Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Eekschiller: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(Onderwerp: sjabloon)
Regel 1: Regel 1:
'''Eekschillen''' werd door veel inwoners uit de [[gemeente Bergh]] tot ongeveer 1910 gedaan. Uit loonlijsten in het archief van Voorthuijzen blijkt dat men daar ook naar toe ging om eek te schillen.
+
'''Eekschillen''' werd door veel inwoners uit de [[gemeente Bergh]] tot ongeveer [[1910]] gedaan. Uit loonlijsten in het archief van [[Voorthuijzen]] blijkt dat men daar ook naar toe ging om eek te schillen.
  
Eekschillen is het verwijderen van de bast van eiken hakhout. De bast en schors zijn grondstoffen voor de leerlooierijen. (In [[Doetinchem]] was tot ongeveer 1850 een grote leerlooierij)
+
Eekschillen is het verwijderen van de bast van eiken hakhout. De bast en schors zijn grondstoffen voor de leerlooierijen. (In [[Doetinchem]] was tot ongeveer [[1850]] een grote leerlooierij)
<br/>Eekschillen was voor arbeiders uit de gemeente Bergh een belangrijke bron van inkomsten van half mei tot half juni, daarna ging de schil te vast zitten.
+
<br/>Eekschillen was voor arbeiders uit de gemeente [[Bergh]] een belangrijke bron van inkomsten van half mei tot half juni, daarna ging de schil te vast zitten.
 
In het voorjaar als de sapstromen in de eek (= eik) op gang kwamen, begon men te schillen. Het hakhout wordt gekapt, ontdaan van takken en in stukken gezaagd van ongeveer veertig centimeter. Het schillen gebeurde door met stammen te kloppen op een ingegraven stuk beukenhout.   
 
In het voorjaar als de sapstromen in de eek (= eik) op gang kwamen, begon men te schillen. Het hakhout wordt gekapt, ontdaan van takken en in stukken gezaagd van ongeveer veertig centimeter. Het schillen gebeurde door met stammen te kloppen op een ingegraven stuk beukenhout.   
  

Versie van 31 mei 2007 om 21:35

Eekschillen werd door veel inwoners uit de gemeente Bergh tot ongeveer 1910 gedaan. Uit loonlijsten in het archief van Voorthuijzen blijkt dat men daar ook naar toe ging om eek te schillen.

Eekschillen is het verwijderen van de bast van eiken hakhout. De bast en schors zijn grondstoffen voor de leerlooierijen. (In Doetinchem was tot ongeveer 1850 een grote leerlooierij)
Eekschillen was voor arbeiders uit de gemeente Bergh een belangrijke bron van inkomsten van half mei tot half juni, daarna ging de schil te vast zitten. In het voorjaar als de sapstromen in de eek (= eik) op gang kwamen, begon men te schillen. Het hakhout wordt gekapt, ontdaan van takken en in stukken gezaagd van ongeveer veertig centimeter. Het schillen gebeurde door met stammen te kloppen op een ingegraven stuk beukenhout.

Het kloppen gebeurde door vrouwen en kinderen. Die zaten met hun benen in een kuil, zodat ze bij het slaan rechtop zaten. Met een paar keer kloppen liet de bast los. Het was ruw werk waardoor de handen snel kapot gingen. Het talhout werd verkocht als brandhout en de bast ging naar de maalderijen die er run van maakten. De takken verkocht men aan bakkers voor het stoken van de broodovens. Eken was een goede bijverdienste.

Bronnen

Sjabloon:Onderwerp