Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Buggenum
Buggenum is een dorp in de provincie Limburg. Het ligt op de linkeroever van de Maas, even ten noorden van Roermond.
Buggenum behoorde in de middeleeuwen tot het graafschap Horne, dat op zijn beurt deel uitmaakte van het prinsbisdom Luik. In de tweede helft van de zeventiende eeuw vormde de prins-bisschop van Luik de dorpen in het graafschap Horne successievelijk om tot afzonderlijke heerlijkheden.
Op 13 december 1679 werd Buggenum tot heerlijkheid verheven. Hiëronyma Catharina van Spaur-Flavon, gravin van Bergh, kocht de heerlijke rechten van Buggenum voor 800 pattacons (een destijds in de zuidelijke Nederlanden gangbare munt). Zij was sinds 1638 weduwe van Hendrik van den Bergh, die bij zijn overlijden stadhouder was van Opper-Gelre. Mogelijk heeft Hiëronyma Catharina haar oog op Buggenum laten vallen, omdat het bij Roermond direct aan Opper-Gelre grensde. Het belangrijkste leengoed in Buggenum was het nog steeds bestaande Huis Malborgh.
Op een of andere manier is de heerlijkheid (na Hiëronyma Catharina's dood in 1683?) via het huwelijk van haar stiefdochter Anna Maria Elisabeth met Bernard Albrecht van Limburg Stirum in handen gekomen van het geslacht Van Limburg Stirum. Op 4 mei 1696 heeft Maximiliaan Willem van Limburg Stirum (een kleinzoon van Bernard Albrechts broer Herman Otto) de heerlijkheid verkocht aan het klooster Sint-Elisabethsdal in het naburige Nunhem. Het veer over de Maas verkocht hij twee jaar later op 31 mei 1698.
Stiefdochter Anna Maria Elisabeth was al in 1653 overleden, dertig jaar voor haar stiefmoeder, zodat zij Buggenum niet van haar geërfd kan hebben. Hoe de overdracht op de Van Limburg Stirums is gebeurd, blijft daarmee onduidelijk. Wel is duidelijk dat Buggenum slechts kort Berghs bezit is geweest, van 1679 tot 1683 of hooguit tot 1696.
Bronnen
- Buggenum op Genwiki
- Huis Malborgh op Wikipedia
- De Maasgouw; Limburg's Jaarboek voor Geschiedenis, Taal en Kunst, jaargang 49, 1929 (43), no. 1, blz. 9, op Delpher
- De Nieuwe Koerier van 15 september 1928 op Wikisource