Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
McTaggart, Allan Kerr
Majoor McTaggart in 's-Heerenberg
De Canadese majoor Allan Kerr McTaggart was de commandant van de D-compagnie van het 1e bataljon van de Highland Light Infantry of Canada, de geallieerde legereenheid die in de nacht van 31 maart op 1 april 1945 's-Heerenberg heeft bevrijd.
McTaggarts compagnie bereikte op 31 maart rond acht uur 's avonds het Patersklooster. De Duitsers daar boden nog weerstand, waarbij twaalf Canadezen gewond raakten. Eén Canadees werd door eigen vuur gedood toen hij door een raam van het klooster naar buiten klom en door andere Canadezen voor een vluchtende Duitser werd aangezien.
Nadat de stad in de loop van de nacht in bezit was genomen, is McTaggart een paar uur gaan slapen in "het notarishuis". Dit vertelt Goderd van Heek in het dagboek dat hij van 7 februari tot en met 9 april 1945 heeft bijgehouden. Hij geeft geen nadere aanduiding van het notarishuis, maar het kan de woning van notaris Knot zijn geweest.
Op de ochtend van de bevrijding, nog voor het ontbijt, was Goderd van Heek samen met zijn vader en rentmeester Gerrit Vriezen de stad ingelopen, waar zij de Canadese soldaten naar hun "commander" vroegen. Die lag dus te slapen, maar over drie kwartier zouden ze hem kunnen spreken. Inderdaad, toen zij op de afgesproken tijd terugkwamen, zagen ze hoe McTaggart orders stond uit te delen om de Duitsers die hier en daar nog in de stad zaten, te overmeesteren.
Zo maakte McTaggart kennis met hem Van Heek, die hem uitnodigde naar Huis Bergh te komen. Korte tijd later meldde hij zich daar met een aantal van zijn manschappen, en kreeg er niet alleen echte koffie, maar ook onderdak voor de nacht aangeboden. Dat heeft hij dankbaar geaccepteerd. In de huiskamer van Huis Bergh vertelde hij over de inname van het Patersklooster de avond tevoren, en aan de hand van een kaart liet hij zien hoever de verovering van Duitsland was gevorderd. Van Heek en zijn huisgenoten luisterden met aandacht, want door het uitvallen van de elektriciteit hadden ze al weken geen radioberichten meer gehoord.
's Avonds werd nog een borrel gedronken met brigadegeneraal Rockingham en luitenant-kolonel Strickland. Brigadegeneraal J.M. Rockingham was sinds 8 augustus 1944 commandant van de 9th Canadian Infantry Brigade, de brigade waarvan naast de Highland Light Infantry of Canada ook de Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders, de North Nova Scotia Highlanders en ondersteunende eenheden deel uitmaakten. Luitenant-kolonel P.W. Strickland was sinds 9 okotber 1944 commandant van de Highland Light Infantry of Canada. Goderd van Heek duidt hem in zijn dagboek aan als "kolonel Stackland".
De 9th Canadian Infantry Brigade vormde met de "7th" en de 8th Infantry Brigade de 3rd Canadian Infantry Division. Deze divisie rukte nu van Emmerik via 's-Heerenberg op in noordelijke richting. Slechts drie van de enkele tientallen compagniescommandanten van deze divisie zouden de oorlog ongeschonden doorkomen. McTaggert was een van die drie; alle andere compagniescommandanten sneuvelden of raakten gewond.
Na de borrel sliep McTaggart als een roos in het bed dat in het kasteel voor hem was opgemaakt. De volgende dag moest zijn compagnie een groep Duitse krijgsgevangenen afmarcheren. De bedoeling was dat 's middags te doen, maar het gebeurde uiteindelijk pas 's avonds. Toen ook, in de avond van 2 april, vertrok majoor McTaggart met zijn compagnie uit 's-Heerenberg.
Zijn militaire loopbaan
McTaggert studeerde aan de universiteit van Western Ontario toen hij als 21-jarige dienst nam in het Canadese leger. Hij volgde een officiersopleiding en werd met de rang van kapitein ingedeeld bij het 1e bataljon van het regiment Highland Light Infantry of Canada. Dit bataljon vertrok op 20 juli 1941 voor verdere opleiding naar Engeland.
Op 6 juni 1944, D-Day, nam de Highland Light Infantry of Canada deel aan de invasie in Normandië. Net als de rest van de 9th Canadian Infantry Brigade ging het bataljon niet in de eerste golf, maar pas later op de dag aan land.
Het is niet duidelijk of McTaggart er op D-Day ook bij was. Tegen de tijd dat hij in Duitsland aankwam, was hij commandant van de D-compagnie, maar in Normandië was ene majoor Harry Anderson nog commandant van deze compagnie. Volgens de beschikbare gegevens heeft McTaggart wel actief deelgenomen aan de strijd in Normandië (maar misschien pas na 6 juni) en nadien aan de verovering van Antwerpen, de oversteek van de Rijn en de daarop volgende bevrijding van Oost-Nederland. Op zekere dag vóór 5 maart 1945 heeft hij het commando over de D-compagnie van Anderson overgenomen.
Op die 5e maart, een kleine maand voor de bevrijding van Bergh en ook nog ruim voor Operatie Plunder, bevond McTaggart zich ten zuiden van Xanten. Daar kreeg hij opdracht met zijn compagnie een bepaalde heuvel in te nemen, zodat de opmars voortgezet kon worden. Hij kwam onder zwaar vijandelijk vuur te liggen, maar met leiderschap, groot tactisch inzicht en moedig optreden is het hem gelukt de heuvel te bezetten. Als beloning werd hij in rang bevorderd van kapitein tot majoor.
Kort na de oorlog, op 16 juni 1945, ontving hij in Londen op Buckingham Palace samen met andere officieren de Distinguished Service Order (DSO). Deze hoge militaire onderscheiding van het Britse Gemenebest werd toegekend aan officieren met de rang van majoor of hoger. Hoewel er op deze regel uitzonderingen werden gemaakt, zal McTaggart waarschijnlijk een lagere (of helemaal geen) onderscheiding hebben gekregen als hij na 5 maart niet tot majoor was bevorderd.
Op 16 november 1945 kwam hij met een troepentransportschip aan in de haven van New York en keerde vandaar terug naar zijn ouders in Kitchener, Ontario.
Zijn levensloop
McTaggart werd in 1919 geboren in Hastings, een plaats op de zuidkust van Engeland. Hij had minstens één broer. Zijn ouders waren afkomstig van het Schotse eiland Skye en emigreerden met hun gezin naar Canada. Bij aankomst in de haven van Halifax was hij nog maar elf weken oud. Het was de Tweede Wereldoorlog die hem terugbracht naar Europa.
Na zijn demobilisatie ging McTaggart terug naar de universiteit van Western Ontario, waar hij zijn studie in 1947 afsloot met een kandidaatsexamen. Intussen was hij op 27 mei 1946 getrouwd met Betty Elsden, met wie hij twee zoons en twee dochters kreeg.
Hij vond werk in het ziekenhuismanagement en had een aantal korter durende aanstellingen terwijl hij aan de universiteit van Toronto een aanvullende cursus volgde. Die sloot hij in 1950 af en verhuisde naar Regina, de hoofdstad van de Canadese provincie Saskatchewan, waar hij een jaar werkte als provincieambtenaar belast met volksgezondheid.
In 1951 werd hij manager van het Brandon General Hospital in Brandon, Manitoba, een functie die hij tot 1963 zou uitoefenen. In een artikel dat in september 1961 over hem in The Brandon Sun verscheen, wordt de aandacht gevestigd op het contrast tussen zijn werk als ziekenhuismanager en dat wat hij in de oorlog deed. Als compagniescommandant moest hij elke vijand die hij tegenkwam doden, verwonden of gevangennemen, als ziekenhuismanager beheerde hij een miljoenenbedrijf dat levens redde en lijden verlichtte.
Na 1963 heeft McTaggart, zo lijkt het, als zelfstandige gewerkt. Hij overleed op 19 maart 2002 in Winnipeg, Manitoba, 83 jaar oud.
Bronnen
- Old Ni-is nr. 23, blz. 43-46
- FamilySearch (geboorteakte en passagierslijsten 1919 en 1945)
- Wim Kupers
- Canadese dagbladen:
- "H.L.I. officer shows courage and initiative" in The Hamilton Spectator van 30 juli 1945
- "Showers given for bride-elect" in de St. Maurice Valley Chronicle van 23 mei 1946
- "Al McTaggart has seen a lot happen at Brandon General" in The Brandon Sun van 11 september 1961
- Overlijdensbericht in de Winnipeg Free Press van 22 maart 2002
- "Valour in the Victory Campaign: The 3rd Canadian Infantry Division Gallantry Decorations 1945", T. Robert Fowler, Burnstown, Ontario (1995), blz. 97-99
- "Bloody Buron. The Battle of Buron, Normandy – 8 July 1944", J. Allan Snowie, The Remembrance Project, Cambridge, Ontario (2006) (algemene informatie over HLIC in Normandië)