Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Abcoude: verschil tussen versies
k (interne link) |
k (Link hersteld) |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
Naast de lening sloten heer Willem en heer Jacob een overeenkomst. In het geval een van hen kinderloos zou overlijden, zou de ander een deel van diens bezittingen erven. Heer Willem zou van heer Jacob Abcoude en [[Wijk bij Duurstede]] erven; omgekeerd zou heer Jacob de [[Hedel|heerlijkheid Hedel]] met het kasteel aldaar erven van heer Willem. | Naast de lening sloten heer Willem en heer Jacob een overeenkomst. In het geval een van hen kinderloos zou overlijden, zou de ander een deel van diens bezittingen erven. Heer Willem zou van heer Jacob Abcoude en [[Wijk bij Duurstede]] erven; omgekeerd zou heer Jacob de [[Hedel|heerlijkheid Hedel]] met het kasteel aldaar erven van heer Willem. | ||
− | Vooruitlopend op een eventueel kinderloos overlijden van heer Jacob, werd heer Willem al beleend met de kastelen Duurstede en Abcoude, en met de stad Wijk. In kasteel Duurstede mocht heer Willem tien man legeren en daar verschillende [[Heerlijke rechten|rechten]] uitoefenen. Dit was een compensatie voor de lening van 12.000 Rijnse guldens. Heer Jacob werd vanwege de lening | + | Vooruitlopend op een eventueel kinderloos overlijden van heer Jacob, werd heer Willem al beleend met de kastelen Duurstede en Abcoude, en met de stad Wijk. In kasteel Duurstede mocht heer Willem tien man legeren en daar verschillende [[Heerlijke rechten|rechten]] uitoefenen. Dit was een compensatie voor de lening van 12.000 Rijnse guldens. Heer Jacob werd vanwege de lening slechts voorwaardelijk met Hedel beleend. |
− | Al in [[1442]] loste heer Jacob een deel van de lening af. Toen hij in [[1444]] ook de rest afbetaalde, verklaarde hij de overeenkomst van 1434 voor vervallen. Heer Willem was het hier niet mee eens, want hij had veel onkosten gemaakt in verband met de lening en de bezetting van kasteel Duurstede. Ondanks de nodige protesten en inspanningen, ook van heer Willems zonen [[Oswald I van den Bergh|Oswald]] en [[ | + | Al in [[1442]] loste heer Jacob een deel van de lening af. Toen hij in [[1444]] ook de rest afbetaalde, verklaarde hij de overeenkomst van 1434 voor vervallen. Heer Willem was het hier niet mee eens, want hij had veel onkosten gemaakt in verband met de lening en de bezetting van kasteel Duurstede. Ondanks de nodige protesten en inspanningen, ook van heer Willems zonen [[Oswald I van den Bergh|Oswald]] en [[Ludolf van den Bergh|Ludolf]] – zelfs in [[1496]] nog – is het niet gelukt van Wijk bij Duurstede en Abcoude [[Berghse bezittingen]] te maken. |
Jacob van Gaasbeek overleed in februari [[1459]] kinderloos in Brussel. Bij testament vermaakte hij aan heer Willem een jaarrente van driehonderd gulden en een bedrag van 1000 schilden (of ''écu'', een Franse munt) ineens. Van Wijk bij Duurstede en Abcoude was geen sprake meer – die had hij al in [[1449]] aan de bisschop van Utrecht moeten overgedragen om zichzelf vrij te kopen. Hij zat toen gevangen wegens betrokkenheid bij een aanslag op de bisschop. | Jacob van Gaasbeek overleed in februari [[1459]] kinderloos in Brussel. Bij testament vermaakte hij aan heer Willem een jaarrente van driehonderd gulden en een bedrag van 1000 schilden (of ''écu'', een Franse munt) ineens. Van Wijk bij Duurstede en Abcoude was geen sprake meer – die had hij al in [[1449]] aan de bisschop van Utrecht moeten overgedragen om zichzelf vrij te kopen. Hij zat toen gevangen wegens betrokkenheid bij een aanslag op de bisschop. |
Versie van 28 apr 2020 om 08:58
Abcoude, een dorp in de provincie Utrecht, heeft in de 15e eeuw een kleine rol gespeeld in de geschiedenis van Bergh. Die begon in 1434 toen Willem II van den Bergh een overeenkomst sloot met Jacob van Gaasbeek (±1390–1459). Van Gaasbeek was in zijn tijd een van de rijkste edelen in Holland en Brabant. Behalve heer van Gaasbeek was hij ook heer van Abcoude, Putten, Strijen en Coelhorst, stadhouder van Holland (1424–1425), erfmaarschalk van Henegouwen, en raadsheer van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland.
In de jaren dertig van zijn eeuw kreeg Van Gaasbeek grote financiële en juridische problemen. Om die het hoofd te kunnen bieden, sloot hij meerdere leningen af, onder meer met Willem II van den Bergh, die hem 12.000 Rijnse guldens leende. Om dit bedrag bijeen te brengen verkocht heer Willem in 1436 de Brabantse heerlijkheden Gageldonk en Hambroek aan zijn zwager Willem Jansz de Bije, echtgenoot van zijn zus Jenne van der Leck.
Naast de lening sloten heer Willem en heer Jacob een overeenkomst. In het geval een van hen kinderloos zou overlijden, zou de ander een deel van diens bezittingen erven. Heer Willem zou van heer Jacob Abcoude en Wijk bij Duurstede erven; omgekeerd zou heer Jacob de heerlijkheid Hedel met het kasteel aldaar erven van heer Willem.
Vooruitlopend op een eventueel kinderloos overlijden van heer Jacob, werd heer Willem al beleend met de kastelen Duurstede en Abcoude, en met de stad Wijk. In kasteel Duurstede mocht heer Willem tien man legeren en daar verschillende rechten uitoefenen. Dit was een compensatie voor de lening van 12.000 Rijnse guldens. Heer Jacob werd vanwege de lening slechts voorwaardelijk met Hedel beleend.
Al in 1442 loste heer Jacob een deel van de lening af. Toen hij in 1444 ook de rest afbetaalde, verklaarde hij de overeenkomst van 1434 voor vervallen. Heer Willem was het hier niet mee eens, want hij had veel onkosten gemaakt in verband met de lening en de bezetting van kasteel Duurstede. Ondanks de nodige protesten en inspanningen, ook van heer Willems zonen Oswald en Ludolf – zelfs in 1496 nog – is het niet gelukt van Wijk bij Duurstede en Abcoude Berghse bezittingen te maken.
Jacob van Gaasbeek overleed in februari 1459 kinderloos in Brussel. Bij testament vermaakte hij aan heer Willem een jaarrente van driehonderd gulden en een bedrag van 1000 schilden (of écu, een Franse munt) ineens. Van Wijk bij Duurstede en Abcoude was geen sprake meer – die had hij al in 1449 aan de bisschop van Utrecht moeten overgedragen om zichzelf vrij te kopen. Hij zat toen gevangen wegens betrokkenheid bij een aanslag op de bisschop.
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 141, 183–184
- Jacob van Gaasbeek op Wikipedia