Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Messing, Anna Maria

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Zuster Reiniera en haar moeder Maria te Wiel in de voortuin van De Kapel in Azewijn
op 25 juli 1943.

Haar levensloop

Anna Maria Messing was religieuze. Zij werd op 2 april 1895 geboren op boerderij De Kapel in Azewijn als vijfde in de rij van de acht kinderen van Wilhelm Messing en Maria te Wiel. Haar moeder was de enige dochter van de architect Arnold te Wiel junior.

In het bevolkingsregister van Bergh is te lezen dat Anna op 18 februari 1913, nog maar zeventien jaar oud, naar Amersfoort is vertrokken. Daar is zij ingetreden in het klooster van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort. Toen zij op 15 augustus 1915 de geloften aflegde, nam zij de kloosternaam Reiniera aan.

De zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort waren onderwijzeressen. In het moederhuis in Amersfoort behaalde zuster Reiniera de Hulpakte Lager Onderwijs, waarna zij in 1918 naar Utrecht vertrok. Toen zij daar lesgaf aan de school van het klooster aan de Deken Roesstraat, heeft zij het diploma Handwerken behaald. In 1926 werd zij overgeplaatst naar een ander klooster in Utrecht, aan de Notebomenlaan. In 1931 ging zij naar het klooster aan de Voorstraat in Dordrecht, ook weer om les te geven.

Na haar vertrek uit Azewijn heeft zuster Reiniera haar familie nog slechts bij hoge uitzondering in levenden lijve kunnen ontmoeten. Enkele van die gelegenheden zijn nog bekend. Zo is in 1927 haar moeder in Utrecht op bezoek geweest. De laatste keer dat zuster Reiniera haar familie zag was op 25 juli 1943 op De Kapel bij de viering van haar moeders 85e verjaardag.

Voor het overige heeft zuster Reiniera per brief contact met haar familie onderhouden. Enkele keren per jaar, maar in ieder geval met Kerstmis kreeg iedereen een brief. Links bovenaan elke brief schreef zij steeds A.M.D.G. Dit is de afkorting van de Latijnse spreuk Ad maiorem Dei gloriam (tot meerdere eer van God), die ook het motto van de Jezuïeten is. Haar laatste brieven dateren van februari 1945.

Op 3 maart 1945, slechts een maand voor haar vijftigste verjaardag, is zuster Reiniera overleden in het klooster in Dordrecht. Al sinds Kerstmis 1944 lag zij met pleuritis op bed, en op 1 maart was haar toestand zo kritiek dat de dokter het raadzaam vond dat ze bediend werd. Twee dagen later overleed zij. Op 7 maart werd zij begraven op de r.-k. begraafplaats aan de Reeweg in Dordrecht. Daar deelt zij haar graf met negen medezusters, overleden tussen 1917 en 1983.

Onder normale omstandigheden was de ziekte haar waarschijnlijk niet fataal geworden, maar in de eerste maanden van 1945 leed het westen van ons land onder de hongerwinter. Voedselgebrek is mede een oorzaak van haar dood geweest, zodat zij indirect het slachtoffer is geworden van de oorlogsomstandigheden.

In haar laatste brieven heeft ze op geen enkele manier laten blijken dat ze zwaar ziek was; ze verwees hooguit naar de beproevingen van de hongerwinter. Hoe ze aan haar einde is gekomen, bleek dan ook pas in 2002, toen in het archief van de zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort een beschrijving van haar ziekbed werd gevonden.

Uit de annalen van het klooster

Het archief van de zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort bewaart de annalen van het klooster in de Voorstraat in Dordrecht. Dit zijn, althans in de betreffende periode, handgeschreven aantekeningen in schoolschriften. Het overlijden van zuster Reiniera is hierin als volgt opgetekend:

1 Maart:
Zr. M. Reiniera, die sinds de Kerstvakantie al te bed ligt met pleuris, gaat achteruit; ze krijgt erge benauwdheden en is erg kortademig zodat de dokter beter vindt de H.H. Sacramenten te laten toedienen. De Zeereerw. Heer Pastoor De Wildt komt daarvoor 's avonds ng.
2 Maart:
De zieke voelde zich iets beter, ook de dokter was tevreden, maar 's nachts herhalen zich de hartaanvallen.
3 Maart:
Zr. M. Reiniera ontvangt 's morgens om 9 uur de H. Communie. Na de dankzegging praat ze nog een poosje met Moeder en krijgt om half 10 weer een benauwdheid, die tot half 12 duurde en waarin ze gebleven is. Een mooi sterfbed! Van half 10 tot half 12 is voortdurend bij haar gebeden door onze Eerw. Moeder M. Cornelie. Ook Pastoor Wijnker kwam nog een poosje bidden. Toen de benauwdheid weer in hevigheid scheen toe te nemen, zei ZEerw. dat het zo misschien nog wel heel lang kon duren, waarop de meeste Zusters weer aan het werk gingen en slechts Moeder en een paar Zusters bij de zieke bleven. Na 10 minuten keek Zr. M. Reiniera nog even op, volgde met de ogen het kruisbeeld dat Moeder in de hand had en sloot toen de ogen voor goed.
7 Maart:
Uitvaart en begrafenis van Zr. M. Reiniera. Plechtige Requiemmis met 3 Heren. Begrafenis van uit de kerk. Het Kerkbestuur, Moeder en Zr. M. Clémence gaan mee naar het kerkhof. Pastoor A. de Wildt verricht aldaar de plechtigheid. Van de Familie kon natuurlijk niemand aanwezig zijn, daar er geen reismogelijkheid was. Ofschoon we bijtijds kennis hadden gegeven van de bediening en het ernstig verloop van de ziekte, bereikte die tijding de Familie pas na het afsterven van Zr. M. Reiniera.

Een nagelaten gelukwens

De gelukwens voor zuster Reiniera's
50e verjaardag van haar zwager
Teun Venes en zus Marie Messing

Zuster Reiniera is, zoals hierboven vermeld, net geen vijftig geworden. Niet wetend van haar ziekte, hadden haar zus Marie en haar zwager Teun Venes al een kunstig geknipt papieren kleedje gemaakt met daarop een gelukwens waarin haar een lang leven wordt toegewenst. Die wens is helaas niet in vervulling gegaan. Het is niet bekend of zuster Reiniera het kleedje nog heeft gezien.

De tekst in de genummerde buitenste harten volgt hieronder. Is het begin van de gelukwens een aanwijzing dat de familie wist dat zuster Reiniera erg ziek was, dus dat ze al bericht van de bediening had gehad, maar nog niet van het overlijden?

№ 1. Gelukwensch op Uw 50ste verjaardag van Teun en Marie Veel te zwak om U onze vreugde
№ 2. over de gelukkig volbrachte levensjaren onze liefde en erkentelijkheid voor Uw medeleven uit te drukken,
№ 3. Zoo wenden wij ons biddend tot God van wiens Vaderhand
№ 4. de mensch alles verwachten moet, dat Hij U, tot in den hoogsten
№ 5. ouderdom, de beste gezondheid en een ware tevredenheid schenken wil. Hij heeft
№ 6. immers zoo gaarne dat wij tot Hem bidden. Ook ons smeeken zal Hij verhooren
№ 7. Wij zullen alles doen wat in ons vermogen is, om ons Uwe liefde en genegenheid meer en meer waardig te maken
№ 8. Uw dankbare Broer en Zus Teun en Marie

In de binnenste harten staat:

№ 9. En verders
bevelen we U
aan den Heer
en God van
hierboven
dewelke wij
allen moeten eeren, aanbidden
prijzen, danken en loven.

Het binnenste gedeelte beeldt de hoogtepunten in haar leven uit: haar geboorte, de Heilige Communie, het Heilig Vormsel, haar vertrek naar Amersfoort, haar professie in 1915, haar zilveren kloosterjubileum in 1940 en haar vijftigste verjaardag in 1945. Die laatste mijlpaal heeft ze net niet gehaald.

Bronnen