Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Berendsen, Joseph Johannes Bernardus: verschil tussen versies
k (onderscheid Kerkstraat s-Heerenberg) |
(citaten uit dagboek toegevoegd) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[Afbeelding:Joseph Berendsen.jpg|thumb| | + | [[Afbeelding:Joseph Berendsen.jpg|thumb|rechts|400px|'''Joseph Berendsen<br/>(1925-1985)''']] |
'''Joseph Berendsen''' (legernummer 25.01.04.060) werd geboren in [['s-Heerenberg]] op 4 januari [[1925]] en overleed daar op 20 november [[1985]]. Hij heeft gewoond op het adres [[Kerkstraat 's-Heerenberg | Kerkstraat]] 4. | '''Joseph Berendsen''' (legernummer 25.01.04.060) werd geboren in [['s-Heerenberg]] op 4 januari [[1925]] en overleed daar op 20 november [[1985]]. Hij heeft gewoond op het adres [[Kerkstraat 's-Heerenberg | Kerkstraat]] 4. | ||
− | Op 8 mei [[1946]] is Joseph opgekomen in de Krayenhoffkazerne in Nijmegen bij het bataljon 3-2 RI | + | Op 8 mei [[1946]] is Joseph opgekomen in de Krayenhoffkazerne in Nijmegen bij het bataljon '''3-2 RI'''. Hij werd ingedeeld bij de 1e compagnie. Gedurende zijn diensttijd heeft hij een dagboek bijgehouden, waarin hij zijn belevenissen illustreerde met krantenknipsels, correspondentie met het thuisfront en allerlei dingen die de soldaten kregen uitgereikt (handboekje hoe zich te gedragen, verlofpasje en dergelijke). In bijna vier jaar vulde hij drie geschreven dagboeken en een met alleen maar foto's. De vier boeken werden in oktober [[2007]] door zijn kinderen aan de [[Heemkundekring Bergh]] geschonken. Dit waardevolle materiaal maakt aanschouwelijk wat 3-2 RI in het bijzonder en de rest van de uitgezonden eenheden in het algemeen, hebben meegemaakt. |
− | [[ | + | Joseph vertrok op 3 september [[1946]], ruim zes weken eerder dan de rest van zijn bataljon, met een groep kwartiermakers aan boord van de ''Klipfontein'' naar Indië. Ruim drie weken later, op 25 september, meerde de ''Klipfontein'' af in Tandjong Priok, de haven van Batavia. De hoofdmacht van 3-2 RI is op 18 oktober 1946 met de ''Indrapoera'' naar Indië vertrokken en kwam precies een maand later, op 18 november, in Batavia aan. |
− | De hoofdmacht van | ||
− | + | Aanvankelijk werd het bataljon gelegerd in Batavia voor wachtdiensten en ordehandhaving. Begin januari [[1947]] kreeg 3-2 RI taken op posten buiten de stad. Joseph kwam op een post bij Klender terecht, waarover hij schreef: | |
− | Na zijn terugkeer uit Indië is Joseph jarenlang [[KNVB]] scheidsrechter , jeugdleider en kantinebeheerder geweest bij voetbalvereniging [[MvR]]. | + | ''Op deze eerste buitenpost lossen we de Stoottroepen af. De wegcontrole vervalt nu. In de eerste dagen van ons verblijf word ik oppasser van luitenant Kaldewaaij, pelotonscommandant derde peloton. Onze pelotonssergeant Brand vertrekt naar Japan'' [om Japanse krijgsgevangenen naar huis te begeleiden, red.]. ''Nu komen de patrouilles en een van de zwaarste is wel die met 12 RI. Verder zijn er in deze periode weinig gebeurtenissen. Op 8 februari verhuizen we naar Tandjong Priok.'' |
+ | |||
+ | Een maand later verhuisde 3-2 RI naar buitenposten langs de konvooiweg Batavia-Bandoeng. Josephs post was in Tjikolotok. Het was daar rustig en het contact met de plaatselijke bevolking, vooral met de ''loerah'' (het dorpshoofd) en de ''wedono'' (het districtshoofd), was goed: | ||
+ | |||
+ | ''De eerste dagen in dit nieuwe kamp brengen we door zonder onze spullen. De wagen is op de Poentjak'' [een bergpas] ''blijven steken. Eindelijk na vier dagen, 's avonds laat, worden ze gebracht, en dan is ons kamp zo in orde. Al gauw maken we kennis met de Loerah en de Wedono uit dit gebied. Loerah Sapai is de man die we nooit zullen vergeten. Steeds stond zijn woning open voor ons en steeds werden we gastvrij ontvangen. Het verblijf hier kenmerkt zich door grote rust. Sergeant Brand keert terug uit Japan. Een paar nachten hebben we last van een pelopper'' [met dit woord werden Indonesische opstandelingen aangeduid]'', die zelfs de wachtcommandant bespringt, maar de volgende nacht is hij mati'' [dood], ''als hij weer wil ontvluchten.'' | ||
+ | |||
+ | Op 23 juli [[1947]], twee dagen na het begin van de Eerste Politionele Actie, werd 3-2 RI naar de kustplaats Cheribon verplaatst om vandaaruit in zuidelijke richting op te trekken naar Tasikmalaja. Op 4 augustus schreef Joseph: | ||
+ | |||
+ | '''s Nachts tegen twaalf uur moet het 3e peloton 3 km verderop de volgende brug bezetten, die is echter opgeblazen. De weg ligt vol mijnen, en het is uitkijken. We blijven tot 's morgens bij die brug. Om circa 7 uur trekken nu te voet alle 4 compagnieën van ons Bataljon ons bij die brug voorbij, en wij sluiten er bij aan. Zonder tegenstand, wel om de 5 km kapotte bruggen, bereiken we tegen de avond Kawali. We zitten de vijand vlak op de hielen, het plaatsje brandt overal, de grote brug is nog niet lang opgeblazen. Enige achtergebleven peloppers bieden nog tegenstand, maar dit verzet wordt gauw opgeruimd.'' | ||
+ | |||
+ | [[Afbeelding:Waterman.jpg|thumb|rechts|400px|'''De ''Waterman'', het troepentransportschip waarmee 3-2 RI repatrieerde. ''']] | ||
+ | Vanaf de Eerste Politionele Actie heeft 3-2 RI een zware tijd gehad, toen het verspreid over diverse buitenposten in het gebied rond Tasikmalaja gelegerd was. De bijschriften bij de foto's vermelden namen als Golatjir, Manondjaja en Garoet. Toen zijn vele van de 41 doden gevallen. Zo bevat Josephs album een foto van de begrafenis van zijn pelotonssergeant Arie Brand, die op 9 oktober [[1947]] sneuvelde tijdens een gevechtspatrouille in de buurt van Tasikmalaja. Verderop in het album is een foto van de herbegrafenis op 10 mei [[1948]] van tien gesneuvelde makkers op het ereveld van Tasikmalaja. De meeste doden van 3-2 RI zijn in de jaren zestig overgebracht naar het Nederlandse ereveld Menteng Pulo in Jakarta. | ||
+ | |||
+ | Tijdens de Tweede Politionele Actie (19 december 1948 - 5 januari [[1949]]) is 3-2 RI niet ingezet. | ||
+ | |||
+ | Op 24 december 1949 is het bataljon aan boord gegaan van de ''Waterman'' voor de terugreis naar Nederland. De aankomst in Rotterdam was op 15 januari [[1950]]. | ||
+ | |||
+ | Na zijn terugkeer uit Indië is Joseph jarenlang [[KNVB]] scheidsrechter, jeugdleider en kantinebeheerder geweest bij voetbalvereniging [[MvR]]. | ||
{{Onderwerp|Personen|Militairen|Indiëgangers|Deelnemers Politionele Acties}} | {{Onderwerp|Personen|Militairen|Indiëgangers|Deelnemers Politionele Acties}} |
Versie van 11 nov 2007 om 11:55
Joseph Berendsen (legernummer 25.01.04.060) werd geboren in 's-Heerenberg op 4 januari 1925 en overleed daar op 20 november 1985. Hij heeft gewoond op het adres Kerkstraat 4.
Op 8 mei 1946 is Joseph opgekomen in de Krayenhoffkazerne in Nijmegen bij het bataljon 3-2 RI. Hij werd ingedeeld bij de 1e compagnie. Gedurende zijn diensttijd heeft hij een dagboek bijgehouden, waarin hij zijn belevenissen illustreerde met krantenknipsels, correspondentie met het thuisfront en allerlei dingen die de soldaten kregen uitgereikt (handboekje hoe zich te gedragen, verlofpasje en dergelijke). In bijna vier jaar vulde hij drie geschreven dagboeken en een met alleen maar foto's. De vier boeken werden in oktober 2007 door zijn kinderen aan de Heemkundekring Bergh geschonken. Dit waardevolle materiaal maakt aanschouwelijk wat 3-2 RI in het bijzonder en de rest van de uitgezonden eenheden in het algemeen, hebben meegemaakt.
Joseph vertrok op 3 september 1946, ruim zes weken eerder dan de rest van zijn bataljon, met een groep kwartiermakers aan boord van de Klipfontein naar Indië. Ruim drie weken later, op 25 september, meerde de Klipfontein af in Tandjong Priok, de haven van Batavia. De hoofdmacht van 3-2 RI is op 18 oktober 1946 met de Indrapoera naar Indië vertrokken en kwam precies een maand later, op 18 november, in Batavia aan.
Aanvankelijk werd het bataljon gelegerd in Batavia voor wachtdiensten en ordehandhaving. Begin januari 1947 kreeg 3-2 RI taken op posten buiten de stad. Joseph kwam op een post bij Klender terecht, waarover hij schreef:
Op deze eerste buitenpost lossen we de Stoottroepen af. De wegcontrole vervalt nu. In de eerste dagen van ons verblijf word ik oppasser van luitenant Kaldewaaij, pelotonscommandant derde peloton. Onze pelotonssergeant Brand vertrekt naar Japan [om Japanse krijgsgevangenen naar huis te begeleiden, red.]. Nu komen de patrouilles en een van de zwaarste is wel die met 12 RI. Verder zijn er in deze periode weinig gebeurtenissen. Op 8 februari verhuizen we naar Tandjong Priok.
Een maand later verhuisde 3-2 RI naar buitenposten langs de konvooiweg Batavia-Bandoeng. Josephs post was in Tjikolotok. Het was daar rustig en het contact met de plaatselijke bevolking, vooral met de loerah (het dorpshoofd) en de wedono (het districtshoofd), was goed:
De eerste dagen in dit nieuwe kamp brengen we door zonder onze spullen. De wagen is op de Poentjak [een bergpas] blijven steken. Eindelijk na vier dagen, 's avonds laat, worden ze gebracht, en dan is ons kamp zo in orde. Al gauw maken we kennis met de Loerah en de Wedono uit dit gebied. Loerah Sapai is de man die we nooit zullen vergeten. Steeds stond zijn woning open voor ons en steeds werden we gastvrij ontvangen. Het verblijf hier kenmerkt zich door grote rust. Sergeant Brand keert terug uit Japan. Een paar nachten hebben we last van een pelopper [met dit woord werden Indonesische opstandelingen aangeduid], die zelfs de wachtcommandant bespringt, maar de volgende nacht is hij mati [dood], als hij weer wil ontvluchten.
Op 23 juli 1947, twee dagen na het begin van de Eerste Politionele Actie, werd 3-2 RI naar de kustplaats Cheribon verplaatst om vandaaruit in zuidelijke richting op te trekken naar Tasikmalaja. Op 4 augustus schreef Joseph:
's Nachts tegen twaalf uur moet het 3e peloton 3 km verderop de volgende brug bezetten, die is echter opgeblazen. De weg ligt vol mijnen, en het is uitkijken. We blijven tot 's morgens bij die brug. Om circa 7 uur trekken nu te voet alle 4 compagnieën van ons Bataljon ons bij die brug voorbij, en wij sluiten er bij aan. Zonder tegenstand, wel om de 5 km kapotte bruggen, bereiken we tegen de avond Kawali. We zitten de vijand vlak op de hielen, het plaatsje brandt overal, de grote brug is nog niet lang opgeblazen. Enige achtergebleven peloppers bieden nog tegenstand, maar dit verzet wordt gauw opgeruimd.
Vanaf de Eerste Politionele Actie heeft 3-2 RI een zware tijd gehad, toen het verspreid over diverse buitenposten in het gebied rond Tasikmalaja gelegerd was. De bijschriften bij de foto's vermelden namen als Golatjir, Manondjaja en Garoet. Toen zijn vele van de 41 doden gevallen. Zo bevat Josephs album een foto van de begrafenis van zijn pelotonssergeant Arie Brand, die op 9 oktober 1947 sneuvelde tijdens een gevechtspatrouille in de buurt van Tasikmalaja. Verderop in het album is een foto van de herbegrafenis op 10 mei 1948 van tien gesneuvelde makkers op het ereveld van Tasikmalaja. De meeste doden van 3-2 RI zijn in de jaren zestig overgebracht naar het Nederlandse ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Tijdens de Tweede Politionele Actie (19 december 1948 - 5 januari 1949) is 3-2 RI niet ingezet.
Op 24 december 1949 is het bataljon aan boord gegaan van de Waterman voor de terugreis naar Nederland. De aankomst in Rotterdam was op 15 januari 1950.
Na zijn terugkeer uit Indië is Joseph jarenlang KNVB scheidsrechter, jeugdleider en kantinebeheerder geweest bij voetbalvereniging MvR.