Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Egmond, Nicolaas Hendricus van
Nicolaas Hendricus van Egmond werd op 25 november 1914 geboren in Den Haag als zoon van Hendricus Adrianus van Egmond en Petronella Franciska van der Ham. Hij was getrouwd met Anna Agnes ten Hoorn. Van beroep was hij bankwerker.
Van Egmond werd opgepakt bij de grote razzia die op 21 november 1944 onder de codenaam Operatie Sneeuwvlok plaatsvond in Den Haag, Rijswijk en Voorburg. Daarbij werden ongeveer 13.000 mannen opgepakt en samengedreven op een aantal verzamelplaatsen. De volgende dag werden 7.000 van hen in verschillende binnenhavens in rijnaken geladen en via Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en het IJsselmeer naar Kampen overgebracht.
De meeste van hen werden in Oost-Nederland te werk gesteld, maar Van Egmond behoorde tot de groep van 1250 man die per trein via Assen en Nieuweschans naar Duitsland werd afgevoerd. De bestemming bleef voor de gevangenen lange tijd onduidelijk, maar op 1 december kwam de trein aan bij Kamp Rees. Vandaar werd Van Egmond begin februari 1945, samen met andere zieke en verzwakte dwangarbeiders, overgebracht naar 's-Heerenberg om verpleegd te worden. De meeste van hen werden in het noodziekenhuis in het Patersklooster ondergebracht, maar een aantal werd, direct of na een aantal dagen, opgenomen in het Theresiaziekenhuis. Van Egmond was een van hen.
Hij overleed op 6 februari 1945, dertig jaar oud. Zijn overlijden werd dezelfde dag aangegeven in de gemeente Bergh door Hendrika Elisabeth Maria Suer, kloosternaam zuster Antoniëlla, van het Theresiaziekenhuis. Ook de overlijdens van de dwangarbeiders De Jongh, Olsthoorn, De Reus, Romijn en Spijker werden aangegeven door een religieuze van het Theresiaziekenhuis. Van Egmonds overlijden is op 17 augustus 1945 ingeschreven in de gemeente Den Haag.
Van Egmond werd begraven op de nieuwe r.-k. begraafplaats (sinds 1990 de algemene begraafplaats) in 's-Heerenberg. Op 10 september 1946 werden zijn stoffelijke resten opgegraven door de Dienst Identificatie en Berging – Bureau Amersfoort. Zijn identiteit werd bevestigd aan de hand van onder meer zijn gebit. Het rapport vermeldt dat Van Egmond was begraven in een papieren doodshemd.
Van Egmond werd op 16 oktober 1946 herbegraven op de r.-k. begraafplaats St. Barbara in Den Haag. Kort voor in 1956 de grafrechten afliepen, heeft de Oorlogsgravenstichting Van Noorts weduwe per brief voorgesteld de stoffelijke resten te herbegraven op het Ereveld Loenen. Deze brief is nooit aangekomen, omdat Van Noorts weduwe was hertrouwd en niet meer in Den Haag woonde. Toen zij in 1967 weer contact kreeg met de Oorlogsgravenstichting, was het te laat: het graf was begin 1960 geruimd. Ter nagedachtenis heeft de Oorlogsgravenstichting Van Egmonds naam toen opgenomen in Gedenkboek 36, waarin namen staan van oorlogsslachtoffers die in de kampen Amersfoort, Vught en Westerbork zijn omgekomen, alsmede van diegenen die elders in Nederland zijn omgekomen, maar van wie de plaats van begraven niet bekend is.
Ter nagedachtenis aan de dwangarbeiders uit de gemeente Den Haag werd daar op 1 november 1999 het monument 'Dwangarbeiders' onthuld. Het bevindt zich op het binnenplein van het Provinciehuis van Zuid-Holland, dat staat op de plek waar vroeger de Haagse dierentuin was. Die werd tijdens de razzia als een van de verzamelplaatsen gebruikt.
