Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Marcus, Abraham: verschil tussen versies
k (medeondertekenaars) |
k (→Bronnen: cat) |
||
Regel 15: | Regel 15: | ||
*[[Old Ni-js 075|Old Ni-js nr. 75]], blz. 7 | *[[Old Ni-js 075|Old Ni-js nr. 75]], blz. 7 | ||
− | [[Categorie:Joodse gemeenschap in 's-Heerenberg]] [[Categorie:Joodse godsdienstleraren]] | + | [[Categorie:Joodse gemeenschap in 's-Heerenberg]] [[Categorie:Joodse godsdienstleraren]] [[Categorie:Kerkmeesters]] |
Huidige versie van 19 mrt 2021 om 17:04
Abraham Marcus was in het begin van de negentiende eeuw een vooraanstaand lid van de joodse gemeenschap in 's-Heerenberg.
Hij werd rond 1751 geboren in Koningsbergen, Pruisen, als zoon van Jechiel Marcus en Rachel Semmales. Het niet bekend hoe en wanneer hij is 's-Heerenberg is beland, maar waarschijnlijk is dit voor 1808 gebeurd. Hij trouwde daar met Aaltje Simons, weduwe van Alexander Heijman. Uit haar eerste huwelijk had zij ten minste drie kinderen: Simon, Hindele en Juth (Judith) Heijman. Vanaf 1821 of eerder woonde Marcus met zijn gezin in een woning in de Marktstraat.
Hij was, mogelijk tot aan zijn dood in 1822, godsdienstleraar en voorganger aan de synagoge. In 1813 stond hij tevens te boek als een van de kerkmeesters van de joodse gemeente. Het ligt voor de hand dat hij die functie langer heeft vervuld. In dat jaar was hij een van de ondertekenaars van de namenlijst betreffende de Joodsche Bevolking, waarop hij zelf ook staat vermeld. De andere ondertekenaars waren Salomon Roodschild en Meijer Simons.
Hij overleed in 's-Heerenberg op 17 augustus 1822, 71 jaar oud. Op 13 januari 1823 liet zijn weduwe samen met haar drie kinderen bij notaris De Both in 's-Heerenberg een memorie van successie opmaken. Daaruit blijkt dat Marcus een rijke man tussen de merendeels arme joodse 's-Heerenbergenaren was. Naast een huis met inboedel bezat hij "goud en zilver, contante penningen, actiën, obligatiën en kredieten". Zijn overlijdensakte vermeldt als zijn beroep koopman, maar in de memorie van successie staat "debitant [= verkoper] in de Nederlandsche Loterij". Dit verklaart een bedrag van 53,92½ gulden dat ene Dibbets te Arnhem terugvorderde voor geleverde loten. Er waren ook nog andere schulden die ingelost moesten worden, maar er bleef genoeg over voor zijn weduwe en stiefkinderen. Zij ondertekenden de memorie van successie in Hebreeuws schrift. Dit wijst erop dat zij wel Jiddisch, maar geen Nederlands konden schrijven
Het huis aan de Markstraat ging naar zijn weduwe en daarna naar zijn stiefzoon Simon. Die had zelf een huis verderop aan de Marktstraat, zodat hij zijn stiefvaders huis heeft verkocht nadat zijn moeder op 2 februari 1833 op 84-jarige leeftijd in Groenlo was overleden.
Bronnen
- Archieven.nl
- Bergh; Heren, Land en Volk, blz. 437
- Old Ni-js nr. 75, blz. 7