Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Wood, Herbert Edward

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Warrant officer Herbert Edward (Ted) Wood (26) was de piloot van de Lancaster bommenwerper die op 13 juni 1943 neerstortte bij Braamt.

Wood kwam uit Barnetby in het Engelse graafschap Lincolnshire. Van 1927 tot 1931 bezocht hij de Sir John Nelthorpe School, een middelbare school in het naburige Brigg. Daarna, of althans in de jaren voor de oorlog, werkte hij op de boerderij van zijn vader. Toen de oorlog uitbrak, nam hij dienst bij de RAF, de Britse luchtmacht. Het blad van de oud-leerlingenvereniging van de Sir John Nelthorpe School, The Briggensian, publiceerde in juli 1940 een lange lijst van oud-leerlingen in militaire dienst. Onder de kop Old Briggensians in His Majesty's Forces staat ook de naam van Wood.

Over de eerste jaren van Woods diensttijd bij de RAF zijn nog geen gegevens voorhanden. In maart 1943 oefende hij bij 1661 Heavy Conversion Unit op de vliegbasis Winthorpe in Nottinghamshire. Hier volgden vliegtuigbemanningen het laatste deel van hun opleiding voor zij in actieve dienst gingen vliegen met Lancaster bommenwerpers. Een deel van de oefenvluchten werd gemaakt met Manchester bommenwerpers; de tweemotorige voorganger van de viermotorige Lancaster.

Midden april 1943 werd Wood met zijn bemanning ingedeeld bij 9 Squadron op de vliegbasis Bardney in Lincolnshire. Op 12 juni 1943 om 22.42 steeg hij daar met Lancaster ED558 op voor een bombardementsvlucht op Bochum (D). Op de terugweg werd zijn vliegtuig in brand geschoten door nachtjager majoor Werner Streib, destijds commandant van Gruppe 1 van Nachtjagdgeschwader 1 in Venlo. Wood gaf daarop bevel het toestel per parachute te verlaten, maar staartschutter Watson was zodanig gewond dat hij niet meer kon springen. Wood besloot toen een noodlanding te gaan maken. Hij zag dat dit weinig kans van slagen had, maar het was de enige manier waarop hij Watsons leven nog kon redden. Zijn laatste woorden aan de rest van de bemanning waren: "If I don't make it, cheerio". Inderdaad lukte de noodlanding niet meer, want nadat de overige bemanningsleden gesprongen waren, explodeerde de Lancaster. De meeste brokstukken kwamen neer aan het Onderlangs in Braamt.

Wood en Watson werden dood gevonden. Volgens een opgave van de gemeente Bergh aan het Rode Kruis had Wood het nummer 102 op zijn vliegersoverall en Watson het nummer 128. Zij werden op woensdag 16 juni 1943 om half tien 's morgens begraven op het protestantse kerkhof in Zeddam. Wood ligt daar nu als Commonwealth War Dead begraven in Graf 1. De namen van beide vliegeniers staan op de plaquette bij het Canadese kanon op de Bleek in 's-Heerenberg.

De overige vijf bemanningsleden zijn heelhuids geland, maar werden door de Duitsers krijgsgevangen genomen. Een van hen, sergeant Clayton, heeft vanuit een krijgsgevangenenkamp een brief geschreven aan Woods vader. Hierin beschreef hij hoe Wood besloot een noodlanding te maken in een poging Watsons leven te redden. Deze brief werd genoemd in een bericht in een lokale krant en in The Briggensian van december 1943.

Het graf van Wood op het protestante kerkhof
in Zeddam

Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Het bericht in een lokale krant over de dood
van Ted Wood.


Bronnen