Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Grafelijke molen Gendringen: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''grafelijke molen''' in Gendringen was een van de vier dwang- of banmolens, die Willem II van den Bergh tegen 1450 heeft laten b…') |
k (interne links) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | De '''grafelijke molen''' in [[Gendringen]] was een van de vier [[Grafelijke molens|dwang- of banmolens]], die [[Willem II van den Bergh]] tegen [[1450]] heeft laten bouwen. Net als de [[Terlaaksmolen]] in [[Didam]] en [[Torenmolen|grafelijke molen]] in [[Zeddam]] was dit een stenen [[Media:Torenmolen-Zeddam-2008.jpg|torenmolen]]. Tot de afschaffing van de heerlijke rechten (waaronder het wind- of maalrecht) in [[1798]] waren de [[Land van den Bergh|Berghse]] boeren verplicht hun graan op een van de grafelijke molens te laten malen. | + | De '''grafelijke molen''' in [[Gendringen]] was een van de vier [[Grafelijke molens|dwang- of banmolens]], die [[Willem II van den Bergh]] tegen [[1450]] heeft laten bouwen. Net als de [[Terlaaksmolen]] in [[Didam]] en [[Torenmolen|grafelijke molen]] in [[Zeddam]] was dit een stenen [[Media:Torenmolen-Zeddam-2008.jpg|torenmolen]]. Tot de afschaffing van de [[heerlijke rechten]] (waaronder het [[Windrecht|wind- of maalrecht]]) in [[1798]] waren de [[Land van den Bergh|Berghse]] boeren verplicht hun graan op een van de grafelijke molens te laten malen. |
In [[1632]], in de tijd van [[Maria Elisabeth Clara van den Bergh|gravin Maria Elisabeth Clara]], werd in [[Etten]] een [[Willemsens molen Etten|standerdmolen]] gebouwd om de torenmolen in Gendringen te ontlasten. | In [[1632]], in de tijd van [[Maria Elisabeth Clara van den Bergh|gravin Maria Elisabeth Clara]], werd in [[Etten]] een [[Willemsens molen Etten|standerdmolen]] gebouwd om de torenmolen in Gendringen te ontlasten. |
Versie van 19 jan 2019 om 16:17
De grafelijke molen in Gendringen was een van de vier dwang- of banmolens, die Willem II van den Bergh tegen 1450 heeft laten bouwen. Net als de Terlaaksmolen in Didam en grafelijke molen in Zeddam was dit een stenen torenmolen. Tot de afschaffing van de heerlijke rechten (waaronder het wind- of maalrecht) in 1798 waren de Berghse boeren verplicht hun graan op een van de grafelijke molens te laten malen.
In 1632, in de tijd van gravin Maria Elisabeth Clara, werd in Etten een standerdmolen gebouwd om de torenmolen in Gendringen te ontlasten.
In 1778 werd de torenmolen grotendeels gesloopt, waarna op dezelfde plek een beltmolen verrees. Na de afschaffing van de heerlijke rechten is deze beltmolen in een onbekend jaar verkocht aan de molenaarsfamilie Willemsen, die in 1910 ook de grafelijke molen in Etten kocht.
De beltmolen is in 1911 door brand verwoest. De maalderij is nog tot 1983 in bedrijf gebleven.
Bronnen
- Het Huis Bergh door mr. A.P. van Schilfgaarde, uitgeverij Leiter-Nypels, Maastricht (1950), blz. 39
- Molendatabase, databasenummer 12148