naam Schuilenburg die de baronnen droegen, heeft niets te maken met het goed dat ze gingen bewonen, maar verwijst naar het huis Schuylenburch in Den Haag (de huidige Duitse ambassade).
Voor 1.992 gulden werden enkele aanpalende gebouwen gekocht. Het paar schafte zich vervolgens nog enkele pachtboerderijen in de buurt aan om iets van de oude luister te herstellen. Het kasteel zelf werd ook flink onder handen genomen. Zij voerden nog een grote verbouwing door.
In 1849 kocht Johanna Philippina het vlakbij gelegen kasteel Wisch van de erven Nagell voor 85.500 gulden. Beide kastelen vererfden in het geslacht Schuylenburch.
Laurens Meijer, rentmeester op Huis Bergh, werd in 1865 benoemd tot opvolger van August Buk als Forstverwalter van Wisch, nadat ruim zestig sollicitanten hadden gereageerd op een advertentie. In deze functie woonde hij op eigen verzoek op het Huis Schuylenburg. Hij verdiende toen op jaarbasis 940 gulden, wat uitgroeide tot 1.370 gulden.
In de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel met brandbommen in puin geschoten. Het werd niet meer herbouwd. De restanten werden neergehaald en met het puin werden de wegen in de omgeving hersteld. Zo is het kasteel toch nog door oorlogsgeweld verdwenen.