Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Steentjes, Gerhardus
Inhoud
Geboren in Wehl
Bernardus Steentjes is soldaat geweest in de legers van de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland, in de Grande Armée van Napoleon Bonaparte en daarna in het Nederlandse leger. Hij werd op 29 maart 1778 gedoopt in Wehl als zoon van Theodoricus Steentjes en Marie Timmermans.
Over Steentjes geboortedatum en voornaam bestaat onduidelijkheid. Volgens de vijf beschikbare militaire stamboeken werd hij op 9 maart 1779 geboren in Wel of Welle bij Doesburg. Hiermee kan alleen Wehl bedoeld worden, waar het rooms-katholieke doopboek de namen van zijn ouders noemt bij acht dopen tussen 1778 en 1802. Hun oudste kind was op 29 maart 1788 Bernardus, waarna op 14 oktober 1780 Margarita volgde. De tussengelegen datum van 9 maart 1779 komt in het doopboek niet voor, maar is, zo lijkt het, om een of andere reden in de militaire stamboeken terechtgekomen en daar een eigen leven gaan leiden.
Iets dergelijks geldt voor zijn voornaam. In de Nederlandse archiefstukken heet hij Bernardus, maar in de twee Franse stamboeken heet hij Gerard. Weliswaar had Bernardus een broer die Gerhardus heette (geboren op 15 mei 1785), maar de staat van dienst van de Franse soldaat Gerard en die van de Nederlandse soldaat Bernardus sluiten naadloos bij elkaar aan, zodat we ervan uitgaan dat hier steeds sprake is van Bernardus, geboren in 1778.
Zijn achternaam komt in verschillende spellingen voor: naast Steentjes werden Steijntjes, Steindjes en Steintjes aangetroffen.
In Bataafse en Hollandse dienst
Steentjes nam in september 1805 vrijwillig dienst bij een niet nader aangeduid cavalerieregiment van het leger de Bataafse Republiek. Nog geen jaar later werd het Koninkrijk Holland gevormd. Daarna wordt zijn regiment iets nader aangeduid als een kurassiersregiment. Kurassiers waren zwaar bewapende cavaleristen met een borstharnas – een kuras.
In 1807 werd Steentjes ingezet in Duitsland. Waarschijnlijk gebeurde dit in verband met de verovering door Franse en Hollandse troepen van Oost-Friesland, een gebied ten oosten van Groningen. Dit werd vervolgens als elfde departement aan het Koninkrijk Holland toegevoegd.
Twee jaar later werd Steentjes ingezet in Zeeland, waar op 30 juli 1809 een Brits invasieleger was geland. Franse en Hollandse troepen sloegen de Britten terug, daarbij geholpen door besmettelijke ziekten, die onder de Britten veel meer doden eisten dan de oorlogshandelingen.
De Franse tijd
Na de annexatie van het Koninkrijk Holland door Frankrijk in 1810 diende Steentjes bij het 2e Garderegiment Lansiers van het Franse leger. Lansiers waren ruiters bewapend met een lans. Op 21 september 1810 werd hij onder nummer 160 ingeschreven in het stamboek van dit regiment.
Zijn tijd als Franse lansiers was maar kort: op 18 april 1811 werd hij overgeplaatst naar het 126e Regiment Infanterie van Linie. Met de vermelding dat hij van beroep timmerman was, werd hij onder nummer 3090 ingeschreven in het stamboek van dit regiment. Het lijkt erop dat deze overplaatsing om persoonlijke redenen plaatsvond, want hij was de enige van zijn onderdeel die de overstap van cavalerie naar infanterie maakte. Misschien had de overplaatsing iets met zijn beroep van timmerman te maken.
Ook bij de infanterie was Steentjes maar kort, want al op 6 februari 1812 werd hij overgeplaatst naar het 9e Regiment Artillerie te Voet. De toevoeging "te voet" wil zeggen dat de kanonnen getrokken werden door paarden, maar dat de kanonniers zelf liepen. Bij de bereden artillerie verplaatsten ook de kanonniers zich te paard.
Achter de overplaatsing naar de artillerie zaten geen persoonlijke redenen, want tegelijk met Steentjes werd een grote groep soldaten overgeplaatst. Hij werd onder nummer 1982 ingeschreven in het stamboek van het artillerieregiment. Dit stamboek is nog niet online beschikbaar, zodat gegevens over zijn diensttijd als artillerist ontbreken. Het regiment heeft in 1812 deelgenomen aan Napoleons Veldtocht naar Rusland.
In de Franse tijd viel Steentjes' geboorteplaats Wehl onder de gemeente Zeddam, waar burgemeester De Bellefroid in december 1814 in opdracht van de gouverneur van Gelderland een lijst van vermiste Zeddamse soldaten heeft laten opstellen. Steentjes staat niet op deze lijst. Hij heeft de Franse dienst in juni 1814 verlaten en is daarna meteen overgegaan naar het Nederlandse leger. Mogelijk is hij rond die tijd thuis geweest, maar het kan ook zijn dat hij (al eerder) per brief heeft laten weten dat hij nog leefde.
Bij het 2e Garderegiment Lansiers |
Bij het 126e Regiment Infanterie van Linie |
Bij het 9e Regiment Artillerie te Voet |
In Nederlandse dienst
In juni 1814 heeft Steentjes het Franse leger verlaten en daarna op de 26e van die maand dienstgenomen bij het 2e Bataljon Veldartillerie van het Nederlandse leger. Hij tekende voor een dienstverband van zes jaar en werd met de rang van kanonnier 1e klas onder nummer 457 ingeschreven in het stamboek van dit bataljon. Hem werd een handgeld van tien gulden toegekend, waarvan hij de ene helft bij aankomst kreeg uitbetaald en de andere helft na vier maanden. Van april 1815 tot maart 1820 had hij de functie van compagniestimmerman; daarna was hij weer kanonnier. In juni 1820 tekende hij bij voor zes jaar, vier maanden en zes dagen met een handgeld van zes gulden. Na afloop van dit contract tekende hij in januari 1827 opnieuw bij, nu voor zes jaar, acht maanden en twee dagen met een handgeld van weer zes gulden.
Nog tot in 1815 was Steentjes in Frankrijk gelegerd, maar waarom en waar is niet bekend. Op 21 februari 1828 ging hij van het 2e Bataljon Veldartillerie over naar de 5e Garnizoenscompagnie Artillerie. Daar ontving hij op 29 mei 1829 (drie jaar te laat) de Bronzen Medaille voor twaalf jaar Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst. Toen in 1830 de Belgische Revolutie kwam, werd hij bij Dinant ingezet.
Steentjes overleed tijdens zijn derde contractperiode op 9 november 1832 in de infirmerie in Hellevoetsluis. Hij was toen 54 jaar oud en precies de helft van zijn leven militair geweest. De infirmerie was waarschijnlijk de ziekenzaal van het garnizoen in Hellevoetsluis.
Zijn signalement
Van Steentjes zijn vier signalementen teruggevonden. Het beoordelen van gezichtskenmerken blijkt nogal afhankelijk van de beoordelaars, maar over de kleur van zijn ogen waren zij het eens.
2e Garderegiment Lansiers:
|
126e Regiment Infanterie van Linie:
°) Zijn lengte in dit stamboek komt neer op |
2e Bataljon Veldartillerie
°) Na de Franse tijd werd een aantal jaren |
5e Garnizoenscompagnie Artillerie
°) Na de voet werd de meter weer ingevoerd, |
Bronnen
- Databank Nederlandse militairen in het leger van Napoleon, toegankelijk via Archieven.nl en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie
- Memoires des Hommes. Registres matricules des sous-officiers et hommes de troupe de la garde (1799-1815), inventarisnummers SDH/GR20YC161 en Registres matricules de la Garde impériale et de l'Infanterie de ligne, inventarisnummer SDH/GR21YC878
- Koninkrijk Holland (Wikipedia)
- Nationaal Archief, Den Haag, Stamboeken Onderofficieren en Minderen na 1813, nummer toegang 2.13.09, inventarisnummers 442, 458 en 552. Te raadplegen via Militaire Stamboeken