Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Breda: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (1573-1638)
k (interne link)
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Wapensteen Rijsbergen 1656.jpg|thumb|right|280px|'''De Rijsbergse wapensteen van Bergh en Hohenzollern-Hechingen uit 1656]]
+
'''Breda''', een stad in het westen van de provincie Noord-Brabant, was van [[1125]] tot [[1795]] de hoofdstad van de '''Baronie van Breda'''. Hier heeft [[Willem II van den Bergh]] in [[1428]] uit de erfenis van zijn vader [[Otto van der Leck]] een aantal bezittingen geërfd. Hiertoe behoorden de heerlijkheden [[Gageldonk]] en [[Hambroek]], die hij al in [[1436]] verkocht.
'''Breda''' is een stad in het westen van de provincie Noord-Brabant. Van [[1125]] tot [[1795]] was het de hoofdstad van de '''Baronie van Breda'''. In deze baronie hebben de [[Graven Van den Bergh|heren en graven van Bergh]] uit de erfenis van [[Otto van der Leck]] een aantal onroerende goederen bezeten, waaronder drie molens. Over de eventuele andere onroerende goederen zijn geen gegevens gevonden.
 
  
De molens stonden bij Rijsbergen, Zundert en Alfen. Zij kwamen via [[Maria Elisabeth van den Bergh]], dochter van [[Hendrik van den Bergh (1573-1638)|Hendrik van den Bergh]], in het bezit van het markiezaat van [[Bergen op Zoom]]. Over de molens bij Zundert en Alfen zijn geen nadere details voorhanden.
+
Verder erfde heer Willem II onder meer drie [[Grafelijke molens|molens]]:
 +
*[[Grafelijke molen Alphen|Grafelijke molen]] in Alphen
 +
*[[Kaarschotse molen]] in Rijsbergen
 +
*[[Akkermolen]] in Zundert  
  
De molen bij Rijsbergen, een watermolen, werd door laatste markies, Karl Theodor van de Paltz-Sulzbach, in [[1729]] verkocht. In de gevel van de molen bevond zich een wapensteen van 53x58 cm, die Maria Elisabeth en haar echtgenoot Eitel Friedrich van Hohenzollern-Hechingen daar in [[1656]] ter herinnering aan een geslaagde restauratie hadden laten aanbrengen.  
+
De molens werden verpacht, maar het contact tussen de molenaars en de graaf verliep niet altijd vlekkeloos. In [[1577]] vroegen de molenaars ''te Caerschot, Sundert en Alphen'' aan [[Frederik van den Bergh (1545-1592)|graaf Frederik]] (die de bezittingen van zijn broer [[Willem IV van den Bergh|graaf Willem IV]] had ingepikt na diens vlucht naar [[Duitsland]]) hoe zij hun honderdste penning (belasting) moesten afdragen. Deze vraag was waarschijnlijk gemakkelijk te beantwoorden. In de zomer van [[1584]] deed zich een ernstiger probleem voor. Een inspecteur van graaf Frederik stelde vast dat de molenaars in Rijsbergen en Zundert niet alleen niet betaald hadden, maar ook dat alle bewoners van de molens vertrokken waren.  
  
Toen de watermolen in [[1915]] werd afgebroken, is deze wapensteen ingemetseld in de zijkant van de stuw in de naastgelegen beek, de Aa of Weerijs. De steen is inmiddels danig verweerd, maar de wapens zijn nog goed herkenbaar; rechts het [[wapen van de graven van Bergh]], links dat van de vorsten van Hohenzollern-Hechingen.
+
Toen [[Maria Elisabeth van den Bergh]], dochter van [[Hendrik van den Bergh (1573-1638)|Hendrik van den Bergh]], in [[1635]] markiezin van [[Bergen op Zoom]] werd, kwamen de molens in het bezit van het markiezaat. In [[1698]] overleed [[Henriëtte Francisca van Hohenzollern-Hechingen]], dochter van markiezin Maria Elisabeth, waarmee met Bergen op Zoom ook de drie molens verloren gingen voor de [[Graven van den Bergh|graven van Bergh]].
  
De wapensteen is, als overblijfsel van de watermolen, een rijksmonument. Het monumentnummer is 33016.
 
[[Bestand:Stuw Rijsbergen.jpg|thumb|left|500px|'''De stuw in de Aa of Weerijs bij Rijsbergen. De wapensteen is ingemetseld in de muur op de linker oever.]]
 
<br clear=all/>
 
 
== Bronnen ==
 
== Bronnen ==
 
*[[Het archief van het Huis Bergh]], blz. 141
 
*[[Het archief van het Huis Bergh]], blz. 141
 +
*[[Archief Huis Bergh]], regesten 6456 en 8035
 
*[http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monuments/33016 Monumentenregister]
 
*[http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monuments/33016 Monumentenregister]
*[http://commons.wikimedia.org/wiki/User:Basvb/1000 Wikimedia Commons]
 
  
 
[[Categorie:Berghse bezittingen]] [[Categorie:Nederland]]
 
[[Categorie:Berghse bezittingen]] [[Categorie:Nederland]]

Huidige versie van 16 mei 2022 om 05:34

Breda, een stad in het westen van de provincie Noord-Brabant, was van 1125 tot 1795 de hoofdstad van de Baronie van Breda. Hier heeft Willem II van den Bergh in 1428 uit de erfenis van zijn vader Otto van der Leck een aantal bezittingen geërfd. Hiertoe behoorden de heerlijkheden Gageldonk en Hambroek, die hij al in 1436 verkocht.

Verder erfde heer Willem II onder meer drie molens:

De molens werden verpacht, maar het contact tussen de molenaars en de graaf verliep niet altijd vlekkeloos. In 1577 vroegen de molenaars te Caerschot, Sundert en Alphen aan graaf Frederik (die de bezittingen van zijn broer graaf Willem IV had ingepikt na diens vlucht naar Duitsland) hoe zij hun honderdste penning (belasting) moesten afdragen. Deze vraag was waarschijnlijk gemakkelijk te beantwoorden. In de zomer van 1584 deed zich een ernstiger probleem voor. Een inspecteur van graaf Frederik stelde vast dat de molenaars in Rijsbergen en Zundert niet alleen niet betaald hadden, maar ook dat alle bewoners van de molens vertrokken waren.

Toen Maria Elisabeth van den Bergh, dochter van Hendrik van den Bergh, in 1635 markiezin van Bergen op Zoom werd, kwamen de molens in het bezit van het markiezaat. In 1698 overleed Henriëtte Francisca van Hohenzollern-Hechingen, dochter van markiezin Maria Elisabeth, waarmee met Bergen op Zoom ook de drie molens verloren gingen voor de graven van Bergh.

Bronnen