Olij, Hendrina

Hendrina Olij was in de jaren 1893–1894 gemeentevroedvrouw in Zeddam. Zij werd op 5 februari 1867 geboren in Purmerend als dochter van Adam Olij en Antje Swart.

Op 30 maart 1893 kwam zij vanuit Delft aan in Zeddam om Margaretha Johanna Henderika Kok-Heijt op te volgen, die kort daarvoor naar Gendringen was verhuisd. Zij woonde aanvankelijk bij Emille Henriette Julie Demtröder-Andrée en haar dochter Ida, waar ook haar voorgangster Kok-Heijt korte tijd had gewoond. Emille Demtröder-Andrée was een tante van Kok-Heijts echtgenoot E.W.E. Kok (wiens moeder ook Andrée heette).

Vanaf 14 februari 1894 was zij in de kost bij veearts Jacob Hoogland. De verhuizing had er wellicht mee te maken dat Emille Demtröder-Andrées dochter Ida kort tevoren, op 27 januari, op 18-jarige leeftijd was overleden.

Uit Het Nieuws van den Dag van 23 april 1894

In juni 1894 ging zij terug naar Delft. Om een opvolgster voor haar te vinden, had de gemeente Bergh al op 23 april 1894 een advertentie geplaatst in het landelijke dagblad Het Nieuws van den Dag. Hierop werd ene mejuffrouw Coppens benoemd, maar zij heeft haar benoeming niet aangenomen. Hierop plaatste de gemeente dezelfde advertentie op 4 juli 1894 nog een keer. Die leidde tot de benoeming van Hendrika Christina Johanna Lingeler.

Olij trouwde op 17 augustus 1894 in Delft met Willem Lindenburg, aldaar geboren op 29 mei 1859 als zoon van Cornelis Lindenburg en Grietje Smoor.

Haar kinderen waren:

• Cornelis Willem Hendrinus, op 16 september 1895 in Nijmegen geboren.
• Anna Margaretha Cunagonda, op 23 juni 1897 in Nijmegen dochter geboren.
• Willem Lambertus Christiaan, op 31 mei 1900 in Groningen geboren.

In 1924 verhuisde zij van Groningen naar Den Haag. Van 1934 tot 1938 woonde zij in Voorburg en daarna weer in Den Haag. Verdere gegevens over haar levensloop ontbreken.

Bronnen

• Archieven.nl
• Stadsarchief Delft
• Haags gemeentearchief
• Op Delpher
  • Het Nieuws van den Dag van 23 april en 4 juli 1894
  • De Graafschapbode van 7 juli 1894