Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Wylick, Joannes Theodorus: verschil tussen versies
k (Franse Oorlog) |
k (Aanvulling uit Parochie Zeddam 1150-1975) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | '''Joannes Theodorus Wylick''' was een dominicaner pater | + | '''Joannes Theodorus Wylick''' was een dominicaner pater. Hij werd in [[1672]] de eerste pastoor sinds een eeuw van de [[Sint Oswalduskerk|parochie Zeddam]]. Ongeveer honderd jaar eerder was de Zeddamse kerk door de protestanten in bezit genomen en sindsdien had Zeddam geen eigen pastoor meer gehad. De toenmalige [[Kniest, Johan|pastoor Kniest]] was toen gevlucht, of is rond die tijd overleden. |
In genoemd jaar, het Rampjaar 1672, begon de [[Franse oorlog]], waarbij Franse troepen van Lodewijk XIV begin juni vanuit [[Emmerik]] [[Land van den Bergh|Bergh]] bereikten. De Fransen gelasten dat alle kerken aan de katholieken teruggegeven moesten worden, zodat de Sint Oswalduskerk in augustus 1672 ''gereconsilieerd'' kon worden door de Gerardt van Wildenraedt, deken van de [[St. Martini Munsterkirche|Sint Martinuskerk]] in [[Emmerik]]. ''Reconciliëren'' is in dit verband het herstellen van de wijding van een ontheiligde kerk. | In genoemd jaar, het Rampjaar 1672, begon de [[Franse oorlog]], waarbij Franse troepen van Lodewijk XIV begin juni vanuit [[Emmerik]] [[Land van den Bergh|Bergh]] bereikten. De Fransen gelasten dat alle kerken aan de katholieken teruggegeven moesten worden, zodat de Sint Oswalduskerk in augustus 1672 ''gereconsilieerd'' kon worden door de Gerardt van Wildenraedt, deken van de [[St. Martini Munsterkirche|Sint Martinuskerk]] in [[Emmerik]]. ''Reconciliëren'' is in dit verband het herstellen van de wijding van een ontheiligde kerk. | ||
− | Pater Wylick werd toen | + | Pater Wylick werd toen aangesteld als pastoor. Hij wordt in elk geval als zodanig genoemd in een akte van 1 maart [[1673]], maar al op 4 februari [[1674]] schreef de weduwe van [[Albert van den Bergh]], Madeleine de Cusance, dat pater Wylick zijn ambt had neergelegd. Zij stelde daarop een franciscaan aan als pastoor. Het is aannemelijk dat dit [[broeder Jodocus]] van het Observatenklooster in [[Elten]] was, die tot [[1686]] pastoor van Zeddam is geweest. |
Het vertrek van pater Wylick was een gevolg van de terugtrekking van de Franse troepen, waarna veel vrijheden die de katholieken hadden verworven weer werden teruggedraaid. Zo moesten zij de Sint Oswalduskerk op 4 juni 1674 weer afstaan. Wylicks opvolger bleef echter, ook zonder kerkgebouw, als pastoor in Zeddam werkzaam. | Het vertrek van pater Wylick was een gevolg van de terugtrekking van de Franse troepen, waarna veel vrijheden die de katholieken hadden verworven weer werden teruggedraaid. Zo moesten zij de Sint Oswalduskerk op 4 juni 1674 weer afstaan. Wylicks opvolger bleef echter, ook zonder kerkgebouw, als pastoor in Zeddam werkzaam. | ||
− | == | + | == Bronnen == |
*''Het boek Hofman'' in [[Azem van 't Hof tot heden]], blz. 477, 478 | *''Het boek Hofman'' in [[Azem van 't Hof tot heden]], blz. 477, 478 | ||
*[[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 220 | *[[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 220 | ||
+ | *[[Parochie Zeddam 1150-1975]], blz. 30 | ||
{{Onderwerp|Personen|Pastoors en Kapelaans|Zeddam}} | {{Onderwerp|Personen|Pastoors en Kapelaans|Zeddam}} |
Versie van 15 nov 2010 om 15:23
Joannes Theodorus Wylick was een dominicaner pater. Hij werd in 1672 de eerste pastoor sinds een eeuw van de parochie Zeddam. Ongeveer honderd jaar eerder was de Zeddamse kerk door de protestanten in bezit genomen en sindsdien had Zeddam geen eigen pastoor meer gehad. De toenmalige pastoor Kniest was toen gevlucht, of is rond die tijd overleden.
In genoemd jaar, het Rampjaar 1672, begon de Franse oorlog, waarbij Franse troepen van Lodewijk XIV begin juni vanuit Emmerik Bergh bereikten. De Fransen gelasten dat alle kerken aan de katholieken teruggegeven moesten worden, zodat de Sint Oswalduskerk in augustus 1672 gereconsilieerd kon worden door de Gerardt van Wildenraedt, deken van de Sint Martinuskerk in Emmerik. Reconciliëren is in dit verband het herstellen van de wijding van een ontheiligde kerk.
Pater Wylick werd toen aangesteld als pastoor. Hij wordt in elk geval als zodanig genoemd in een akte van 1 maart 1673, maar al op 4 februari 1674 schreef de weduwe van Albert van den Bergh, Madeleine de Cusance, dat pater Wylick zijn ambt had neergelegd. Zij stelde daarop een franciscaan aan als pastoor. Het is aannemelijk dat dit broeder Jodocus van het Observatenklooster in Elten was, die tot 1686 pastoor van Zeddam is geweest.
Het vertrek van pater Wylick was een gevolg van de terugtrekking van de Franse troepen, waarna veel vrijheden die de katholieken hadden verworven weer werden teruggedraaid. Zo moesten zij de Sint Oswalduskerk op 4 juni 1674 weer afstaan. Wylicks opvolger bleef echter, ook zonder kerkgebouw, als pastoor in Zeddam werkzaam.
Bronnen
- Het boek Hofman in Azem van 't Hof tot heden, blz. 477, 478
- Bergh; Heren, Land en Volk, blz. 220
- Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 30