Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Thuis, Theodorus Everardus Bernardus Gijsbertus

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 23 sep 2024 om 05:27 (aanvulling Oranje-Nassau)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
ThEBG Thuis (1882-1975).jpg

Kapelaan Thuis

Theodorus Everardus Bernardus Gijsbertus (Theo) Thuis was priester. Hij werd op 15 oktober 1882 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Theodorus Johannes Hendrikus Thuis en Susanna Wilhelmina Lucretia Heinink. Hij was een neef (oomzegger) van Henricus Petrus Albertus Thuis en een achterneef van Theodorus Johannes Josephus Thuis, die allebei eveneens priester waren.

Op 8 oktober 1897 begon hij zijn priesteropleiding aan het kleinseminarie in Culemborg en zette die op 4 november 1903 voort aan het grootseminarie Rijsenburg in Driebergen. Naar verluidt heeft hij ook in de abdij Rolduc gestudeerd, waar nu het grootseminarie van het bisdom Roermond gevestigd is. In de jaren 18431946 was daar echter geen seminarie, dus dit zal een misverstand zijn.

Theo Thuis werd op 11 augustus 1907 door Mgr. Van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht, tot priester gewijd. In datzelfde jaar heeft hij het Sint Antoniusgilde en de Sint Janscompagnie in zijn geboorteplaats uit de financiële nood geholpen. Hij betaalde alle schulden en verstrekte een hypotheek van 4500 gulden op het gildegebouw; het pand waarin nu grand café De Snor gevestigd is. Het staat op het perceel dat de twee organisaties in 1897 van Theo Thuis' moeder hadden gekocht. Zij woonde nog in zijn ouderlijk huis aan de overkant van de straat, de Molenstraat.

Een maand na zijn priesterwijding benoemde de aartsbisschop hem tot kapelaan in Zieuwent, waar hij begin oktober 1907 aankwam. Toen hij hier stond, overleed in de vroege ochtend van 1 januari 1910 zijn oom Hendrik, pastoor in Cothen. Dit nieuws bereikte Zieuwent snel, wellicht per telegram of misschien al per telefoon. In elk geval kon kapelaan Thuis op tijd in Cothen zijn om de volgende ochtend als diaken te assisteren in de uitvaartmis.

Na Zieuwent volgden nog twee standplaatsen als kapelaan. De eerste was Silvolde, waar hij in februari 1911 werd benoemd. In februari 1919 werd hij overgeplaatst naar de Sint Georgius-parochie in Almelo. Zijn opvolger in Silvolde was kapelaan Oerbekke, wiens volgende standplaats 's-Heerenberg was.

Pastoor in Almelo

Toen hij bijna vier jaar kapelaan was in de Sint Georgius-parochie, werd hij in december 1922 benoemd tot bouwpastoor van de nieuw op te richten Sint Egbertusparochie in Almelo. De Sint Egbertuskerk was toen al voor een groot deel af en werd op 24 januari 1923 ingewijd. Kapelaan Thuis werd er op die dag de eerste pastoor.

Al voor de inwijding, op 1 januari 1923, had (toen nog) kapelaan Thuis een brief gestuurd aan de minister van Financiën, waarin hij om een jaarlijkse subsidie van duizend gulden vroeg. Als reden gaf hij op dat de 1452 katholieken van zijn nieuwe parochie voornamelijk textielarbeiders waren, die niet in staat waren hun pastoor te onderhouden. Bovendien woonden zij te midden van een veel grotere groep arbeiders en hadden daarom meer geestelijke zorg nodig om de beginselen van orde en gezag in hen levendig te houden, aldus kapelaan Thuis. De minister wees het verzoek van (inmiddels) pastoor Thuis op 30 juli 1923 af.

Blijkbaar heeft de afwijzing de parochie niet al te veel geschaad, want pastoor Thuis heeft meerdere verenigingen en activiteiten kunnen starten.

  • 9 mei 1923: oprichting van de Vereniging van de Heilige Rozenkrans
  • 18 mei 1923: aanbesteding van een lagere-schoolgebouw
  • 10 december 1923: instelling van de Sint Egbertus-penning
  • 20 december 1925: introductie van het veertigurengebed
  • 11 maart 1926: aanbesteding van een zusterhuis voor de franciscanessen uit Thuine bij Münster
  • 1926: aanbesteding van een bewaarschoolgebouw
  • 1926: de kerk, die nog niet helemaal klaar was, wordt verder afgebouwd
  • 3 januari 1929: oprichting van een eigen parochieel armenbestuur
  • 19 april 1929: de kerktoren is voltooid
  • 23 oktober 1929: een torenuurwerk met vier wijzerplaten en een automatisch Angelusluiwerk worden in de toren geplaatst.
  • 19 januari 1930: de kunstschilder Josef ten Horn begint met zijn schilderingen in de kerk
  • 19 januari 1930: bij Eysbouts in Asten worden drie kerkklokken besteld.

Het aantal parochianen groeide in pastoor Thuis' tijd van 1452 in 1923 naar 1875 in 1926 en naar 2650 in 1935. Toch was de parochie geen lang leven beschoren, want de Sint Egbertuskerk werd in 2004, na iets meer dan tachtig jaar, aan de eredienst onttrokken.

Pastoor in Deventer

Uit de Volkskrant van 8 januari 1975

Op 27 maart 1936 werd pastoor Thuis overgeplaatst naar de Sint Lebuinusparochie in Deventer. Daar werd hij bij koninklijk besluit nr. 13 van 25 april 1958 benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Een jaar later, op 10 juli 1959, ging hij met emeritaat. Hij was toen 23 jaar pastoor van de Sint Lebuinusparochie geweest. Kort voor zijn afscheid, op 29 juni, besloot de gemeenteraad van Deventer hem het ereburgerschap van de stad te verlenen. De bijbehorende zilveren erepenning nam hij bij zijn officiële afscheid op 5 juli in ontvangst alsmede een oorkonde die zijn verdiensten als volgt vermelden.

dat betrokkene sinds vele jaren als voorzitter van het bestuur van de stichting "Het bestuur der St. Bernardusscholen" een groot aandeel heeft gehad in de ontwikkeling, in het bijzonder sinds 1945, van het katholieke onderwijs alhier;
dat hij als bisschoppelijk commissaris van het college van regenten van het St. Joseph Ziekenhuis in belangrijke mate betrokken is geweest bij de totstandkoming van het nieuwe St. Joseph Ziekenhuis;
dat onder leiding van pastoor Thuis het interieur van de St. Lebuinuskerk geheel werd gerestaureerd;
dat hij door zijn oecumenisch denken vele katholieke tot voorbeeld is geweest, hetgeen de onderlinge verhoudingen in het maatschappelijke leven ten goede is gekomen;

Na zijn emeritaat bleef hij in Deventer wonen. Daar overleed hij op 7 januari 1975, 92 jaar oud. Op 10 januari werd hij begraven op de r.-k. begraafplaats in Deventer.

Bronnen