Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Molen Ten Bensel
De molen van Berntsen in Loerbeek was oorspronkelijk de molen van Ten Benzel. Hij werd in 1844 gebouwd door Johannes Wilhelmus Ten Benzel, nadat hij hiervoor in april van dat jaar goedkeuring had gekregen van de ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken, en van de Gedeputeerde Staten van Gelderland. Aan deze goedkeuring was een bezwaarprocedure voorafgegaan, waarin de rentmeester van Huis Bergh bezwaar had aangetekend tegen de bouw. Hij was van mening dat er in Bergh en omliggende gemeenten al voldoende windmolens waren. De kosten van de bouw en het onderhoud van de nieuwe molen zouden niet opwegen tegen het voordeel dat de inwoners van Beek en omgeving ervan zouden hebben. Huis Bergh zou schade lijden omdat de graaflijke molens minder te malen zouden hebben. Bovendien zou de controle door het Rijk op het malen onnodig bemoeilijkt worden, temeer daar de nieuwe molenaar zou proberen klanten van de graaflijke molens weg te lokken door bepaalde voordelen aan te bieden. Deze bezwaren hebben de bouw van de molen niet kunnen tegenhouden.
De molen werd gebouwd op de plek waar in 1841 Johannes Franciscus Boubaij een molen had laten bouwen. Deze molen is echter al in de nacht van 8 op 9 april 1842 afgebrand. Boubaij werd er van verdacht de molen zelf in brand te hebben gestoken of laten steken, om het geld van de verzekering op te strijken, maar hiervan zijn in de archieven geen bewijzen bewaard gebleven.
Onderaan op de pagina Wederopbouw staat een advertentie van molenaar Berntsen uit 1945.
Hieronder volgt de tekst van een artikel dat op 6 december 2002 in De Gelderlander is verschenen. Het daarin genoemde bouwjaar van de molen is niet juist.
Molen Loerbeek ondanks verzet monument
LOERBEEK. De molen van Berntsen in Loerbeek moet van het gemeentebestuur van Bergh toch op de monumentenlijst. Inclusief het uit 1925 daterende motorhuisje. Een verzoek van de eigenaren, broer en zus Harry (80) en Riet Berntsen, de molen om bedrijfstechnische redenen niet tot monument te bestempelen, is afgewezen. Het college van burgemeester en wethouders heeft daarmee het advies van de bezwarencommissie overgenomen.
De molen van Berntsen is in Loerbeek ook wel bekend als de molen Ten Benzel, de naam van de bouwers van de molen. De Loerbeekse molen werd eind achttiende eeuw, dus nog vóór het jaar 1800, gebouwd nabij de kruising Doetinchemseweg St. Jansgildestraat en Berkenlaan. Op de begane grond is de molen bijna geheel ingebouwd met de lelijke schuren en silo van de latere, mengvoederhandel. De kop van de molen is verdwenen, de bovenzijde open. In 1925 al stapte de molenaar over op elektrische aandrijving, ten behoeve waarvan toen het karakteristiek geachte motorhuisje is neergezet. Daarin draaide een dieselmotor, die de elektriciteit opwekte.
Het molencomplex is al tientallen jaren verhuurd aan de Wehlse tak van de familie Berntsen. Eigenaar Hans Berntsen van Berntsen Mengvoeders Wehl/Loerbeek, die ook een bedrijf heeft aan de Kelderlaan in Wehl [Meerenbroek], zegt best voor het conserveren van het oude te zijn. "Maar niet voor deze waardeloze oude stomp, die toch nooit meer iemand wil opbouwen. De molen is in de zeventiger jaren afgebrand en dit is alles wat ervan over is," zegt Berntsen. Wind en regen hebben vrij spel, want de Loerbeekse molen is van boven open. Dat betekent ook, dat de gemetselde stenen elke winter verder kapot vriezen. "Het wordt straks nog gevaarlijk eromheen te lopen," zegt Berntsen. Hij vindt bovendien dat hij in zijn bedrijfsvoering beperkt wordt. De molen is helemaal ingebouwd met schuren en de mengvoederhandelaar heeft plannen het een en ander af te breken om er een mooie, nieuwe schuur neer te zetten. "We moeten de boel hier eens opruimen. En zo denkt tante Riet er ook over," weet Harry Berntsen.
Tante Riet en haar broer Harry wonen in het huis naast de molen. Harry, inmiddels 80 jaar en niet meer zo vlot ter been, herinnert zich nog hoe het vroeger was. "Ten Bensel woonde vroeger op de grens van Nederland en Duitsland. Hij wist eigenlijk niet of hij Duitser of Hollander was. Hij werkte hier en daar wat en kwam tenslotte bij de familie Van Onna terecht. Na de dood van Van Onna kreeg hij een fors erfdeel, waarvan hij, met hulp van enkele rijke boeren de molen bouwde. Die boeren zagen wat maalcapaciteit dichtbij huis wel zitten." "Later trouwde mijn vader Albert, de oudste zoon van mijn grootvader die een molen in Azewijn had gebouwd, in bij de familie Ten Bensel. Mijn broer Wim volgde mijn vader op in het bedrijf, maar kwam in 1940 helaas om op de Grebbeberg. Heel erg wat die Duitsers ons land hebben aangedaan," peinst Harry. De molen werd daarna voortgezet door Harry's andere broer Gerrit en later door de Wehlse tak van de familie.
(Harry Berntsen overleed op 12 juli 2005.)
Begin 2009 besloot de gemeentelijke monumentencommissie dat de molenromp en het bijbehorende motorhuisje op de gemeentelijke monumentenlijst blijven staan.
Bronnen
- Old Ni-js 67, blz. 14-19 en 40-41
- De Gelderlander van 6 december 2002
- De Gelderlander van 2 januari 2009