Koertshuis, Gerhardus Johannes

Gerhardus Johannes (Gerrit) Koertshuis was kapelaan van de parochie Beek van 1949 tot 1951. Hij werd op 9 september 1922 geboren in De Lutte als zoon van Gerhardus Johannes Koertshuis en Bernardina Johanna Reinink.

Na het voltooien van zijn studie aan het grootseminarie in Driebergen-Rijssenburg heeft de aartsbisschop hem op 24 juli 1949 in Utrecht tot priester gewijd. Kort daarop werd hij benoemd tot kapelaan in Beek als opvolger van kapelaan Horsthuis. Zijn pastoor was pastoor Kolkman.

In december 1951 werd Koersthuis benoemd tot kapelaan in Vilsteren (Ov.). Zijn opvolger in Beek was kapelaan Van der Jagt. In juni 1953 werd hij kapelaan in Hengelo (Ov.), waarna in september 1957 zijn benoeming tot kapelaan in Amersfoort volgde.

In mei 1967 werd hij pastoor in Wijk bij Duurstede, waar hij vanaf 1972 tevens deken was van het dekenaat Zeist. Van 1976 tot 1987 was hij pastoor in De Bilt.

Bij koninklijk besluit nr. 8 van 29 maart 1986 werd hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.

In 1987 ging pastoor Koertshuis met emeritaat. Hij overleed in Nieuwegein op 6 maart 1994, 73 jaar oud.

Bronnen

• Stamboomonderzoek
• Op Delpher:
  • Tubantia van 23 juli 1947
  • Berichten over zijn benoemingen in diverse dagbladen
• Nationaal Archief, Kanselarij der Nederlandse Orden, index gedecoreerden (pdf)