Claessen, Joseph Hubertus (1879-1957)

Joseph Hubertus Claessen werd geboren op 2 april 1879 als zoon van Joseph Hubertus Claessen en Theodora van Haren. Op 14 mei 1904 trouwde hij in Bergh met Francisca Maria van Huet. Zijn vader (en naamgenoot) was stationschef in Zeddam.

Claessen was onderwijzer in Azewijn, van waar hij met zijn gezin op 30 januari 1911 verhuisde naar Zeddam. Op 12 april 1913 vertrok hij met zijn vrouw en twee zoons naar Nederlands-Indië. De jongste, Gerard Joseph Hubertus, was op 7 april 1912 in Zeddam geboren.

Het doopboek van Azewijn vermeldt iets opmerkelijks over de geboorte van de oudste zoon, die net als zijn vader Joseph Hubertus heette. Hij werd geboren op 22 juni 1908, maar kreeg een nooddoop van een karmelieter pater. Een nooddoop wordt toegediend als de pasgeborene in levensgevaar verkeerd en er geen tijd is om op de pastoor te wachten. Pas een kleine twee jaar later, op 12 maart 1910, vond de officiële doop plaats. Het opmerkelijke is dat de datum van de tweede doop als geboortedatum van Claessens oudste zoon geldt.

Verder vermeldt het doopboek dat de oudste zoon zijn plechtige communie in Nederlands-Indië heeft gedaan. Dat gebeurde in Fort de Kock (tegenwoordig Bukittinggi) op Sumatra. Blijkbaar had Claessen zich daar met zijn gezin gevestigd.

Hij was een broer van en collega van Johannes Antonius Claessen.

Bronnen

• Azem van 't Hof tot heden, blz. 188
• Doopboek van Azewijn in Azem van 't Hof tot heden, blz. 444, 445
• Old Ni-js 47, blz. 11
• Bevolkingsregister Bergh