Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Katholieke Bond voor het Gezin: verschil tussen versies
k (→Een schimmig verleden: aanvulling) |
k (interne link) |
||
Regel 39: | Regel 39: | ||
Bij de bestuursverkiezing werden alle oude bestuursleden herkozen: | Bij de bestuursverkiezing werden alle oude bestuursleden herkozen: | ||
* A.H. Hoegen, voorzitter | * A.H. Hoegen, voorzitter | ||
− | *[[Messing, Johannes | + | *[[Messing, Johannes Wilhelmus|J.W. Messing]], secretaris-penningmeester |
*[[Giesen, Antonius Hendrikus Maria|A.H.M. Giesen]], lid | *[[Giesen, Antonius Hendrikus Maria|A.H.M. Giesen]], lid | ||
*M.B. Berntsen-Broekman, lid | *M.B. Berntsen-Broekman, lid |
Huidige versie van 26 apr 2021 om 10:43
Op 30 juli 1918 werd in Nijmegen de Nederlandsche Roomsch-Katholieke Bond voor Groote Gezinnen opgericht. Deze vereniging heeft, met een aantal naamsveranderingen, bestaan tot 1968. Zoals overal in het land waren er ook in Bergh plaatselijke afdelingen, maar vooralsnog zijn alleen van de afdeling Azewijn enkele schriften gewaard gebleven met daarin met notulen, ledenlijsten en het kasboek. Deze schriften zijn in het bezit van de Heemkundekring Bergh.
Inhoud
Geschiedenis en doelstelling
De oprichting van de Bond was een reactie op enkele voor katholieken belangrijke gebeurtenissen. Een daarvan was de gelijkstelling in 1917 van het bijzondere en het openbare onderwijs, waardoor er katholieke scholen gesticht konden worden. In datzelfde jaar was het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd, waardoor het aantal katholieke stemgerechtigden in een klap enorm was gestegen. Als gevolg waren de katholieken zo veel zelfbewuster geworden dat ze nu ook voor andere belangen durfden op te komen. In het begin van de vorige eeuw waren zij immers nog steeds een achtergestelde bevolkingsgroep.
Aldus zette de Bond zich in voor de belangen van het (grote) katholieke gezin. Concrete doelen waren onder meer de invoering van:
- kinderbijslag
- belastingverlaging voor grote gezinnen
- goedkope woonruimte
- gezinskortingen
- schoolgeldregelingen
Naast materiële belangen ging het de Bond ook om het zedelijke belang van het grote katholieke gezin. Het doel was, zo staat in de statuten, om
- zoowel den leden zelf als de samenleving in het algemeen meer achting en eerbied voor de Christelijke levensopvatting en de eerbaarheid van het huwelijk in te boezemen; de publieke opinie tot meer waardeering en medegevoel voor de grootere huisgezinnen te brengen; de geest van hoovaardij, gemak- en genotzucht te bestrijden.
- zoowel den leden zelf als de samenleving in het algemeen meer achting en eerbied voor de Christelijke levensopvatting en de eerbaarheid van het huwelijk in te boezemen; de publieke opinie tot meer waardeering en medegevoel voor de grootere huisgezinnen te brengen; de geest van hoovaardij, gemak- en genotzucht te bestrijden.
Een felle tegenstander was daarbij de Nieuw Malthusiaanse Bond (NMB), opgericht in 1881. Om de negatieve gevolgen van overbevolking tegen te gaan pleitte deze organisatie niet alleen voor geboortebeperking, maar ook voor het gebruik van voorbehoedsmiddelen, waar zelfs openlijk reclame voor gemaakt moest kunnen worden. Dit ging natuurlijk lijnrecht in tegen de doelstellingen van de Bond.
Geboortebeperking of niet, door de stijgende welvaart werden er ook in katholieke gezinnen steeds minder kinderen geboren. Om jonge ouders niet af te schrikken, werd de naam daarom in 1939 veranderd in Katholieke Bond voor het Gezin.
Waar de plaatselijke afdelingen zich bezighielden met voorlichting en het organiseren van passende activiteiten zoals filmavonden en kindervermakelijkheden, koos de politiek soms de frontale aanval. Zo diende de katholieke minister van Sociale Zaken Romme in 1936 een wetsvoorstel in dat tot doel had getrouwde vrouwen te verbieden te werken. De Bond was natuurlijk voor zo'n wet, maar de feministische beweging was fel tegen en wist met grote protestbijeenkomsten zo veel vrouwen te mobiliseren dat het wetsvoorstel in 1938 geruisloos verdween.
Op 28 oktober 1942 werd de Bond door de Duitse bezetter verboden, maar na de bevrijding opnieuw opgericht. Materieel was er toen al veel verwerkelijkt, maar op zedelijk terrein was er nog genoeg te doen. Veel heeft de Bond niet meer kunnen bereiken, want het Tweede Vaticaans Concilie (1962–1965) luidde onverwacht de weg naar het einde in. De vernieuwingen van paus Johannes XXIII waren onverenigbaar met wat de Bond was. De naam werd nog gewijzigd in Katholieke Gezinsbeweging, maar de uittocht van leden was niet meer te stoppen. In 1968 werd de vereniging opgeheven.
De afdeling Azewijn
Een schimmig verleden
Het is niet bekend wanneer de afdeling Azewijn van de Nederlandsche Roomsch-Katholieke Bond voor Groote Gezinnen is opgericht. In het schrift met de ledenlijst staat op de binnenkant van het kaft Opgericht 1934? (met een vraagteken), maar daar is geen nader bewijs voor gevonden.
Het is sowieso opvallend hoe weinig de Bond in de beschikbare kranten genoemd wordt. Over de afdeling Azewijn is alleen nevenstaand bericht in De Graafschapbode gevonden over een filmavond in Café Clé Berntsen die werd geopend door pastoor Büter. In het bericht wordt de naam R.K. Oudersvereeniging gebruikt, maar ook onder deze naam is niets naders gevonden.
Ook in het boek Azem van 't Hof tot heden komt de Bond niet voor, althans niet met naam. Alleen de godsdienstcursus voor de jeugd van 17 tot 25 jaar, vermeld in onderstaand jaarverslag over 1946, wordt genoemd op blz. 492. De opkomst was steeds zeer bevredigend. Er staat niet bij dat de cursus uitging van de Bond.
De heroprichting op 3 januari 1946
De heroprichtingsvergadering werd op 3 januari 1946 's avonds om 7 uur gehouden in Café Alofs. De naam was toen al Katholieke Bond voor het Gezin.
A.H. Hoegen, die bij de gedwongen opheffing in 1942 voorzitter was, opende de vergadering, waarna pater Gommers de aanwezigen met een korte toespraak aanmoedigde lid te worden. Van de veertig aanwezige gezinnen meldden er zich inderdaad 39 aan.
Bij de bestuursverkiezing werden alle oude bestuursleden herkozen:
- A.H. Hoegen, voorzitter
- J.W. Messing, secretaris-penningmeester
- A.H.M. Giesen, lid
- M.B. Berntsen-Broekman, lid
- A. Venhoeven, lid
Na de bestuursverkiezing hield dr. A.W. Hoegen (een broer van de voorzitter) een voordracht. Hierin wees hij erop dat in de oorlog het goede gezinsleven bij de katholieken, vooral in de steden, achteruit was gegaan. Om hierin verbetering te brengen gaf hij enkele praktische wenken.
Na een dankwoord van pater Gommers werd de vergadering gesloten.
Jaarverslag 1946
Als voorbeeld van de activiteiten volgt hieronder de tekst van het jaarverslag over 1946.
- Op 3 Januari 1946 werd de afdeeling van onzen bond weer opnieuw opgericht met aanvankelijk 39 leden, welk getal in den loop van het jaar is gestegen tot 67. Het oude bestuur nl. Alph. Hoegen, Mej. Berntsen Broekman, Ant. Giesen, Ant. Venhoeven en J messing werd herkozen. Hiervan werd Alph. Hoegen voorz. en J Messing secr-penningm. Op deze vergadering werd een schitterende lezing gehouden door Dr. Hoegen, zooals we dat van hem gewoon zijn. We kregen onder meer verschillende practische wenken, waardoor we moeten trachten het gezinsleven, dat mede door den oorlog veel heeft geleden weer wat hooger op te voeren.
- Op 1 April werd door onze afdeeling weer een bijeenkomst gehouden welke door ongev. 70 leden en belangstellenden werd bijgewoond. Dezen avond werd het woord gevoerd door Kap. Giesen uit Utrecht over het onderwerp de hedendaagse ontkerkelijking en ontkerstening. Mede aan de hand van eenige kaarten en graphieken werd duidelijk aangetoond, dat het er op dit gebied ook in ons vaderland treurig uitziet. Hij spoorde de aanwezigen dan ook aan, om voor het Geloof wat meer te doen, dan we streng verplicht zijn, om zoodoende eenigszins weer goed te maken wat door anderen te weinig wordt gedaan.
- Hierbij mogen we ook wel vermelden dat mede door de krachtige actie van het bestuur van onze afdeeling we weer zoo ver zijn, dat onze kleine kinderen weer naar de bewaarschool kunnen. Wij willen bij deze vooral onze G Adviseur [geestelijk adviseur; dat was toen kapelaan Brenninkmeyer] en het Kerkbestuur gaarne bedanken voor hun steun en medewerking in deze. Dan willen we nog gaarne vermelden, dat in overleg met onzen G Adv., deze zich bereid verklaarde een Godsdienstcursus te geven, nl. gedurende de wintermaanden iedere week een les voor de jongens en een voor de meisjes van 17 tot 25 jaar We hopen en verwachten, dat deze zeer nuttig zal zijn voor onze rijpere jeugd.
- Dan de financien
- Op 3 Januari 1946 werd de afdeeling van onzen bond weer opnieuw opgericht met aanvankelijk 39 leden, welk getal in den loop van het jaar is gestegen tot 67. Het oude bestuur nl. Alph. Hoegen, Mej. Berntsen Broekman, Ant. Giesen, Ant. Venhoeven en J messing werd herkozen. Hiervan werd Alph. Hoegen voorz. en J Messing secr-penningm. Op deze vergadering werd een schitterende lezing gehouden door Dr. Hoegen, zooals we dat van hem gewoon zijn. We kregen onder meer verschillende practische wenken, waardoor we moeten trachten het gezinsleven, dat mede door den oorlog veel heeft geleden weer wat hooger op te voeren.
Ontvangsten
leenbank, Jan.
voor contr. 67 leden
brochures
subsidie boerenleenb.
samen
f 10,57
f 101,05
f 6,25
f 50,-
f 167,87Uitgaven
lezingen
contributieafdr. 90 c. per lid
porto, benodigdheden
samen
f 50,-
f 56,75
f 1,05
f 107,80
De opheffing
De notulen gaan door tot de vergadering van 25 januari 1967, waarin slechts kort vermeld werd dat spreker Domhof uit Doetinchem/Kruisberg over het gezin sprak.
Daarna volgen kortweg de woorden bond opgeheven. Een los blad laat zien dat van de 25 uitgebrachte stemmen er tien voor opheffing waren, tien blanco en vijf voor een viertal andere oplossingen.
Bronnen
- Notulen en jaarverslagen afdeling Azewijn 1946–1967
- Grote Gezinnen, uitzending Andere Tijden van 7 maart 2001
- Nieuw Malthusiaanse Bond op Wikipedia
- De Graafschapbode van 9 december 1938 op Delpher