Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Ruilverkaveling

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Het ruilverkavelingsplan Gendringen

"Een analyse van de struktuurverandering in de Berghse landbouw zou onvolledig zijn indien de ruilverkaveling die voor een deel van de gemeente in uitvoering is, niet ter sprake zou komen." schrijft Braam, J.L.J. in 1966 in zijn Doctoraalscriptie Sociale Geografie. Het vervolg van deze tekst is ook van hem.

Met de uitvoering van het ruilverkavelingsplan Gendringen werd in 1959 een begin gemaakt en de voltooiing er van zal in 1968 plaatsvinden. In dit "Plan Gendringen" zijn ongeveer 2300 ha Berghse cultuurgrond opgenomen. Het doel van deze ruilverkaveling was veelvoudig. In het algemeen gesproken komen de doelstellingen neer op een verbetering van de infrastruktuur van het betrokken gebied. Primair stond de beëindiging van de jaarlijkse wateroverlast in het stroomgebied van de Oude IJssel voor dit 6284 ha tellende gebied. Daarnaast zijn er tal van nieuwe wegen aangelegd en zijn de tracé's van oude wegen verlegd en verbeterd, waardoor boerderijen en buurtschappen uit hun isolement zijn geraakt. Van grote betekenis is uiteraard ook de herverkaveling van de percelen, hetgeen tijdwinst oplevert en grotere mechanisatie mogelijk maakt. Verder zijn er een aantal boerderijen verplaatst vanuit de bebouwde kom naar plaatsen waar de boeren hun gronden hadden liggen. Een aantal van hen is zelfs in de IJsselmeerpolder opnieuw begonnen.

De totale bedrijfsbeëindiging bedraagt medio 1966 24, waarvan 3 in de gemeente Bergh. In het kader van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds zijn eveneens drie bedrijven in het Berghse deel van het ruilverkavelingsgebied beëindigd. Aangezien het gehele ruilverkavelingsprojekt 975 bedrijven omvat, is het aantal bedrijfsbeëindigingen klein te noemen. De oorzaak hiervoor moet gezocht worden in de gemiddelde bedrijfsgrootte in dit rivierkleigebied. Voor het Berghse deel is deze, zoals we in het voorafgaande hebben gezien, beduidend groter dan het gemeentelijk gemiddelde van 7,4 ha. Bovendien is men in dit noordoostelijk deel van de gemeente sterk agrarisch ingesteld en is men niet gauw geneigd zijn bedrijf op te geven. Het lag aanvankelijk in de bedoeling om in het ruilverkavelingsgebied de bedrijfsgrootte op te voeren tot een minimum grootte van 15 ha. Door het ontbreken van grond en geringe geneigdheid tot bedrijfsbeëindiging zijn slechts 60 bedrijven in het hele ruilverkavelingsgebied tot de gewenste 15 ha opgetrokken.

Naast bovengenoemde ruilverkaveling is in Braamt onlangs een vrijwillige ruilverkaveling afgesloten. Deze vrijwillige ruilverkaveling biedt dezelfde mogelijkheden als een wettelijke ruilverkaveling. Het betrof hier echter een gebied van zeer beperkte omvang. Het geheel stond onder leiding van de Nederlandse Gront-Mij. Onder Stokkum staat een iets groter projekt onder toezicht en uitvoering van de Koninklijke Nederlandse Heide-Mij. op stapel.

Ofschoon de drie genoemde projekten een verbetering van de voorwaarden voor landbouwuitoefening nastreven, hebben ze nog weinig bijgedragen tot de beëindiging van onrendabele bedrijven, en is de minimum bedrijfsgrootte van 15 ha thans nog geen haalbare zaak.

Azewijn bijvoorbeeld

1956
1977


Het resultaat van de ruilverkaveling is goed te zien op bovenstaande topografische kaarten van Azewijn. Links de situatie in 1956, rechts die in 1977. Met name in de Reeven is het aantal kavels drastisch verminderd, en vooral buiten het dorp is het wegennet aangepast. Verbetering van de waterhuishouding is voor de leek niet zo maar van deze kaarten af te lezen.

Aan de zuidoostkant is de Eerlandsestraat rechtgetrokken en een stuk richting het dorp verlegd. Op de kaart van 1977 loopt deze weg door het kruispunt van de roosterlijnen, maar op die van 1956 een stuk daaronder. Het verloop van de oude weg is op de kaart van 1977 nog deels te zien. Verder heeft de Eerlandsestraat aan de zuidkant twee zijwegen gekregen: de Broekweg (een verlenging van de Broekseweg) en de Maatweg. Ook nieuw zijn de Reefweg naar Rafelder (een verlenging van de Nieuweweg) en de Laakweg (een verleniging van de Laaksestraat). De Laakweg buiten de dorpskom vervangt de Groeneweg of Groene Steeg, die daar min of meer parallel ten oosten van liep en nu goeddeels is verdwenen. Hierdoor is het Uiversnest, of Ooievaarsnest, aan een doorgaande weg komen te liggen. De Laakweg komt langs het voetbalveld het dorp binnen. Wie goed kijkt, ziet op de oude kaart nog de Kleine Laak met daarnaast Vogelzangsgoed.

Ten noorden van het dorp is De Klakert een verharde weg geworden, en is in Klein-Azewijn de aansluiting van de Dr. Hoegenstraat op de Terborgseweg veranderd. Dit laatste mede omdat de Terborgseweg ter plekke een stuk noordwaarts is verlegd. Rechtsboven is een begin gemaakt met de Waterplas De Reef. In 1977 waren er nog twee afzonderlijke kolken, maar vanaf ongeveer 1990 is er één plas die in z'n eentje groter is dan de twee kolken samen.

Plaatselijke Commissie

Bron