Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Ereteken voor Orde en Vrede
Het Ereteken voor Orde en Vrede, ingesteld bij Koninklijk Besluit no. 4 van 2 december 1947, werd toegekend aan alle militairen die tussen 3 september 1945 en (uiteindelijk) 4 juni 1951 ten minste drie maanden in werkelijke dienst waren geweest in Nederlands-Indië dan wel Indonesië en de aangrenzende zeegebieden.
De onderscheiding bestaat uit een gekroonde achtpuntige ster van brons met een lint verdeeld in vijf gelijke verticale banen rood-wit-blauw-wit-rood. Op het lint kunnen zogenaamde gespen (bronzen balkjes) gedragen worden met daarop een jaartal. Voor elk jaar waarin daadwerkelijk aan gevechten met vijandelijke eenheden werd deelgenomen, werd een gesp uitgereikt. Er zijn gespen van 1945 t/m 1951 toegekend.
Zij die korter dan drie maanden in Indië zijn geweest, doch daadwerkelijk aan gevechten hebben deelgenomen, zijn ook gerechtigd het Ereteken te dragen. Op het militaire uniform kan het Ereteken in de vorm van een baton (blokvormig speldje) gedragen worden. Een gesp wordt dan vervangen door een bronzen ster zonder jaartal.
Het Ereteken is toegekend aan alle Berghse deelnemers aan de Politionele Acties die hun uitzending hebben overleefd. Een afbeelding van het Ereteken is te zien op de pagina's van Johnny Visser en Bertus van Wessel. Deze pagina toont enkele voorbeelden van het bijbehorende certificaat. De jaren waarvoor een gesp werd toegekend, komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de jaren waarin de betrokkene in Indië is geweest. Zoals hierboven vermeld, werden er alleen gespen toegekend voor de jaren waarin men daadwerkelijk aan gevechten met vijandelijke eenheden had deelgenomen.
Naast het Ereteken voor Orde en Vrede is er het Demobilisatie-insigne, dat in 1950 voor vrijwel dezelfde groep militairen werd ingesteld. Het is echter geen militaire decoratie, maar een herinneringsspeld die alleen op burgerkleding wordt gedragen.