Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Bergen op Zoom
Het markiezaat van Bergen op Zoom lag in het westen van de huidige provincie Noord-Brabant. Hoewel de officiële spelling markizaat zonder e is, wordt het woord in connectie met Bergen op Zoom meestal met een e geschreven.
Het markiezaat kwam in 1613 in het bezit van Bergh na het overlijden van markiezin Maria Mencia van Wittem, de vrouw van graaf Herman. Hun dochter Maria Elisabeth Clara van den Bergh, hoewel pas drie jaar oud de enige erfgename, volgde haar moeder op als markiezin.
Na het overlijden van Maria Elisabeth Clara in 1633 ontstond er onenigheid in de grafelijke familie over haar erfenis. Zowel haar man Albert van den Bergh als haar nicht Maria Elisabeth van den Bergh, dochter van graaf Hendrik, maakten aanspraken op Bergen op Zoom. Omgekeerd maakten beide rivalen ook aanspraken op het graafschap Bergh. In 1644 werd besloten dat het markiezaat voor Maria Elisabeth was en het graafschap voor Albert.
Omdat de twee nichten bijna dezelfde naam hadden, wordt de eerste wel aangeduid als Maria Elisabeth I en haar opvolgster als Maria Elisabeth II. Alleen Maria Elisabeth I was behalve markiezin ook regerend gravin van Bergh. Maria Elisabeth II was, ondanks haar aanspraken op Bergh, alleen markiezin. Op grond van een vonnis van het Leenhof van Brabant voerde zij die titel al sinds 1635. Het heeft echter tot 16 november 1649 geduurd voor zij werd ingehuldigd als markiezin.
Maria Elisabeth II werd in 1672 opgevolgd door haar dochter Henriëtte Francisca uit haar huwelijk met Eitel Frederik V van Hohenzollern-Hechingen. Het was de bedoeling dat Henriëtte Francisca zou trouwen met haar neef Frederik Frans van den Bergh, de oudste zoon van graaf Albert. Daarmee zouden Bergh en Bergen op Zoom in één hand komen. Helaas overleed Frederik Frans in 1661, nog maar achttien jaar oud. Markiezin Henriëtte Francisca trouwde toen in 1662 met Frederik Maurits de la Tour d'Auvergne. Het markiezaat vererfde bij Henriëtte Francisca's overlijden in 1698 in de familie van haar man en ging daarmee voor Bergh verloren.
Aldus is het markiezaat van Bergen op Zoom slechts van 1613 tot 1644 Berghs bezit geweest. Dit wil niet zeggen dat de graven van Bergh zich hun markiezentitel daarna lieten ontnemen. Graaf Albert is de titel tot zijn dood in 1656 blijven voeren – tussen de titels die boven zijn testament staan, staat ook marquis de Berges sur le Zoom. Zijn zoon Oswald koos in zijn testament van juni 1712 het synoniem marckgrave van Bergen op Zoom. Ook zijn opvolger Frans Willem gebruikte de titel markgraaf. Zelfs meer dan een eeuw nadat het markiezaat in 1644 aan Maria Elisabeth II was afgestaan werd de titel in Bergh nog steeds gebruikt. De Dolle Graaf noemde zich in 1757 (vlak voor hij werd afgezet) Marquis tot Bergen op den Zoom, en zijn zus Johanna Josepha deed in 1782 hetzelfde met Marquisinne van Bergen op Zoom. De titel werd steeds in een officiële (al dan niet complete) opsomming van titels gebruikt, dus de bedoeling zal niet zijn geweest Bergen op Zoom nog op te eisen. De graven uit het Huis van Hohenzollern-Sigmaringen hebben de markiezentitel, voor zover kon worden nagegaan, niet meer gebruikt.
Bronnen
- Archief Huis Bergh, archieftoegang 0214, inventarisnummers 785, 931, 1084, 2864 en 2923