Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Grafelijke molens: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Offenbeekse molen)
k (Aanpassing windrecht)
Regel 1: Regel 1:
De '''grafelijke molens''' waren molens waarvan de [[Graven van den Bergh|graaf van Bergh]] de eigenaar was. Het waren – althans in de meeste gevallen – '''dwang- of banmolens''': de onderdanen van de graaf die graan te malen hadden, waren verplicht dit op een grafelijke molen te laten doen. De graaf kon dit eisen op grond van het windrecht (ook maalrecht genoemd): de wind die over zijn grondgebied waaide, was van hem. Voor de boeren betekende dit dat zij een deel van (de waarde van) hun graan als belasting aan de graaf moesten afstaan. Volgens het tiendrecht was dit een tiende deel van het aangevoerde graan.
+
'''Grafelijke molens''' waren molens waar de [[Graven van den Bergh|graaf van Bergh]] op grond van het '''windrecht''' (ook '''maalrecht''' genoemd) zijn onderdanen verplicht hun graan liet malen. De wind die over zijn grondgebied waaide, was immers van hem. Voor de boeren betekende dit dat zij een deel van (de waarde van) hun graan als belasting aan de graaf moesten afstaan. Volgens het [[tiendrecht]] was dit een tiende deel van het aangevoerde graan.
  
 
De heren en graven van Bergh hebben meerdere dwangmolens bezeten; in [[Land van den Bergh|Bergh]], maar ook in hun [[Berghse bezittingen|bezittingen]] elders in het land. Toen [[Willem II van den Bergh|heer Willem II]] in het midden van de [[:Categorie:Jaartallen 1400-1499|15e eeuw]] met het windrecht werd beleend, heeft hij in Bergh vier dwangmolens laten (ver)bouwen. In [[1428]] had hij van zijn vader [[Otto van der Leck]] al drie molens in de [[Breda|baronie van Breda]] geërfd. Zie verder de lijst hieronder.
 
De heren en graven van Bergh hebben meerdere dwangmolens bezeten; in [[Land van den Bergh|Bergh]], maar ook in hun [[Berghse bezittingen|bezittingen]] elders in het land. Toen [[Willem II van den Bergh|heer Willem II]] in het midden van de [[:Categorie:Jaartallen 1400-1499|15e eeuw]] met het windrecht werd beleend, heeft hij in Bergh vier dwangmolens laten (ver)bouwen. In [[1428]] had hij van zijn vader [[Otto van der Leck]] al drie molens in de [[Breda|baronie van Breda]] geërfd. Zie verder de lijst hieronder.
Regel 5: Regel 5:
 
De graaf maalde uiteraard niet zelf, maar verpachtte de molens steeds voor een aantal jaren aan een [[Molenaars|molenaar]]. Soms was de pachter een nieuwe molenaar, maar het kwam ook voor dat de pacht meerdere generaties van vader op zoon in de zelfde familie bleef.
 
De graaf maalde uiteraard niet zelf, maar verpachtte de molens steeds voor een aantal jaren aan een [[Molenaars|molenaar]]. Soms was de pachter een nieuwe molenaar, maar het kwam ook voor dat de pacht meerdere generaties van vader op zoon in de zelfde familie bleef.
  
Na de Franse Revolutie werden [[1798]] met de invoering van de grondwet van de Bataafse Republiek, de [[heerlijke rechten]] afgeschaft. Hiermee kwam ook het windrecht te vervallen. Er werden toen vrije molens gebouwd die de concurrentie aangingen met de grafelijke molens.
+
Na de Franse Revolutie werden in [[1798]] met de invoering van de grondwet van de Bataafse Republiek, de [[heerlijke rechten]] afgeschaft. Hiermee kwam ook het windrecht te vervallen. Er werden toen vrije molens gebouwd die de concurrentie aangingen met de grafelijke molens.
  
 
De grafelijke molens waren (in alfabetische volgorde):
 
De grafelijke molens waren (in alfabetische volgorde):

Versie van 13 apr 2020 om 13:21

Grafelijke molens waren molens waar de graaf van Bergh op grond van het windrecht (ook maalrecht genoemd) zijn onderdanen verplicht hun graan liet malen. De wind die over zijn grondgebied waaide, was immers van hem. Voor de boeren betekende dit dat zij een deel van (de waarde van) hun graan als belasting aan de graaf moesten afstaan. Volgens het tiendrecht was dit een tiende deel van het aangevoerde graan.

De heren en graven van Bergh hebben meerdere dwangmolens bezeten; in Bergh, maar ook in hun bezittingen elders in het land. Toen heer Willem II in het midden van de 15e eeuw met het windrecht werd beleend, heeft hij in Bergh vier dwangmolens laten (ver)bouwen. In 1428 had hij van zijn vader Otto van der Leck al drie molens in de baronie van Breda geërfd. Zie verder de lijst hieronder.

De graaf maalde uiteraard niet zelf, maar verpachtte de molens steeds voor een aantal jaren aan een molenaar. Soms was de pachter een nieuwe molenaar, maar het kwam ook voor dat de pacht meerdere generaties van vader op zoon in de zelfde familie bleef.

Na de Franse Revolutie werden in 1798 met de invoering van de grondwet van de Bataafse Republiek, de heerlijke rechten afgeschaft. Hiermee kwam ook het windrecht te vervallen. Er werden toen vrije molens gebouwd die de concurrentie aangingen met de grafelijke molens.

De grafelijke molens waren (in alfabetische volgorde):

Ook Stevensweert had een banmolen, maar die is gebouwd net nadat de nazaten van graaf Hendrik de heerlijkheid in 1719 hadden verkocht aan Reynart Vincent, graaf van Hompesch. De molen staat bekend als de Hompesche molen.