Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Stift Elten: verschil tussen versies
(→Het einde: Afbeelding kerk toegevoegd) |
(→De stichting: Vermelding van de oude burcht) |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
==De stichting== | ==De stichting== | ||
− | Het stift werd circa [[967]] gesticht door graaf [[Wichman van Hamaland|Wichman van Hamaland]]. Het stift beleefde een turbulent begin door de aanspraken die [[Adela]], dochter van de stichter en zuster van de eerste abdis [[Liutgard I]], maakte op de bezittingen van het stift. Op 14 december [[973]] verleende keizer Otto II de dames van het stift het recht om hun eigen abdis te kiezen, onder voorbehoud van goedkeuring door de bisschop van Utrecht, en wordt het stift rijksonmiddelbaar, d.w.z. ze zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de keizer. Het stift wordt daarmee een kleine staat op zich, met het recht om belasting te heffen en rechtspraak uit te oefenen in de gebieden die het stift bezat, waaronder Elten zelf. Deze rijksonmiddelbaarheid raakt het stift onder keizer Hendrik IV in [[1083]] tijdelijk kwijt, maar krijgt het weer terug in [[1129]]. | + | Het stift werd circa [[967]] gesticht door graaf [[Wichman van Hamaland|Wichman van Hamaland]] op de [[Eltenberg]] waar hij reeds een burcht bezat. Het stift beleefde een turbulent begin door de aanspraken die [[Adela]], dochter van de stichter en zuster van de eerste abdis [[Liutgard I]], maakte op de bezittingen van het stift na het overlijden van de graaf. Op 14 december [[973]] verleende keizer Otto II de dames van het stift het recht om hun eigen abdis te kiezen, onder voorbehoud van goedkeuring door de bisschop van Utrecht, en wordt het stift rijksonmiddelbaar, d.w.z. ze zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de keizer. Het stift wordt daarmee een kleine staat op zich, met het recht om belasting te heffen en rechtspraak uit te oefenen in de gebieden die het stift bezat, waaronder Elten zelf. Deze rijksonmiddelbaarheid raakt het stift onder keizer Hendrik IV in [[1083]] tijdelijk kwijt, maar krijgt het weer terug in [[1129]]. |
− | De eerste kerk van het stift werd in het begin van de 12e eeuw wegens verzakking en bouwvalligheid afgebroken en vervangen door een grotere nieuwe kerk. Deze nieuwe kerk werd in 1129 ingewijd op bevel van keizer Lotharius III door bisschop Sigward von Minden. Een en ander gebeurde onder abdis Ermgardis die daarom in het ''necrologium'' van het stift ''reaedificatrix ecclesiae'' genoemd wordt: ''zij die de kerk herbouwde''. | + | De eerste kerk van het stift, door de eerste abdis gebouwd op de plaats van de oude burchtkapel, werd in het begin van de 12e eeuw wegens verzakking en bouwvalligheid afgebroken en vervangen door een grotere nieuwe kerk. Deze nieuwe kerk werd in 1129 ingewijd op bevel van keizer Lotharius III door bisschop Sigward von Minden. Een en ander gebeurde onder abdis Ermgardis die daarom in het ''necrologium'' van het stift ''reaedificatrix ecclesiae'' genoemd wordt: ''zij die de kerk herbouwde''. |
==Tachtigjarige oorlog== | ==Tachtigjarige oorlog== |
Versie van 6 mei 2012 om 22:23
Het Stift Elten was een vrouwenstift te Elten en gewijd aan Sint Vitus. De dames van het stift waren geen nonnen in de normale zin van het woord maar kanonessen. Ze hoefden geen eed af te leggen en het stond hun vrij om het stift te verlaten. De adelijke dames kregen er een hoofse opleiding.
Inhoud
De stichting
Het stift werd circa 967 gesticht door graaf Wichman van Hamaland op de Eltenberg waar hij reeds een burcht bezat. Het stift beleefde een turbulent begin door de aanspraken die Adela, dochter van de stichter en zuster van de eerste abdis Liutgard I, maakte op de bezittingen van het stift na het overlijden van de graaf. Op 14 december 973 verleende keizer Otto II de dames van het stift het recht om hun eigen abdis te kiezen, onder voorbehoud van goedkeuring door de bisschop van Utrecht, en wordt het stift rijksonmiddelbaar, d.w.z. ze zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de keizer. Het stift wordt daarmee een kleine staat op zich, met het recht om belasting te heffen en rechtspraak uit te oefenen in de gebieden die het stift bezat, waaronder Elten zelf. Deze rijksonmiddelbaarheid raakt het stift onder keizer Hendrik IV in 1083 tijdelijk kwijt, maar krijgt het weer terug in 1129.
De eerste kerk van het stift, door de eerste abdis gebouwd op de plaats van de oude burchtkapel, werd in het begin van de 12e eeuw wegens verzakking en bouwvalligheid afgebroken en vervangen door een grotere nieuwe kerk. Deze nieuwe kerk werd in 1129 ingewijd op bevel van keizer Lotharius III door bisschop Sigward von Minden. Een en ander gebeurde onder abdis Ermgardis die daarom in het necrologium van het stift reaedificatrix ecclesiae genoemd wordt: zij die de kerk herbouwde.
Tachtigjarige oorlog
Tijdens de Tachtigjarige oorlog, in 1585 werden de kerk en andere gebouwen van het stift verwoest. Maarten Schenk van Nydeggen, die al geruime tijd de omgeving onveilig maakte, nam de Eltenberg voor de staatse troepen in. De dames van het stift restte niets anders dan te vluchten en namen hun intrek in Emmerik. Op 2 november 1595 bezette de spaanse veldheer Don Francesco de Mendoza Emmerik en Elten en gebruikte de ruïnes van het stift als kamp.
In 1613 werd een begin gemaakt met de wederopbouw, hoewel het geld voor een nieuwe kerk nog ontbrak. Eerst werd puin geruimd en voor een nieuw onderkomen voor de abdis gezorgd. In plaats van de kerk werd een kleine kapel gebouwd.
In 1618 brak in het gebied van het huidige Duitsland de dertigjarige oorlog uit. Opnieuw werd het gebied van de Nederrijn oorlogsgebied en hoewel het stift door de prins van Oranje gevrijwaard werd van Hollandse aanvallen, werd het stift door andere partijen opnieuw verwoest. In 1630 werd opnieuw met de wederopbouw begonnen. Pas in 1670 zou een begin gemaakt worden met een nieuwe kerk.
Het einde
Was het stift gedurende meerdere eeuwen zelfstandig, in 1803 werd het eigendom van het koninkrijk Pruissen. Het kiesrecht dat de nonnen van keizer Otto II hadden gekregen werd hun nu door koning Friederich Wilhelm III van Pruissen ontnomen. Tegen de wil van het stift en de bevolking benoemde hij de 8-jarige Friederike von Radziwil in 1805 tot abdis. De koning dwong ook af dat er nu protestantse dames in het stift mochten intreden. Dit had ook gevolgen voor Elten, dat tot dan toe door het stift geregeerd werd: er mochten zich nu leden van de protestantse kerk in de stad vestigen.
In 1806 viel het stift dan onder het Groothertogdom Berg, een kunstmatige staat door Napoleon in het leven geroepen, met hertog Joachim Murat aan het roer. Diezelfde Murat benoemde, met toestemming van Napoleon, zijn 4-jarige dochter Laetitia tot abdis van het stift.
Op 18 maart 1811 werd het stift, op bevel van Napoleon, opgeheven. De kerk van het stift werd de parachiekerk van Hoch Elten. In 1832 werden de abdijgebouwen verkocht voor sloop. Tegenwoordig resten behalve de kerk nog drie andere gebouwen:
- Het huis van de abdissen uit het geslacht Manderscheid Blankenheim naast de Drususbron. Op de gevel van het huis staat:
- M(aria) F(ranziska) Z(u) M(anderscheid) B(lankenheim) D(echantin) Z(u) E(lten) P(röpstin) Z(u) V(reden).
- Het huis van de abdissen uit het geslacht Salm Reifferscheid ten westen van de kerk. Tegenwoordig is er het jezuïtische Stanislauskolleg geherbergd. Op de gevel van het huis staat:
- A(nn)O 1667
- A(nna) S(alome) F(ürstin) Z(u) E(ssen) C(üsterin) Z(u) E(lten) G(Räfin) Z(u) S(alm) U(nd) R(eiferscheidt)
- Een kleiner huis tussen het abdissenhuis van Salm Reifferscheid en de kerk.
In maart 1945 werd de Eltenberg bestookt door de canadese artillerie waarbij de kerk wederom zwaar beschadigd raakte. De kerk werd echter door toedoen van onder andere Dr. Jan Herman van Heek direct na de oorlog weer hersteld.
Bezittingen
Het Stift Elten bezat in Bergh meerdere boerderijen:
- Godschalkshuis, Vinkwijk
- Rozenpas, Kilder
- Goed Vinkwijk te Vinkwijk
- De Boekelt, Wijnbergen
Abdissen
De abdissen van het stift Elten waren veelal ook abdissen in andere stiften, zoals het stift Vreden.
- 967 - 990?: Liutgard I
- < 997? - ?: Lutgardis II
- ? - ?: Richardis
- ? - ?: Riclindis
- ? - ?: Yrmgardis
- ? - ?: Giltruit
- ? - 1129?: Ermgardis
- ? - ?: Aleydis
- ? - ?: Guda
- < 1241 - ?: Adeleydis
- < 1273 - 1301?: Godelindis
- 1301? - < 1357: Mabilia de Batenborch
- < 1357 - 1365?: Yrmgardis de Monte
- 1365? - 1402: Elisabeth de Holzate
- 1402 - 1443: Lucia de Kerpen
- 1443 - 1475: Agnes van Bronckhorst
- 1476 - 1513: Elsa de Daun
- 1513 - 1544: Veronica van Rickestyn
- 1544 - 1572: Magdalena zu Wied-Runkel
- 1572 - 1603: Margaretha von Manderscheid-Gerolstein
- 1603 - 1645: Agnes II von Limburg-Styrum und Bronckhorst
- 1645 - 1674: Maria Sophie zu Salm-Reifferscheid
- 1674 - 1708: Maria Franziska I von Manderscheid-Blankenheim
- 1708 - 1717: Anna Juliana Helena von Manderscheid-Blankenheim
- 1717 - 1727: Maria Eugenie von Manderscheid-Blankenheim
- 1727 - 1740: Maria Eleonora Ernestine von Manderscheid
- 1740 - 1784: Maria Franziska II von Manderscheid
- 1784 - 1789: Maria Waldburga Anna Truchsess von Zeil-Waldburg
- 1790 - 1796: Josepha Maria Anna Antonia Nepomucena zu Salm-Reifferscheidt-Bedburg
- 1796 - 1803: Maximiliana Franziska de Paula zu Salm-Reifferscheid
- 1805: Friederike von Radziwill
- 1806 - 1811: Marie Letizia Josephine Annonciade Murat
Deze lijst is afkomstig uit het Necrologium (zie bronnen).
Bronnen
- Germany Ecclesiastical Territories (Geistliche Gebiete) ruled by women
- Het necrologium en het tynsboek van het adelijk jufferen-stift te Hoog-Elten, medegedeeld uit het onuitgegeven oorspronkelijk handschrift, benevens ene geschiedenis der Abdij, N.C. Kist; Leyden, 1853
- Getuigenis van Irmgard van Berg, van 21 januari 1357 (in het archief van de stad Keulen)
- Portal Rheinische Geschichte, een zeer beknopte geschiedenis (in het duits).
- Regest van 2 februari 1129 op Regesta Imperii Online (in het duits en latijn).
- Burg und Stift Elten am Niederrhein, G. Binding, W. Janssen, F. K. Junklaaß; Rheinland Verlag, Düsseldorf, 1970.
Externe links
- http://de.wikipedia.org/wiki/Stift_Elten (in het Duits)
- Elten die letzten 100 Jahre, 1897 - 1997, Axmacher en Köster, ISBN 3-923692-20-X