Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Wijk bij Duurstede

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Wijk bij Duurstede, een stad en gemeente in de provincie Utrecht, heeft in de 15e eeuw een rol gespeeld in de geschiedenis van Bergh. Deze rol is waarschijnlijk de reden dat Sophia en Oda van den Bergh, dochters van Willem II van den Bergh, daar zijn ingetreden in het Dominicanessenklooster Sint Maria Magdalena.

In 1434 sloot Willem II van den Bergh een overeenkomst met Jacob van Gaasbeek (±13901459). Van Gaasbeek was in zijn tijd een van de rijkste edelen in Holland en Brabant. Behalve heer van Gaasbeek was hij ook heer van Abcoude, Putten, Strijen en Coelhorst, stadhouder van Holland (14241425), erfmaarschalk van Henegouwen, en raadsheer van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland.

In de jaren dertig van zijn eeuw kreeg Van Gaasbeek grote financiële en juridische problemen. Om die het hoofd te kunnen bieden, sloot hij meerdere leningen af, onder meer met Willem II van den Bergh, die hem 12.000 Rijnse guldens leende. Om dit bedrag bijeen te brengen verkocht heer Willem in 1436 de Brabantse heerlijkheden Gageldonk en Hambroek aan zijn zwager Willem Jansz de Bije, echtgenoot van zijn zus Jenne van der Leck.

Naast de lening sloten heer Willem en heer Jacob een overeenkomst. In het geval een van hen kinderloos zou overlijden, zou de ander een deel van diens bezittingen erven. Heer Willem zou van heer Jacob Abcoude en Wijk bij Duurstede erven; omgekeerd zou heer Jacob de heerlijkheid Hedel met het kasteel aldaar erven van heer Willem.

Vooruitlopend op een eventueel kinderloos overlijden van heer Jacob, werd heer Willem al beleend met de kastelen Duurstede en Abcoude, en met de stad Wijk. In kasteel Duurstede mocht heer Willem tien man legeren en daar verschillende rechten uitoefenen. Dit was een compensatie voor de lening van 12.000 Rijnse guldens. Heer Jacob werd vanwege de lening slechts voorwaardelijk met Hedel beleend.

Al in 1437 stemde de stad Wijk ermee in Willem II van den Bergh als heer te aanvaarden, indien heer Jacob kinderloos zou overlijden. Echter, toen heer Jacob in 1442 een deel van de lening en in 1444 de rest afbetaalde, verklaarde hij de overeenkomst van 1434 voor vervallen. Heer Willem was het hier niet mee eens, want hij had veel onkosten gemaakt in verband met de lening en de bezetting van kasteel Duurstede. Ondanks de nodige protesten en inspanningen, ook van heer Willems zonen Oswald en Ludolf – zelfs in 1496 nog – is het niet gelukt van Wijk bij Duurstede en Abcoude Berghse bezittingen te maken.

Jacob van Gaasbeek overleed in februari 1459 kinderloos in Brussel. Bij testament vermaakte hij aan heer Willem een jaarrente van driehonderd gulden en een bedrag van 1000 schilden (of écu, een Franse munt) ineens. Van Wijk bij Duurstede en Abcoude was geen sprake meer – die had hij al in 1449 aan de bisschop van Utrecht moeten overgedragen om zichzelf vrij te kopen. Hij zat toen gevangen wegens betrokkenheid bij een aanslag op de bisschop.

Bronnen