Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Schoonbroodt, Johannes Wilhelmus: verschil tussen versies
k (→Bronnen: adw, cat) |
k (redactie) |
||
| (Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | '''Johannes Wilhelmus Schoonbroodt''' was van de oprichting in [[1808]] tot de opheffing in [[1811]] als sergeant-majoor commandant van de ''19e escouade'' van het [[1ste Korps Grensjagers van 1808-1811|1e Korps Grensjagers]] in [[Beek]]. | + | '''Johannes Wilhelmus Schoonbroodt''' was van de oprichting in [[1808]] tot de opheffing in [[1811]] als sergeant-majoor commandant van de ''19e escouade'' van het [[1ste Korps Grensjagers van 1808-1811|1e Korps Grensjagers]] in [[Beek]]. Mogelijk heeft [[Straalen, Evert Willem van|sergeant-majoor Van Stralen]] begin [[1810]] het commando tijdelijk overgenomen. |
Er waren in die tijd meer mannen met deze naam, zodat zijn herkomst niet kon worden herleid. Mogelijk kwam hij uit (de buurt van) Maastricht. | Er waren in die tijd meer mannen met deze naam, zodat zijn herkomst niet kon worden herleid. Mogelijk kwam hij uit (de buurt van) Maastricht. | ||
| − | De ''19e escouade'' was een van de veertig kleine eenheden waaruit het Korps Grensjagers per 21 mei 1808 bestond. De commandant van een escouade was een sergeant-majoor of opperwachtmeester en bestond daarnaast uit vier lagere onderofficieren. In 1808 waren dit in Beek de sergeanten C.L. Koster, [[Putters, Adrianus Christoffel|A.C. Putters]], J.E. Salterbach en [[Ullman, Jacob|J. Ullman]]. De sergeanten Koster en Salterbach waren | + | De ''19e escouade'' was een van de veertig kleine eenheden waaruit het Korps Grensjagers per 21 mei 1808 bestond. De commandant van een escouade was een sergeant-majoor of opperwachtmeester en bestond daarnaast uit vier lagere onderofficieren. In 1808 waren dit in Beek de sergeanten [[Koster, Christian Louis|C.L. Koster]], [[Putters, Adrianus Christoffel|A.C. Putters]], [[Salterbach, Johan Engel|J.E. Salterbach]] en [[Ullman, Jacob|J. Ullman]]. De sergeanten Koster en Salterbach waren later vervangen door [[Pegman, Pieter|P. Pegman]] en [[Valk, Cornelis|C. Valk]]. |
{| | {| | ||
|- valign=top | |- valign=top | ||
|[[Bestand:NL-HaNA_2.01.15_116_0007 Schoonbrood.jpg|thumb|right|500px|<center>'''De 19e escouade in Beek in de namenlijst van 21 mei 1808</center>]] | |[[Bestand:NL-HaNA_2.01.15_116_0007 Schoonbrood.jpg|thumb|right|500px|<center>'''De 19e escouade in Beek in de namenlijst van 21 mei 1808</center>]] | ||
| − | |[[Bestand: NL-HaNA_2.01.15_328_0017 Pegman.jpg|thumb|right|500px|<center>'''De 19e escouade in Beek in | + | |[[Bestand: NL-HaNA_2.01.15_328_0017 Pegman.jpg|thumb|right|500px|<center>'''De 19e escouade in Beek in de namenlijst van 15 mei 1811</center>]] |
|} | |} | ||
Op 24 mei [[1809]] waren Schoonbroodt en (zijn vrouw?) Johanna Catharina Wille peetouders bij de doop in de [[St. Martinus Beek|St. Martinuskerk]] van Wilhelmina Johana Gettruda Putters, dochter van sergeant Putters en Martha Maria Barriee. | Op 24 mei [[1809]] waren Schoonbroodt en (zijn vrouw?) Johanna Catharina Wille peetouders bij de doop in de [[St. Martinus Beek|St. Martinuskerk]] van Wilhelmina Johana Gettruda Putters, dochter van sergeant Putters en Martha Maria Barriee. | ||
Huidige versie van 1 sep 2022 om 05:34
Johannes Wilhelmus Schoonbroodt was van de oprichting in 1808 tot de opheffing in 1811 als sergeant-majoor commandant van de 19e escouade van het 1e Korps Grensjagers in Beek. Mogelijk heeft sergeant-majoor Van Stralen begin 1810 het commando tijdelijk overgenomen.
Er waren in die tijd meer mannen met deze naam, zodat zijn herkomst niet kon worden herleid. Mogelijk kwam hij uit (de buurt van) Maastricht.
De 19e escouade was een van de veertig kleine eenheden waaruit het Korps Grensjagers per 21 mei 1808 bestond. De commandant van een escouade was een sergeant-majoor of opperwachtmeester en bestond daarnaast uit vier lagere onderofficieren. In 1808 waren dit in Beek de sergeanten C.L. Koster, A.C. Putters, J.E. Salterbach en J. Ullman. De sergeanten Koster en Salterbach waren later vervangen door P. Pegman en C. Valk.
Op 24 mei 1809 waren Schoonbroodt en (zijn vrouw?) Johanna Catharina Wille peetouders bij de doop in de St. Martinuskerk van Wilhelmina Johana Gettruda Putters, dochter van sergeant Putters en Martha Maria Barriee.
Na de opheffing van het 1ste Korps Grensjagers in 1811 was Schoonbroodt veldwachter in de gemeente Zeddam tot hij op 1 september 1814 dienst nam bij het toen opgerichte 2e Korps Grensjagers. Het heeft burgemeester De Bellefroid daarna bijna twee jaar gekost voor hij in veldwachter Willem Visser een geschikte opvolger vond.
Over Schoonbroodts diensttijd bij het 2e Korps Grensjagers en zijn verdere levensloop zijn geen gegevens voorhanden.
Bronnen
- Archieven.nl
- Nationaal Archief, Militairen in de Bataafs-Franse tijd 1795-1813, toegangsnummer 2.01.15:
- inventarisnummer 116, folionummers 3 en 10
- inventarisnummer 328, folionummers 3 en 16
- Grensjagers en Commiezen (te paard) 1814-1828, H. Kramer, Contactorgaan ADW (december 1992), blz. 8–22
