Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Franse oorlog: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(Bergh in de Franse Oorlog: afbeelding toegevoegd + kleine wijziging)
k (Bronnen: Categorie)
 
Regel 27: Regel 27:
 
*[[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 216-221
 
*[[Bergh; Heren, Land en Volk]], blz. 216-221
  
{{Onderwerp|Oorlog}}
+
[[Categorie:Oorlog]]

Huidige versie van 3 jan 2016 om 10:24

Achtergrond

De Franse Oorlog begon in het Rampjaar 1672 en wordt naar zijn Franse naam (Guerre de Hollande) ook wel Hollandse Oorlog genoemd en bijgevolg ook wel Frans-Nederlandse Oorlog.

In deze oorlog trachtte de Franse koning Lodewijk XIV (de Zonnekoning) met wisselende bondgenoten de Republiek der Verenigde Nederlanden te bezetten. De aanleiding hiervoor lag in het complexe machtsspel dat de verschillende Europese mogendheden destijds speelden.

Bij het begin van de oorlog had Lodewijk XIV de steun van Engeland en de bisdommen Münster en Keulen. De gecombineerde Frans-Engelse vloot probeerde tot drie keer toe een invasie uit te voeren, maar werd elke keer verslagen door Michiel de Ruyter. In 1674 verloor Frankrijk de steun van Engeland, dat zich terugtrok na een afzonderlijk vredesverdrag met de Republiek, terwijl Münster en Keulen de kant van de Republiek kozen. Zweden sloot zich in datzelfde jaar aan bij Frankrijk en opende een tweede front in Noord-Duitsland.

Voor de Republiek eindigde de oorlog in 1678 met de Vrede van Nijmegen, maar de Franse troepen moesten zich al in 1674 uit de Republiek terugtrekken. Zij dreigden afgesneden te worden van Frankrijk, omdat de troepen van stadhouder Willem III via de Zuidelijke Nederlanden contact gemaakt hadden met het leger van hun bondgenoot Oostenrijk.

Een bepaling in het vredesverdrag was dat de katholieken hun godsdienst weer vrij mochten belijden. Dit kon niet verhinderen dat veel kerken die in 1672 op last van de Fransen door de protestanten aan de katholieken waren teruggegeven, weer door de protestanten werden afgepakt. De katholieken kregen wel de vrijheid om schuurkerken te gebruiken; gebouwen die niet herkenbaar waren als godshuis. Ze zagen er vaak uit als schuren, en werden schuurkerken of kerkschuren genoemd.

Bergh in de Franse Oorlog

Lodewijk XIV met zijn troepen voor Schenkenschans op 18 juni 1672. Ergens aan de horizon ligt Bergh, waar hij mogelijk in de dagen daarna is doorgetrokken op weg naar kasteel Ulenpas in Keppel. Dit schilderij van Lambert de Hondt (II) uit 1679 hangt nu in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Klik voor een vergroting.

In maart 1672 begon het Franse leger zijn opmars tegen de Republiek. Het kon niet door de Spaanse Nederlanden (het huidige België) oprukken, maar wel dankzij het bondgenootschap met Keulen en Münster vanuit het oosten langs de Rijn aanvallen. Zij slaagden erin tot Utrecht op te rukken. De troepen van de bisschop van Münster bezetten de provincies ten noorden van Gelderland.

Op 10 juni viel Emmerik en op 18 juni trok Lodewijk XIV in eigen persoon bij Schenkenschans de Rijn over. Op 20 juni was hij op kasteel Ulenpas in Keppel, waar hij een gezant uit de vesting Zutphen ontving in verband met de onderhandelingen over de overgave van deze stad (die op 25 juni plaatsvond). Zou de Zonnekoning op weg naar Keppel Bergh met een koninklijk bezoek hebben vereerd?

De Franse bezetting had voor de katholieken van Bergh (de meerderheid der bevolking) het voordeel dat de kerken van de drie toenmalige parochies (Beek, 's-Heerenberg en Zeddam) hun kerken weer terugkregen. De nadelen wogen echter veel zwaarder. De Fransen confisqueerden en roofden wat ze maar nodig hadden, om van de overlast van inkwartiering maar te zwijgen. Honderden vrachten hooi moesten naar Doetinchem vervoerd worden en tientallen mud graan naar Zutphen. Ook voor Zutphen bestemd waren 2400 palissaden en takkenbossen voor de schansen daar. Honderd mannen moesten naar Doesburg om daar aan vestingwerken te bouwen. Drie man uit Azewijn moesten ieder met hun paard en wagen helemaal naar Utrecht en Amersfoort om daar munitie te laden en naar Arnhem te brengen. Ze waren drie weken van huis en hun wagens werden op het laatst in beslag genomen.

Kortom, het volk was constant voor de Fransen aan het werken en rijden. Dit vaak onder het dreigement van brandschatting en plundering als niet aan de wensen werd voldaan. Geen wonder dat iedereen blij was toen de Fransen zich in april 1674 terugtrokken, al lieten ze hierbij een spoor van vernielingen achter. In 's-Heerenberg staken zij 26 huizen in brand.

De katholieken moesten hun in 1672 herkregen kerken weer afstaan aan de protestanten. Dat was een domper op de herwonnen vrijheid.

Bronnen