Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Haag, Lambertus van
Lambertus van Haag werd geboren te Zeddam op 30 augustus 1767 als zoon van Henricus van Haag en Catharina Herberts. Zijn geboortehuis stond in de Benedendorpsstraat op de plaats van het huidige adres 25a.
Hij werd net als later zijn neef (oomzegger) Lambertus Henricus van Haag, priester. Zijn priesterwijding vond plaats in Münster. Van 1801 tot 1802 was hij pastoor in Veenendaal en Renswoude, en vervolgens tot 1805 in Naarden. In dat jaar werd hij in Eemnes de opvolger van pastoor C.J. Voorn.
Over pastoor Van Haag is een Liber memorialis geschreven, een gedenkboek. Hierin wordt onder andere beschreven hoe hij tevergeefs heeft geprobeerd iets tegen de ledigloperij in zijn parochie te doen. Er was daar een tijd geweest dat veel vrouwen en ook mannen er katoen sponnen. Daarmee bleef men doorgaan tot het donker werd. Om redenen die niet vermeld worden, kwam er een einde aan de katoenspinnerij. Dit leidde tot de genoemde ledigloperij, waarbij het op zon- en feestdagen zelfs zo was dat men 's middags al tussen vier en vijf uur at, waarna men Jan en Alleman aan de dijk vond liggen. Na het aantreden van koning Lodewijk Napoleon in juni 1806 werd de politie strenger en kwam er een einde aan de baldadigheden. Maar dat was niet de verdienste van de pastoor.
Vanaf 1809 raakte Van Haag betrokken bij de onderhandelingen over de teruggave van kerkelijke bezittingen door de protestanten. In augustus 1808 had koning Lodewijk Napoleon een decreet uitgevaardigd dat bepaalde dat kwesties omtrent kerkelijk bezit op plaatselijk niveau geregeld moesten worden. Van Haag zou niet lang genoeg leven om de uitkomst mee te maken.
Op 1 juni 1810 schreef pastoor Van Haag eigenhandig een laatste wilsbeschikking, waarin hij bepaalde dat hij heel eenvoudig begraven wilde worden. Hij wilde dat zijn lichaam werd bijgezet gelijk dat van Buurvrouw Willempje Ploor hier bijgezet is.
Pastoor Van Haag overleed 2 maart 1811 te Eemnes-Buitendijk, nog maar 44 jaar oud. Hij werd begraven op het kerkhof de Nederlands Hervormde Nicolaaskerk in Eemnes. Zijn graf is inmiddels geruimd.
Notaris Frans Pen stelde op 28 augustus 1811 een afrekening op over den Janboel van Den Wel.Eerwaarden Heer Pastoor L. van Haag in Eemnes. Uit het nagelaten kapitaal werd een aantal zaken betaald, zoals de eikenhouten doodskist, die 21 gulden kostte. Voor het diner na de begrafenis werd een aantal posten opgevoerd, en de kapelaan kreeg achttien gulden voor het lezen van twaalf missen tot Lafenis der Ziel van den Overledene. Voorst kregen de broers van de overledene dertien stuivers als voorschot voor een Veyligheidskaart om veilig naar huis te kunnen reizen. Of dit een landkaart was opdat ze niet zouden verdwalen of iets anders, is niet duidelijk.
Pastoor Van Haags ongetrouwde broer Theodorus (Derk) overleed op 21 juni 1837. Hij liet per testament een stuk land na aan de kerk van Zeddam, waarvoor als tegenprestatie zo veel jaargetijden gelezen moesten worden als redelijk was voor zijn beide ouders en voor zijn heerbroer de Pastoor van Emmenes. Er werd 26 jaar na de dood van pastoor Van Haag dus nog aan zijn zielerust gedacht.
Bron
- Old Ni-js no. 76, blz. 27-30