Driel

Driel is een dorp in de Gelderse gemeente Overbetuwe. Het ligt op de zuidoever van de Rijn ten zuidwesten van Arnhem.

In 1454 kwam Willem IV van Egmont (1412–1483) in het bezit van enkele goederen en rechten in Driel. Na zijn dood zijn deze goederen en rechten overgegaan op zijn dochter Elisabeth van Egmont. Zij was een tante van Anna van Egmont, die in 1506 trouwde met Willem III van den Bergh. Bij dit huwelijk waren Boxmeer, Ochten, Sambeek, Spalbeek en Stevensweert uit de erfenis van Anna's vader in Berghs bezit overgegaan. Het lag voor de hand dat de Egmontse bezittingen in Driel later zouden volgen.

In 1522 besloot Elisabeth van Egmont inderdaad haar Drielse bezit over te dragen aan graaf Oswald II, de zoon van graaf Willem III. Elisabeth had, al was ze twee keer getrouwd geweest, zelf geen kinderen. Verder was ze in 1522 al op gevorderde leeftijd. Haar geboortejaar is niet bekend, maar toen ze in 1539 overleed, was ze hoogbejaard.

De goederen en rechten waren:

• Het kasteel Vrienenstein
• Enkele tienden (het recht op een tiende deel de oogst)
• Het collatierecht van de Drielse vicarie van Onze Lieve Vrouwe, ofwel het recht hier de vicaris te benoemen. De vicarie was, samen met die in Millingen, nog in handen de graaf van Bergh toen dr. Jan van Heek in 1912 Huis Bergh met alle resterende goederen en rechten kocht. Van Heek heeft de inkomsten uit beide vicarieën ondergebracht in de Stichting de vicarieën van Millingen en Driel.
• Het collactierecht van de gecombineerde predikantsplaats in Driel en Elden.

De Drielse goederen en rechten zijn sinds graaf Oswald II Berghs bezit gebleven tot vorst Anton Alois ze in 1788 verkocht aan Arnoldus van de Kamp en Anna Sanders. Zij waren op dat moment waarschijnlijk de bewoners van de boerderij Vredestein. Zoals hierboven al vermeld, behield de graaf van Bergh het collatierecht van de vicarie van Onze Lieve Vrouwe.

Bron

• Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 143–144