Bosch, Antonius Lambertus van den

Bericht uit dagblad De Tijd van 29 september 1876 met daarin de benoeming van A.L. van den Bosch tot pastoor in Driel

Advertentie van pastoor Van den Bosch in Het Nieuws van den Dag van 23 september 1878

Antonius Lambertus van den Bosch werd geboren te Utrecht op 2 februari 1830 als zoon van Gerardus Lambertus van den Bosch en Joanna Maria Eibergen.

Hij werd priester gewijd op 10 augustus 1859, waarna hij kapelaan te Vleuten was tot hij in september 1861 werd benoemd in de parochie Zeddam. Hij diende er onder de pastoors Goris en Otten. Zijn voorganger was kapelaan Van Rootselaar.

In december 1863 kreeg Zeddam een tweede kapelaan in de persoon van kapelaan Rutjes. Diens benoeming kan in verband hebben gestaan met het overlijden van pastoor Goris, maar hij bleef ruim drie jaar, tot maart 1867. Kapelaan Van den Bosch kreeg na Rutjes' vertrek kapelaan Verhoef als collega.

Ruim een half jaar later, op 12 oktober 1867, vertrok Van den Bosch zelf en werd kapelaan in Gendt in de Overbetuwe. Er werd voor hem geen opvolger benoemd, zodat de parochie met kapelaan Verhoeff weer één kapelaan had.

Van den Bosch bleef in Gendt tot augustus 1868 en was daarna kapelaan in Mijdrecht. In 1871 werd hij benoemd tot pastoor in Wierden en in 1876 tot pastoor in Driel

Van den Bosch overleed in Amersfoort op 8 december 1888, 58 jaar oud. In 1890 kon met een deel van zijn nalatenschap de St. Elisabethsvereeniging te Zeddam worden opgericht.

Bronnen

• Het boek Hofman in Azem van 't Hof tot heden, blz. 485
• Bevolkingsregister Bergh
• Delpher
• Parochie van St. Jan de Doper, Wierden
• Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 59
• WieWasWie