Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Seegers-Klarenaar, Mimi
Mimi Seegers-Klarenaar uit 's-Heerenberg vertelde in de zomer van 2013 wat zij als meisje van vijf aan het eind van de Tweede Wereldoorlog had meegemaakt.
Hendrika Maria Dijkman-Klarenaar, die kort na deze gebeurtenis door granaatscherven om het leven kwam, was een tante van haar.
In maart 1945 (ik was toen vijf jaar) moest ik met mijn moeder vlees brengen, (slagerij Klarenaar), naar het Gerardus Majella-klooster in Zeddam over de Drieheuvelenweg.
Terwijl we de laatste heuvel afliepen kwam er een granaataanval van de Duitsers. We werden beiden geraakt. Mijn moeder werd dwars door een voet geschoten en zij viel voorover met haar gezicht in het fijne grind (er was toen nog geen asfaltweg natuurlijk). Moeder had haar hele gezicht vol kleine steentjes. Er waren ook nog twee mannen bij ons in de buurt en die droegen ons naar de toenmalige veranda van "het Tolhuis" in Zeddam.
De twee mannen (een heette er Bouwman) waren zo bang dat ze op hun buik voor een grote kast gingen liggen. Ons hadden ze op stoelen gezet tegen de binnenmuur aan. Op een gegeven moment vond mijn moeder dat ik er zo witjes uitzag. Ik vertelde haar toen dat ik zoˈn pijn in mijn rug had. Ze tilde mijn jas op en zag tot haar grote schrik dat ik helemaal onder het bloed zat. Ze hadden mij rakelings langs de longen geraakt met een granaat en aan mijn rechterbovenbeen had ik een grote wond met een stuk granaat erin.
Mijn moeder is in ˈs-Heerenberg naar het toenmalige ziekenhuis (St. Theresia Stichting) gebracht en men heeft mij naar het ziekenhuis in Doetinchem gebracht. Hoe ik daar gekomen ben weet ik niet meer, omdat ik toen het bewustzijn ben verloren.
Daar heb ik toen enkele weken gelegen en bij elke hoorbare luchtaanval vloog ik het bed uit en ging naast de deur staan. Dat mocht natuurlijk niet en toen heeft men mij vastgebonden. Ik zou toen ook een ernstige nierbloeding hebben gehad en mijn ouders vreesden voor mijn leven!
Ik ben opgehaald uit het ziekenhuis met een door mijn vader gehuurd koetsje met koetsier. Mijn vader en onze toenmalige dienstbode (Diny Koops, nu 92 jaar) zaten bij mij in het koetsje, omdat ik vreselijk bang was en trilde als een rietje. Ook mijn vader en Diny waren vreselijk bang. De luchtaanvallen hielden maar niet op. Daardoor moest de koetsier zijn weg in het donker zien te vinden.
Dat ik één granaatscherf in mijn lichaam had wist ik, maar toen ik voor controle kwam bij de uroloog (ik had nierbekkenontsteking en nierstenen en die moesten eruit) ontdekte hij nog een granaatscherf. Netjes ingekapseld, tussen de lever en de nier, zodat hij er nog steeds in zit. Misschien heb ik nog wel meer oorlogssouvenirs, maar omdat er nog geen röntgenfoto's van mijn hele lijf zijn gemaakt, weet ik dat niet.