Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Ruikes, Gerhardus Bernardus Johannes

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 26 okt 2025 om 07:12 (krijgsgevangene)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Gerhardus Bernardus Johannes Ruikes werd op 26 juni 1915 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Hendrikus Johannes Ruikes en Sophia Daals.

Ruikes is op 21 maart 1935 opgekomen bij het 8e Regiment Infanterie (8 RI) om zijn dienstplicht te vervullen. Na zijn opleiding werd hij ingedeeld bij de 2e compagnie van het 3e bataljon (2-III-8 RI). Van 22 tot 29 mei lag hij in het militair hospitaal in Arnhem. Hier heeft hij in strijd met de regels op de ziekenzaal gerookt. Voor deze overtreding kreeg hij op 1 juli drie dagen licht arrest, wat inhield dat hij 's avonds na de dienst de kazerne niet mocht verlaten. Eerder al, op 6 juni, had hij acht dagen verzwaard arrest gekregen omdat hij een korporaal beledigd had. Deze straf hield in dat hij 's avonds na de dienst werd opgesloten in een aparte kamer. Op 3 september 1935 zwaaide hij af.

Hij trouwde op 17 oktober 1937 in 's-Heerenberg met Maria Johanna Hartjes, geboren aldaar op 10 februari 1914 als dochter van Bernardus Hartjes en Hendrika Josephina Kracht. Hij kreeg (ten minste) twee zoons:

  • Hendrikus D.J.R., geboren op 30 maart 1941
  • Bernardus J.R.H., geboren op 4 oktober 1942

In verband met de oorlogsdreiging moest hij zich op 29 augustus 1939 weer bij zijn onderdeel melden. 8 RI was tijdens de meidagen van 1940 het regiment dat de Grebbeberg verdedigde tegen de Duitse invallers. Over Ruikes' belevenissen tijdens de strijd zijn geen gegevens voorhanden, maar hij werd door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt en overgebracht naar het gevangenenkamp Stalag II-A. Zijn registratienummer als krijgsgevangene was 32326. Stalag staat voor Stammlager of voluit Mannschaftsstamm- und Straflager, een krijgsgevangenenkamp voor manschappen en onderofficieren. Stalag II-A lag bij Neubrandenburg in het noorden van het huidige Bundesland Mecklenburg-Voor-Pommeren. Na terugkeer in Nederland kon hij op 15 juni 1940 met groot verlof naar huis terugkeren.

Na de de oorlog nam hij op 12 juli 1945 vrijwillig dienst bij II-8 RI. Voor de tijd dat hij bij dit onderdeel diende werd hij bevorderd tot soldaat 1e klas. Hij woonde toen met zijn gezin op het adres Marktstraat 29 in 's-Heerenberg. Later verhuisden zij naar de Touwslagersbaan 1.

Op 1 december 1945 werd hij bevorderd tot korporaal, ook weer voor zolang hij diende bij II-8 RI. Op 9 mei 1946 tekende hij een nieuw contract van een jaar en werd twee dagen later bevorderd tot sergeant. Hij verliet niet lang daarna de infanterie en ging over naar het Korps Verplegingstroepen (KVT), dat kort na de oorlog was opgericht. Het woord verpleging duidt hier niet op medische zorg, maar op de voedselvoorziening van de troepen. Ook de kantines vielen hieronder, en Ruikes werd aangesteld als kantinebeheerder. Bij deze functie hoorde de rang van sergeant.

Het Korps Verplegingstroepen is na een aantal samenvoegingen en reorganisaties in 2000 uiteindelijk opgegaan in het Regiment Bevoorradings- en Transporttroepen.

Zijn loopbaan bij het KVT is ongelukkig verlopen. Van 27 september tot 8 oktober 1948 werd hij verpleegd in het Militair Neurose Hospitaal in Austerlitz. Per 1 november 1948 werd hij teruggesteld in de stand van soldaat in verband met ontheffing uit de functie waartoe hij was bevorderd. Van 19 november tot 1 december 1948 werd hij verpleegd in het Militair Hospitaal in Utrecht. Daarna was hij van 3 tot 13 januari 1949 ziek thuis.

Ruikes verbintenis liep tot 31 maart 1949, maar op 14 maart van dat jaar werd hij hieruit ontheven en "huiswaarts gezonden". Drie dagen later veroordeelde het Hoog Militair Gerechtshof in Den Haag hem in hoger beroep tot twee maanden gevangenisstraf met een proeftijd van drie jaar. Hij werd schuldig verklaard aan een vergrijp met de volgende cryptische omschrijving: "Als Militair opzettelijk nalaten aan de bevoegde overheid een mededeling te doen, waarvan de verzwijging het belang van de dienst kan schaden". Later, op 7 december 1949, legde de Krijgsraad te velde hem een boete van tien gulden op voor een niet nader omschreven vergrijp.

Al was hij op 14 maart 1949 ontheven uit zijn verbintenis en "huiswaarts gezonden", toch werd hij pas op 4 juli 1952 wegens dienstbeëindiging uit de dienst ontslagen.

Verdere gegevens over Ruikes' levensloop zijn niet voorhanden. Hij overleed in Doetinchem op 2 september 1964, 49 jaar oud. Zijn vrouw overleed op 2 december 1973, 59 jaar oud.

Bronnen