Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Lugtenakker: verschil tussen versies
k |
k (→Vier generaties Jan Poor) |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
== Vier generaties Jan Poor == | == Vier generaties Jan Poor == | ||
− | Toen Jan Poor in [[1647]] overleed ging de boerderij over op zijn zoon die ook Jan heette. Over hem werd in [[1672]] vermeld dat hij 12 schapen, 4 varkens en 8 koeien bezat, waarmee hij in dat jaar een van de grotere boeren in Azewijn was. Jan Poor trouwde met Geesken Engelberts en kreeg tenminste drie zonen: Jan, Berend en Hendrik. Op nieuwjaarsavond [[1680]] het gezin Poor doelwit van brandstichting. Vader Jan had het eind vorig jaar aan de stok gekregen met Derriske van Huet, de vrouw van Jan Gijbinck op boerderij het [[Vuurdensgoed]]. Nadat zij van de rechter geen gelijk had gekregen, besloot zij het recht in eigen hand te nemen en legde op die nieuwjaarsavond een brandende lont in het varkensschot en turfje in het rieten dak van het huis. Derriske werd hiervoor opgepakt, en bleef ook al eerdere branden gesticht te hebben. Op 4 april 1680 werd zij in 's-Heerenberg op de brandstapel gezet, waarvoor ze voor de gelegenheid nog oude kleren liet brengen. Omdat ze berouw toonde voor haar daden werd ze voor het aansteken van de brandstapel door verwurging om het leven gebracht. | + | Toen Jan Poor in [[1647]] overleed ging de boerderij over op zijn zoon die ook Jan heette. Over hem werd in [[1672]] vermeld dat hij 12 schapen, 4 varkens en 8 koeien bezat, waarmee hij in dat jaar een van de grotere boeren in Azewijn was. Jan Poor trouwde met Geesken Engelberts en kreeg tenminste drie zonen: Jan, Berend en Hendrik. Op nieuwjaarsavond [[1680]] was het gezin Poor doelwit van brandstichting. Vader Jan had het eind vorig jaar aan de stok gekregen met Derriske van Huet, de vrouw van Jan Gijbinck op boerderij het [[Vuurdensgoed]]. Nadat zij van de rechter geen gelijk had gekregen, besloot zij het recht in eigen hand te nemen en legde op die nieuwjaarsavond een brandende lont in het varkensschot en turfje in het rieten dak van het huis. Derriske werd hiervoor opgepakt, en bleef ook al eerdere branden gesticht te hebben. Op 4 april 1680 werd zij in 's-Heerenberg op de brandstapel gezet, waarvoor ze voor de gelegenheid nog oude kleren liet brengen. Omdat ze berouw toonde voor haar daden werd ze voor het aansteken van de brandstapel door verwurging om het leven gebracht. |
Na het overlijden van vader Jan in [[1695]] nam oudste zoon Jan de boerderij over, hij trouwde Henderske Franken. Tweede zoon Berend trouwde Berendina Wijskamp en werd in [[1715]] landbouwer op de [[Winckelackerstede]]. Toen Jan Poor in [[1747]] overleed, nam zijn zoon Jan (de vierde en laatste Jan Poor) het boerenbedrijf over. Over hem werd tijdens het opmaken van lijsten van verloren vee tijdens de [[Veepest Bergh 1769|runderpest]] van [[1768]] op [[1769]] vermeld dat 19 van zijn 24 koeien overleden aan deze runderpest. Jan trouwde met Aleijda Bouwmans, maar het echtpaar kreeg geen zoon aan wie de boerderij kon worden nagelaten. Met Jan Poor's overlijden in [[1779]], was er na 6 generaties een einde aan de familienaam Poor op de Lugtenakker gekomen. | Na het overlijden van vader Jan in [[1695]] nam oudste zoon Jan de boerderij over, hij trouwde Henderske Franken. Tweede zoon Berend trouwde Berendina Wijskamp en werd in [[1715]] landbouwer op de [[Winckelackerstede]]. Toen Jan Poor in [[1747]] overleed, nam zijn zoon Jan (de vierde en laatste Jan Poor) het boerenbedrijf over. Over hem werd tijdens het opmaken van lijsten van verloren vee tijdens de [[Veepest Bergh 1769|runderpest]] van [[1768]] op [[1769]] vermeld dat 19 van zijn 24 koeien overleden aan deze runderpest. Jan trouwde met Aleijda Bouwmans, maar het echtpaar kreeg geen zoon aan wie de boerderij kon worden nagelaten. Met Jan Poor's overlijden in [[1779]], was er na 6 generaties een einde aan de familienaam Poor op de Lugtenakker gekomen. |
Versie van 15 dec 2018 om 13:24
De Lugtenakker is een boerderij in Azewijn die tot het bezit van Huis Bergh behoorde. De nabijgelegen weg is de Lugtenakkerstraat.
De naam vewijst naar een akker met lichte grond, waarbij "licht" zowel kan slaan op de kleur als de bodemgesteldheid.
Inhoud
Vroegste geschiedenis
In de 15de eeuw al werd de boerderij vermeld met de naam 'Wolfsgoed' of 'Quitzgoed'. In 1504 werd Johan van Reynforden vermeld als bewoner en pachter. Halverwege de 17de eeuw raakten deze namen in onbruik en werd de boerderij meestal vermeld als de 'Lugtenakker'. Johan van Reynforden overleed rond 1535, waarna de boerderij overgenomen werd door schoonzoon Rijcksken Poor. Hij was een telg uit het destijds prominente 's-Heerenbergse geslacht Poor, die in deze stad burgemeesters en schepenen voortbracht. Rijck Poor werd in 1615 voor het laatst vermeld als bewoner, hierna ging de boerderij over op zijn zoon Jan. Omdat het onwaarschijnlijk is dat Rijck Poor in deze tijd ruim 80 jaar landbouwer is geweest op dezelfde boerderij, mogen we aannemen dat het om vader en zoon gaat die dezelfde voornaam droegen.
Vier generaties Jan Poor
Toen Jan Poor in 1647 overleed ging de boerderij over op zijn zoon die ook Jan heette. Over hem werd in 1672 vermeld dat hij 12 schapen, 4 varkens en 8 koeien bezat, waarmee hij in dat jaar een van de grotere boeren in Azewijn was. Jan Poor trouwde met Geesken Engelberts en kreeg tenminste drie zonen: Jan, Berend en Hendrik. Op nieuwjaarsavond 1680 was het gezin Poor doelwit van brandstichting. Vader Jan had het eind vorig jaar aan de stok gekregen met Derriske van Huet, de vrouw van Jan Gijbinck op boerderij het Vuurdensgoed. Nadat zij van de rechter geen gelijk had gekregen, besloot zij het recht in eigen hand te nemen en legde op die nieuwjaarsavond een brandende lont in het varkensschot en turfje in het rieten dak van het huis. Derriske werd hiervoor opgepakt, en bleef ook al eerdere branden gesticht te hebben. Op 4 april 1680 werd zij in 's-Heerenberg op de brandstapel gezet, waarvoor ze voor de gelegenheid nog oude kleren liet brengen. Omdat ze berouw toonde voor haar daden werd ze voor het aansteken van de brandstapel door verwurging om het leven gebracht.
Na het overlijden van vader Jan in 1695 nam oudste zoon Jan de boerderij over, hij trouwde Henderske Franken. Tweede zoon Berend trouwde Berendina Wijskamp en werd in 1715 landbouwer op de Winckelackerstede. Toen Jan Poor in 1747 overleed, nam zijn zoon Jan (de vierde en laatste Jan Poor) het boerenbedrijf over. Over hem werd tijdens het opmaken van lijsten van verloren vee tijdens de runderpest van 1768 op 1769 vermeld dat 19 van zijn 24 koeien overleden aan deze runderpest. Jan trouwde met Aleijda Bouwmans, maar het echtpaar kreeg geen zoon aan wie de boerderij kon worden nagelaten. Met Jan Poor's overlijden in 1779, was er na 6 generaties een einde aan de familienaam Poor op de Lugtenakker gekomen.
De eerste Hoegen op de Lugtenakker
In 1782 hertrouwde de ongeveer 55 jaar oude weduwe Aleijda Bouwmans met de 32-jarige Derk Hoegen. Hij was een zoon van Carel Hoegen van boerderij het Gijskesgoed uit Klein-Azewijn, de grootste boer uit de graafschap Bergh. Tijdens de runderpest werd hij vermeld als eigenaar van 45 runderen, waarvan er 40 de runderpest niet overleefden. Toen Aleijda Bouwmans in 1805 overleed, hertrouwde Derk met Christina Copraij uit Warbeyen (Pruisen). In 1815 overleed ook Derk Hoegen, op de leeftijd van 65 jaar. Moeder Copraij overleed in 1846, ook op de leeftijd van 65 jaar, waarna Herman Antonius Hoegen de nieuwe boer werd. Hij trouwde in 1855 met Johanna Dijker van boerderij de Winckelackerstede.
Naast het echtpaar Hoegen en hun zes kinderen, woonde Herman's jongere zus Berendina ook bij hen in huis. Dit zal geen overbodige luxe geweest zijn, omdat moeder Johanna Dijker in 1865 al op 39-jarige leeftijd overleed, waardoor het toen nog jonge gezin het al zonder moeder moesten stellen. Oudste zoon Theodorus Arnoldus Hoegen was toen nog maar 7 jaar oud. Het jaar erop overleed ook vader Hoegen. Zo stond de ongehuwde Berendina er alleen voor om haar neefjes en nichtjes op te voeden. Gelukkig was er genoeg hulp van dienstmeisjes en knechten die de boerderij bewoonden.
Berendina overleed in 1873 en liet bij haar overlijden het destijds enorme bedrag van 10.000 gulden na aan de parochie. Met dit geld ontstond plotseling de mogelijkheid om een nieuwe H. Mattheus kerk te bouwen in Azewijn. Deze werd op 21 september 1891 ingewijd. Na zijn tante's overlijden 1873, werd Th. A. Hoegen al op 18-jarige leeftijd de nieuwe boer. In 1913 ging de boerderij verloren bij een brand. Hoegen liet een nieuwe boerderij bouwen, te zien op onderstaande foto. Na zijn overlijden in 1925 nam zoon Herman Hoegen het boerenbedrijf over, hij trouwde Francisca ten Have. Hun nakomelingen wonen anno 2018 nog op dit adres.
Bewoningsgeschiedenis
- 1504 - 1530, Johan van Reynforden
- 1540 - ca. 1580, Riicksken Pooren
- ca. 1580 - 1615, Rijck Pooren
- 1615 - 1647, Johan Poor
- 1647 - 1695, Jan Poor, trouwde Geesken Engelberts
- 1695 - 1747, Johan Poor, trouwde Henderske Franken
- 1747 - 1779, Jan Poor, trouwde Aleijda Bouwmans
- 1784 - 1815, Derk Hoegen uit Klein-Azewijn, trouwde Aleijda Bouwmans. Hoegen trouwde na haar overlijden in 1805 met Christina Copraij uit Warbeyen (D)
- 1815 - 1846, Christina Copraij
- 1846 - 1866, Herman Antonius Hoegen, trouwde in 1855 met Johanna Dijk
- 1866 - 1873, Berendina Hoegen
- 1876 - 1925, Theodorus Arnoldus Hoegen, zoon van Herman Antonius Hoegen, trouwde in 1891 met Johanna Hansen
- 1925 - 1964, Herman Hoegen, trouwde met Francisca ten Have
- 1964 - 1986, Francisca ten Have
Bronnen
- Kohieren van de pondschatting en de verponding voor het kerspel Zeddam, ca. 1625-1752. 10 delen, Stadsbestuur Bergh
- Bevolkingsregister Bergh 1829-1940, Gemeentebestuur Bergh
- Rechterlijk Archief van het Landdrostambt Bergh, 1488-1811
- Tachtig criminele processen te Bergh door John Thoben
- Azem van 't Hof tot heden, 2003