Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Kamp, Herta

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 14 feb 2011 om 17:24 (leeftijd, bron GAB)
Ga naar: navigatie, zoeken
Een getuigenisblad in het Hebreeuws van Yad Vashem met de gegevens over Herta Kamp, in 1977 ingevuld door haar broer Josef Erik.
Klik voor een vergroting

Herta Kamp werd op 16 oktober 1912 geboren in Nideggen bij Düren (D) als dochter van Abraham Kamp en Rosalie Cahn. Zij had een broer, Josef Erik, en waarschijnlijk een zuster. Van Nideggen verhuisde het gezin naar Gürzenich, een stadsdeel van Düren. Toen aan het eind van de jaren dertig de situatie voor Joden in Duitsland steeds moeilijker werd, is zij met haar ouders naar Nederland gevlucht. Daar woonden zij eerst in Den Haag en later in 's-Heerenberg op het adres Kellenstraat 27.

Herta was geestelijk gehandicapt, maar heeft steeds bij haar ouders gewoond tot zij, waarschijnlijk in 1942, verhuisde naar Het Apeldoornsche Bosch. Dit was een grote Joodse psychiatrische inrichting aan de Zutphensestraat in Apeldoorn. Er was officieel plaats voor 762 patiënten, maar dit aantal werd kort voor de oorlog ruimschoots overschreden door de komst van vluchtelingen uit Duitsland. In de oorlog steeg het aantal nog verder doordat Joodse patiënten niet meer in niet-Joodse instellingen verpleegd mochten worden. Ook de verwachting dat de Joden in het Apeldoornsche Bosch niet gedeporteerd zouden worden, dreef het aantal patiënten op. Mogelijk was dit laatste de reden dat Herta in het Apeldoornsche Bosch is terechtgekomen. Uiteindelijk waren er 1181 patiënten.

In 1942 verordende de bezetter dat niet-Joden niet meer in het Apeldoornsche Bosch mochten werken. Het plotselinge personeelstekort dat hierdoor ontstond, werd snel aangevuld doordat veel Joden zich aanmeldden als leerling-verplegers en -verpleegsters. In 1943 waren er 330 personeelsleden. Een van hen was Sara Straus.

Het Apeldoornsche Bosch bleek echter geen veilige haven te zijn. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd de inrichting op ruwe wijze door de Duitsers ontruimd. Het overgrote deel van de patiënten, waaronder Herta, en vijftig personeelsleden, waaronder Sara Straus, werden met een goederentrein van veertig wagons via Westerbork naar Auschwitz gebracht. Meteen bij aankomst op 25 januari 1943 werd iedereen vermoord. Niemand heeft dit transport overleefd. Herta was bij haar dood dertig jaar oud.

Herta wordt met haar ouders herdacht op het oorlogsmonument in 's-Heerenberg. Verder wordt zij vermeld in het Digitaal Monument van de Joodse Gemeenschap, het Slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting en Yad Vashem's Central Database of Shoah Victims' Names.

Het overlijden van haar beide ouders (die op 23 juli 1943 in Sobibor omkwamen) is in 1950 in de gemeente Bergh aangegeven, maar van Herta's overlijden is hier geen overlijdensakte opgemaakt. Haar broer en vermoedelijke zuster hebben de oorlog overleefd.

Bronnen

Sjabloon:Onderwerp