Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Marcus, Abraham

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 9 okt 2016 om 12:51 (medeondertekenaars)
Ga naar: navigatie, zoeken

Abraham Marcus was in het begin van de negentiende eeuw een vooraanstaand lid van de joodse gemeenschap in 's-Heerenberg.

Hij werd rond 1751 geboren in Koningsbergen, Pruisen, als zoon van Jechiel Marcus en Rachel Semmales. Het niet bekend hoe en wanneer hij is 's-Heerenberg is beland, maar waarschijnlijk is dit voor 1808 gebeurd. Hij trouwde daar met Aaltje Simons, weduwe van Alexander Heijman. Uit haar eerste huwelijk had zij ten minste drie kinderen: Simon, Hindele en Juth (Judith) Heijman. Vanaf 1821 of eerder woonde Marcus met zijn gezin in een woning in de Marktstraat.

Hij was, mogelijk tot aan zijn dood in 1822, godsdienstleraar en voorganger aan de synagoge. In 1813 stond hij tevens te boek als een van de kerkmeesters van de joodse gemeente. Het ligt voor de hand dat hij die functie langer heeft vervuld. In dat jaar was hij een van de ondertekenaars van de namenlijst betreffende de Joodsche Bevolking, waarop hij zelf ook staat vermeld. De andere ondertekenaars waren Salomon Roodschild en Meijer Simons.

Marcus' weduwe en stiefkinderen ondertekenden zijn memorie van successie in Hebreeuws schrift.

Hij overleed in 's-Heerenberg op 17 augustus 1822, 71 jaar oud. Op 13 januari 1823 liet zijn weduwe samen met haar drie kinderen bij notaris De Both in 's-Heerenberg een memorie van successie opmaken. Daaruit blijkt dat Marcus een rijke man tussen de merendeels arme joodse 's-Heerenbergenaren was. Naast een huis met inboedel bezat hij "goud en zilver, contante penningen, actiën, obligatiën en kredieten". Zijn overlijdensakte vermeldt als zijn beroep koopman, maar in de memorie van successie staat "debitant [= verkoper] in de Nederlandsche Loterij". Dit verklaart een bedrag van 53,92½ gulden dat ene Dibbets te Arnhem terugvorderde voor geleverde loten. Er waren ook nog andere schulden die ingelost moesten worden, maar er bleef genoeg over voor zijn weduwe en stiefkinderen. Zij ondertekenden de memorie van successie in Hebreeuws schrift. Dit wijst erop dat zij wel Jiddisch, maar geen Nederlands konden schrijven

Het huis aan de Markstraat ging naar zijn weduwe en daarna naar zijn stiefzoon Simon. Die had zelf een huis verderop aan de Marktstraat, zodat hij zijn stiefvaders huis heeft verkocht nadat zijn moeder op 2 februari 1833 op 84-jarige leeftijd in Groenlo was overleden.

Bronnen