Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Sterrenburg, Pieter Gerrit

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Uit De Graafschapbode van 24 april 1939

Pieter Gerrit Sterrenburg was vanaf 15 december 1936 commandant van de Brigade 's-Heerenberg van de Koninklijke Marechaussee. Kort na de Tweede Wereldoorlog werd hij overgeplaatst naar Putten.

Sterrenburg werd op 14 mei 1895 geboren in Eersel (Acht Zaligheden) als zoon van Pieter Sterrenburg en Alida Derksen. Hij trouwde op 24 april 1924 in Doorn met Aleida Hendrika Petersen, aldaar geboren op 25 september 1902 als dochter van Wouter Petersen en Antje Reebergen. Op 18 juli 1925 werd in Amsterdam zoon Pieter geboren.

Sterrenburg begon zijn loopbaan bij de marechaussee in 1918 in Noord-Brabant. Hij had daar de standplaatsen Alphen, Bergen op Zoom, Boxtel en Teteringen. In Bergen op Zoom werd hij op 17 juli 1922 bevorderd tot wachtmeester. In juli 1923 werd hij overgeplaatst naar Oldenzaal. Hoelang hij daar gediend heeft, kon niet worden achterhaald, maar in 1936 was Bussum zijn standplaats. Inmiddels had hij de rang van opperwachtmeester.

Op 11 december 1936 kwam hij met zijn gezin vanuit Bussum naar 's-Heerenberg, waar hij per 15 december was benoemd tot commandant van de Brigade 's-Heerenberg van de Koninklijke Marechaussee. Zijn voorganger was opperwachtmeester Frantzen.

Na de Duitse inval op 10 mei 1940 werd opperwachtmeester Sterrenburg samen met wachtmeester J. Janssen weggevoerd naar Emmerik. Teun de Goede noemt ze twee onzer bekwaamste politiemannen (de marechaussee had ook civiele taken). Op dezelfde dag kwamen ze terug, omdat de Duitsers inzagen dat de boel zonder politie in het honderd zou lopen.

Op 5 juli 1940 reorganiseerde de Duitse bezetter de politietaken in Nederland. De rijksveldwacht en de gemeenteveldwacht werden samengevoegd met de Koninklijke Marechaussee, die daarbij haar militaire status en het predicaat Koninklijk verloor. De organisatie heette nu kortweg Marechaussee. Sterrenberg bleef commandant in 's-Heerenberg. Bij een verdere reorganisatie in het voorjaar van 1943 werd Sterrenberg bevorderd tot onderluitenant, terwijl zijn wachtmeester werden bevorderd tot opperwachtmeester. Sterrenberg bleef daarbij commandant in 's-Heerenberg, maar een aantal van zijn ondergeschikten werd overgeplaatst.

Op 19 september 1944 kwamen N.S.K.K.-ers (leden van het Nationalsozialistische Kraftfahrkorps) die gevlucht waren voor de Geallieerde opmars bij Nijmegen naar 's-Heerenberg. Na overleg met Gestapo-chef Frieden in Emmerik kregen zij de bevoegdheid Sterrenburg en zijn mannen, onder wie Herman Ankoné, uit hun ambt te ontzetten. De volgende dag arresteerden zij alle acht aanwezige marechaussees, maar lieten iedereen al gauw weer gaan, behalve Sterrenburg.

Hij werd naar het gemeentehuis gebracht om te worden verhoord door NSB-burgemeester Pinkster. Toen Pinkster na drie uur wachten nog niet was verschenen, vroeg Sterrenburg of hij naar huis mocht gaan om wat te eten. Ondanks de bewaking die hij meekreeg, heeft hij kans gezien te ontsnappen en onder te duiken bij Smits in Loerbeek.

Ook zijn ondergeschikten zijn toen ondergedoken, maar in het belang van de Berghse bevolking hebben de meeste twee weken hun taken weer op zich genomen. Sterrenburg en zijn collega Hamer zijn echter tot de bevrijding ondergedoken gebleven. Zij werden ontslagen en vervangen door marechaussees die lid waren van de NSB.

Bij een razzia in de omgeving van zijn onderduikadres werd Sterrenburg in zijn hiel geschoten. Ondanks de verwonding heeft hij opnieuw kunnen ontsnappen. Onder de valse naam Schuurman is hij twee maanden lang verpleegd in het ziekenhuis in Didam.

Na de oorlog werd Sterrenburg in zijn functie hersteld en overgeplaatst naar Putten. Daar woonde hij nog toen hij als adjudant van de Rijkspolitie in Apeldoorn bij koninklijk besluit nr. 2 van 28 april 1952 werd onderscheiden met de eremedaille in goud van de Orde van Oranje-Nassau. In Putten was Sterrenburg gemeenteraadslid voor de VVD.

Sterrenburg overleed in Harderwijk op 4 april 1963, 67 jaar oud.

Bronnen