Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Altenrath, Hendrikus Theodorus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Vader Altenrath (Medium).JPG

Hendrik Altenrath werd op 11 mei 1914 te Bergh geboren en overleed te Doetinchem op 30 mei 1983. Hij werd begraven op de algemene begraafplaats in 's-Heerenberg.

In januari 1968 werd de heer Altenrath gehuldigd in verband met het feit dat hij veertig jaar geleden in dienst trad bij de Coöperatie Ons Belang te 's-Heerenberg. Hij ontving hiervoor de eremedaile in goud verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.

Bij de Coöperatie is hij begonnen als kruideniersleerling. In 1945 werd hij als opvolger van de heer Nijhof als chef benoemd. Sinds de fusie met Co-op Gelderland in 1963 specialiseerde hij zich meer op het kruideniersbedrijf.

De heer Altenrath is van 1945 tot 1958 ook raadslid geweest en acht jaar voorzitter van Harmonie Crescendo. Daarnaast was hij betrokken bij de KJC(V)en de Kajotters (waar hij leider van was). In de KAB was hij vele jaren bestuurslid en op het moment van huldigen was hij penningmeester van het Oranjecommité, tweede voorzitter van Crescendo en secretaris van de vakbond KBPH.

Namen behorende bij de foto van het 25-jarig jubileum:

Staande v.l.n.r.:
Diny Nijhof, Johanna Seegers, Freek Buttner, Reind van Uum, Gradus van Kempen, Hein Ruikes, Bart Geerling, Gerrit Heuvel, Jan Helmink, Johan van Alen, Jan van Mierlo, Herman van den Bosch, Jan Loskamp en Evert Bisselink.
Zittend, v.l.n.r.:
Marie Nijhof-Zonder, Liesbeth Altenrath-Bisselink, Hendrik Altenrath en Johan Nijhof

LEIPZIG

Hendrik Altenrath woonde destijds met zijn vrouw Liesbeth Bisselink en hun een jarige zoon Gerrie in de Walstraat nr.43 , nu Muntwal. Hij kreeg een oproep om in Duitsland te gaan werken. Vlak voor zijn vertrek op 5 maart 1943 werd hem medegedeeld dat zijn bestemming Leipzig werd. Daar werden onderstellen voor wagens gemaakt. Samen met hem gingen Th. Hakfoort, Jo Huls, Th. Klarenaar, oom van Wim klarenaar, en Th.van Kuijk uit de Drilkuil, allen uit 's-Heerenberg. Zij bleven de gehele oorlog in Leipzig. Richard Witte, ook woonachtig in ’s-Heerenberg, had uitstel aangevraagd en kreeg dit toen ze al in Oldenzaal waren. Vanhieruit gingen ze naar Leipzig. Vanuit Stokkum ging de heer Knuffing mee, hij mocht eerder naar huis.

In het het artikel over de arbeitseinsats staat dat een groep dwangarbeiders van Rudolf Sack te Leipzig met verlof naar huis is geweest. Zo'n veertig Nederlanders vertrokken op 11 november 1943 en reisden terug op 23 november 1943, maar vier zijn er niet teruggekeerd. In hun persoonsdossiers bij de firma Sack staat dat de Berghenaren Theodorus Hakfoort op 10 december 1943 en Hendrikus Theodorus Altenrath op 26 december 1943 niet teruggekeerd waren. Het artikel vermeld alle Berghenaren die hier werkzaan waren.

Hendrikus Theodorus Altenrath is ondergedoken (DocID: 71234693 slecht leesbaar van), van ..-03-1943 tot 26-12-1943 Lager Wetter-Ecke, von urlaub nicht zuruckgekehrt, hilfsarbeiter im Wagenbau (hier maakte men onderstellen voor M(achine) G(ewehr) 34 wagen, kanonnen en Föhn raketinstallaties), Entlohnung: F. 11 Arb.Tge RM 8,67 bruto. Extra document (10004820). Ook in het Namensverzeichnisse des Polizeigefängnisses Leipzig komt hij voor: Altenrath, Hendrikus Theodorus geb. Heerenberg 11-05-1914.

J. Bisseling, vader van Liesbeth, werkte aan de Hutteweg in Emmerik. Hier hadden ze tevens het postadres. Op een keer had Hendrik een brief gestuurd die de Gestapo onderschepte. Er stonden dingen in die hen niet aanstonden, dus kon Hendrik tien dagen de gevangenis in. Na dit incident kwam er dus geen post meer naar Emmerik; het was een te groot risico voor zijn schoonvader. Er gingen wel pakjes vanuit Emmerik naar Leipzig. Hierin zat onder andere gort, roggebrood en harde worst. In het pakje van J. Huls zaten vaak moutblokken (Langenberg), die ze dan onderling ruilden. Na dertien maanden mocht Hendrik tien dagen met verlof. Hij werd in Wijnbergen opgehaald door zijn vrouw Liesbeth en mevrouw Hakfoort.

Hendrik ging na zijn vakantie niet terug naar Leipzig, maar op de fiets naar Ulft als onderduiker. Hij werd er geholpen door zijn zwager Jo Jansen, die in het verzet zat. Bij slecht weer kon Hendrik in de ijzergieterij bij de DRU en anders onder de IJsselbrug overnachten. Als thuiswerk werden er overdag portemonnees gemaakt bij Stien, zuster van Hendrik. Van W. Hieltjes, die ook bij het verzet zat, kreeg Liesbeth 20 gulden voor levensonderhoud en van de Kerk 5 gulden voor bijzondere noden (kind). Deze 5 gulden werd later ingetrokken omdat Hendrik ondergedoken was. Liesbeth ging een keer in de maand met haar zoon in de wandelwagen naar Ulft, bleef er een nacht en ging weer terug. Ze zochten aren en gerst en brachten dit naar de ,, mulderij’’. Daar werd er meel van gemaakt, zodat Liesbeth er brood van kon bakken en in de Strang bij de DRU werd paling gevangen. Deze was voor de palingsoep, zo hadden ze een maaltijd.

Toen Emmerik gebombardeerd werd, moesten de Duitse vrouwen en kinderen een ander onderkomen zoeken. H. van de Berg, secretaris op het gemeentehuis, zorgde ervoor dat Liesbeth in de Walstraat kon blijven wonen. De voorwaarde was dat Liesbeth haar schoonouders in huis moest nemen. In de meeste huizen aan de Walstraat kwamen Duitse vrouwen met kinderen te wonen. Dhr. van de Berg was een broer van de eigenaresse van Hotel de Gouden Karper (Krent) in Hummelo, waar Liesbeth voor haar trouwdag werkte. Na twee jaar ging Hendrik al lopende vanuit Ulft naar 's-Heerenberg om zich daar te melden voor Arbeidsinzet. Hier kreeg hij een bewijs dat hij hiervan was vrijgesteld.

Henk van Kuijk, die als loodgieter in Emmerik werkte, was buurman van Hendrik en Liesbeth in de Walstraat. Samen met Henk ging hij bomen hakken op de Galgenberg, een goede maand later werd 's-Heerenberg bevrijd.

Bron